Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Algen

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Alg)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Groene alg (Halimeda tuna), (sterk vergroot)

Algen oftewel Algae is de niet-systematische verzamelnaam voor een aantal groepen relatief eenvoudige organismen die aan fotosynthese doen, of wat specifieker, nagenoeg alle organismen die aan fotosynthese doen en niet behoren tot de 'hogere planten' of 'landplanten' (Embryophyta). De studie van de algen is het onderwerp van de fycologie of algologie.

Introductie

Alhoewel algen in het algemeen beschouwd worden als simpele planten, behoren ze tot meer dan één rijk, namelijk de planten en de protista.

Algen kunnen zowel eencellige als meercellige organismen zijn en relatief gecompliceerde vormen aannemen zoals zeewier. Algen hebben geen bladeren, wortels, bloemen of andere organische structuren die de hogere planten typeren. Ze verschillen van andere protista in dat ze fototroof zijn, alhoewel dit niet voor alle algen geldt, aangezien sommige soorten mixotroof zijn. Sommige eencellige soorten zijn geheel afhankelijk van externe energiebronnen en hebben hun fotosynthetische vaardigheid verloren.

Alle algen hebben hun fotosynthetische structuren afgeleid van de blauwalg (ook wel cyanobacterie) en produceren zuurstof als bijproduct van fotosynthese. Het wordt geschat dat algen 73 tot 87 procent van de zuurstof produceren die voor mensen en andere landdieren ter beschikking staat.

De verschillende soorten algen spelen een belangrijke rol in de aquatische ecologie. Microscopische vormen die onder water leven, genaamd fytoplankton, zijn de voedselbasis voor de meeste aquatische voedselketens. In erg grote dichtheden, zogenaamde algenbloei, kunnen algen het water verkleuren en andere levenwezens vergiftigen of verdrijven. Zeewier groeit meestal in ondiep zeewater. Het wordt gebruikt als voedsel of verbouwd om te verwerken tot agaragar of mest. De studie van zeealgen wordt fycologie of algologie genoemd.

Classificatie

Algen zijn eukaryoten en voeren hun fotosynthese uit met behulp van organellen, genaamd chloroplasten (ook wel bladgroenkorrels). Chloroplasten hebben hun eigen DNA en hebben een vergelijkbare structuur met cyanobacteriën. Chloroplasten kunnen verschillen in de diverse algen:

  1. Er zijn drie groepen algen die "primaire" chloroplasten hebben dewelke chlorofyl "a" en "b" bevatten,
    deze behoren tot de Primoplantae of Archaeplastida, samen met de Embryophyta:
    In deze groepen zijn de chloroplasten omgeven door twee membranen. De chloroplasten van de rode alg hebben een min of meer typische cyanobacterische pigmentatie, terwijl de groenalg chloroplasten heeft met chlorofyl "a" en "b" (een pigment gebruikt in fotosynthese). Hogere planten hebben een vergelijkbare pigmentatie als de groenalg en zijn waarschijnlijk uit hen geëvolueerd.
  2. Twee andere groepen algen hebben chloroplasten die chlorofyl "b" bevatten,
    deze behoren tot de Cabozoa:
    Deze zijn respectievelijk omgeven door drie oftewel vier membranen.
  3. De overgebleven algen hebben allemaal chloroplasten die chlorofyl "a" en "c" bevatten. Chlorofyl "c" is niet bekend bij prokaryoten of primaire chloroplasten, deze algen behoren tot de Chromalveolata en omvatten volgende groepen:
    In de eerste drie van deze groepen hebben de chloroplasten vier membranen en ze hebben waarschijnlijk een gezamenlijke voorvader voor hun pigmenten. De typische dinoflagellatische chloroplast heeft drie membranen, maar er is een grote diversiteit van chloroplasten in de groep, aangezien sommige leden verschillende evolutienaire fasen hebben ondergaan. De apicomplexa, een groep van parasieten, hebben eveneens plastiden maar geen echte chloroplasten, die dezelfde oorsprong schijnen te hebben als de dinoflagellaten.
Recentelijk zijn ook de Picobiliphyta ontdekt, hun plaats in de taxonomie van eukaryotische algen is nog onzeker

Merk op dat bij veel van deze groepen sommige leden niet meer aan fotosynthese doen. Sommige hebben nog plastiden, maar geen chloroplasten, terwijl anderen hen helemaal verloren hebben.

Algen en symbiose

Sommige soorten algen vormen symbiotische relaties met andere organismen. In deze symbiose geven de algen organische stoffen die geproduceerd worden in fotosynthese aan een gastheer in ruil voor bescherming. De gastheer verbruikt deze stoffen als zijn partiële of hoofdbron van energie. Enkele voorbeelden zijn:

  • Korstmos - een schimmel is de gastheer, meestal met groenalg of de cyanobacterie als symbiont. Zowel de schimmel als de alg die in korstmos gevonden wordt kunnen onafhankelijk van elkaar leven.
  • Koraal - algen zoals de zoöxanthellen zijn symbioten met koraal.
  • Sponsdieren - groenalgen leven dicht bij sommige sponsdieren. De alg wordt hierdoor beschermd en het sponsdiertje krijgt zuurstof en suikers toegevoerd, wat voor sommige sponsdiertjes 50 tot 80 % van de groei kan bepalen.

Milieu

Over het algemeen zijn algen een indicator voor de kwaliteit van het milieu waarin zij voorkomen. Een te veel aan algen duidt op (te) voedselrijk water. Als hier niet tijdig verandering in gebracht wordt zullen de algen 's nachts zoveel zuurstof verbruiken dat andere organismen niet kunnen overleven. Hierdoor ontstaat hypoxie. De natuur kan er jaren over doen om de gevolgen hiervan ongedaan te maken. Zo ook kan een tekort aan algen negatieve effecten voor het milieu met zich meebrengen.

Zie ook

Externe link

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Algae op Wikimedia Commons