Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Degeneratie

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Achteruitgang)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met degeneratie wordt achteruitgang bedoeld, waarbij bepaalde eigenschappen verloren gaan. Degeneratie is het tegenovergestelde van progressie. Het woord heeft verschillende betekenissen, afhankelijk van de context.

Algemeen

In algemene zin betekent degeneratie de achteruitgang van eigenschappen. Soms door het niet meer nodig hebben van de eigenschappen of door langzaam intredend technisch mankement (oxidatie, slijtage, ... ) of door biologische oorzaken (ziekte, genen, ... ). In de techniek moet men denken aan gloeilampen/tl-buizen die het uiteindelijk begeven (omdat de "gloeibron" uiteindelijk op is), in de biologie gaat het (als de duur maar lang genoeg is) over het veranderen van organen, uiterlijk en zelfs lichaamsvorm. Onderstaande gaat enkel over de medische en de biologische aspecten. Als het schilderwerk aan de buitenzijde van een woonhuis niet bijgehouden wordt, zal het hout van de kozijnen achteruitgaan, doordat weersinvloeden verrottingsprocessen in gang zetten.

Medische degeneratie

In de medische zin van de betekenis betreft het weefsels, en betekent het dat de massa's van onder andere spierweefsels (door MS), botweefsel (door Osteoporose) of hersenweefsel (door BSE-prion) afnemen als gevolg van bijvoorbeeld de genoemde oorzaken. Er zijn veel manieren om weefsels in ons lichaam te degenereren: virussen, bacteriën, eiwitten(prionen), straling, kanker, eet/drink/drugs -gewoonten, giftige stoffen (duizenden soorten) etc. Ook genetische degeneratie is een mogelijkheid, met als oorzaak medicijnen (DES-dochters, DDT) en inteelt. Het gevolg is misvormingen bij embryos met soms vreselijke gevolgen.

Biologische degeneratie

In de biologie is degeneratie het in de loop van vele generaties steeds eenvoudiger en kleiner worden van bijvoorbeeld een lichaamsdeel. Een gedegenereerd element wordt rudimentair genoemd als er nauwelijks nog iets van over is.

Voorbeelden

  • De zeer kleine pootjes van skinken, hagedissen die door zand kunnen 'zwemmen' en daardoor kleinere pootjes nodig hebben. De meeste slangen hebben hun poten totaal verloren, hoewel de plekken waar ooit de poten gezeten hebben nog steeds te herkennen zijn. Bij pythons en boa's zijn er nog rudimentaire achterpoten aanwezig.
  • Struisvogels (Strutiones) hebben zich ontwikkeld tot zware loopvogels: hun poten zijn sterk ontwikkeld, waardoor ze meer dan 60 km/h kunnen rennen, maar vliegen is onmogelijk en hun vleugels zijn juist enigszins gedegenereerd. Een andere theorie over de vreemde vorm van struisvogels is overigens dat ze neoteen zijn.
  • Een rudimentair orgaan van de mens is het wormvormig aanhangsel, het kleine, wormvormige einde van de blindedarm. Dit diende ooit als 'verteeroven' voor cellulose, maar doordat de mens niet langer grassen en bladeren eet, zoals zijn voorgangers deden, werd het aanhangsel geleidelijk aan steeds kleiner. Of we hier werkelijk van rudimentair kunnen spreken wordt betwist. De blinde darm draagt bij aan een goede stofwisseling en afweer.

Degeneratie als creationistisch protest tegen de verklaring van de soortenrijkdom op Aarde

De verschillende voorbeelden van biologische en medische degeneratie worden door sommige creationisten als argument tegen de evolutietheorie aangevoerd. Zij beweren dat het leven op aarde zich wel kan ontwikkelen, maar daarbij alleen kan degenereren: het zou niet ingewikkelder kunnen worden, geen nieuwe functies kunnen ontwikkelen, en geen nieuwe soorten kunnen opleveren. Deze gedachtegang wordt onder meer gepropageerd door Peter Scheele in zijn boek Degeneratie.

In de evolutiebiologie zijn geen aanwijzingen gevonden dat er van een dergelijke beperking op ontwikkeling sprake zou zijn, en sterke bewijzen van het tegendeel, en weet men dat er van een strikte scheiding tussen soorten helemaal geen sprake is; daarom wordt deze opvatting niet serieus genomen. Voor het ontstaan van de soortenrijkdom, de grote samenhang tussen de soorten, de bevindingen uit de paleontologie, en alle andere argumenten voor evolutie, heeft deze opvatting geen verklaring.