Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

William Shakespeare

Uit Wikisage
Versie door Jules (overleg | bijdragen) op 29 jan 2017 om 16:39 (Cat Groei)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

William Shakespeare (Stratford-upon-Avon, 23 april 1564Stratford-upon-Avon, 23 april 1616) was een Engels dichter, acteur en toneelschrijver uit de 16e en vroege 17e eeuw die 400 jaar later nog steeds sterk tot de verbeelding spreekt. Shakespeare produceerde het grootste deel van zijn werk tussen 1586 en 1616, hoewel de exacte data en de chronologie van de stukken die aan hem worden toegeschreven vaak onzeker zijn. Hij wordt gerekend tot de weinige toneelschrijvers die hebben uitgeblonken in zowel de tragedie als de komedie. In zijn stukken combineert hij complexe karakterisering met poëtische grandeur en filosofische diepgang, die hij vaak contrasteert met het inlassen van clowneske scènes.

Ondanks het feit dat Shakespeares leven vrij goed gedocumenteerd is, blijft zijn figuur omgeven met mysterie. Sommigen betwijfelen zelfs of deze Shakespeare wel de auteur is van al die onvergankelijke komedies, historische stukken en en tragedies. Hoe dan ook worden zijn stukken nog steeds, zij het vaak in aangepaste, voor onze moderne smaak verteerbare versies opgevoerd. Zelfs mensen die niet echt iets van hem gelezen hebben, zijn vertrouwd met citaten als "To be or not to be, that is the question" (Hamlet), "A horse, a horse, my kingdom for a horse" (Richard III) en ""What's in a name? That which we call a rose, by any other name would smell as sweet" uit Romeo and Juliet. Mogelijk zijn sommige versregels uit zijn sonnetten nog bekender, zoals "Shall I compare thee to a summer's day"; Thou art more lovely and more temperate" uit Sonnet 18 en "My mistress' eyes are nothing like the sun; Coral is far more red than her lips' red" uit Sonnet 130. Zijn tijdgenoot Ben Jonson, zelf een groot toneelschrijver, bracht aan Shakespeare hulde met deze profetische woorden: "He was not of an age, but for all time."

Leven

Hoewel er rondom zijn persoon heel wat mythes zijn ontstaan weten we over het leven van Shakespeare eigenlijk meer dan over dat van de meeste van zijn tijdgenoten. Hij werd in 1564 geboren in Stratford-upon-Avon, een gezellig stadje in het graafschap Warwickshire. Volgens de traditie zou dat op 23 april hebben plaatsgevonden, wat in 1616 ook zijn sterfdag was. Zijn vader, John Shakespeare, was een boer die zich opwerkte tot handschoenmaker. Hij huwde de katholieke Mary Arden, die uit een oude gerespecteerde middenklassefamilie kwam. Zo werd hij zelf ook een gerespecteerd burger en eigenaar van wat later het geboortehuis van Shakespeare (The Birthplace) zou worden. Hij werd lid van het gemeentebestuur, wethouder (schepen), en zelfs vrederechter. In zijn zucht naar maatschappelijke erkenning ging hij zelfs zo ver om een wapenschild (familiewapen) aan te vragen, iets waarvoor zijn zoon William uiteindelijk in 1596 zou zorgen. Het werd een wapenschild met het motto "Non Sanz droict".

William werd in de lokale grammar school in Stratford geplaatst, waar hij Latijn leerde. We weten niet precies hoe lang hij daar bleef, waarschijnlijk verliet hij al op zijn vijftiende de school en kwam hij daarna als dorpsonderwijzer aan de kost. Het feit dat zijn vader John Shakespeare in 1578 in financiële problemen zat en zijn belastingen niet meer kon betalen zal daar waarschijnlijk wel voor iets tussen gezeten hebben. William werd verliefd en trouwde op zijn achttien jaar, in november 1582, met de acht jaar oudere Anne Hathaway. Anne baarde hem een dochter, Suzanne, op 26 mei van het volgende jaar. Toen kwam op 2 februari 1585 de tweeling, Judith en Hamnet. Hamnet, zijn enige zoon, overleed op elfjarige leeftijd. Zijn dochter Suzanne trouwde met Dr John Hall in 1607 en stierf in 1649. Judith trouwde met Thomas Quiney, en verdween in 1662. Shakespeare hield van zijn dochters. Dat weten we omdat hij hen een ereplaats gaf in zijn testament, dit in het nadeel van zijn vrouw Anne. Deze kreeg slechts zijn "second best bed".

Shakespeare moet in Londen omstreeks 1592 al vrij bekend geweest zijn als acteur en toneelschrijver. Dat jaar haalde de toneelschrijver en academicus Robert Greene in zijn pamflet Groats of Witte immers woedend uit naar de man die hij een "Shake-scene" noemde en "een parvenu van een raaf die zich met andermans veren tooide". Het is het eerste spoor dat we terugvinden van Shakespeare nadat hij in 1585 zijn vrouw in Stratford achtergelaten had. Het is niet duidelijk wat daar de aanleiding toe was, al lijkt het sterk op een vlucht uit Stratford. Mogelijk trok hij mee met een gezelschap van rondreizende acteurs. Er wordt gespeculeerd dat hij moest vluchten voor de toorn van Sir Thomas Lucy op wiens domein hij herten zou gejaagd hebben. Wat er voor de rest in de periode van de 'lost years' (tussen 1578 en 1592) is gebeurd met Shakespeare weten we verder niet. Het enige waar we zeker van zijn is dat hij in 1592 volgens Greene in Londen was en zijn naam al wat betekende in het milieu van toneelschrijvers.

Eens hij in Londen was, onderhield Shakespeare wel banden met Stratford, maar zijn professioneel leven speelde zich volledig af in Londen. Hij schreef en acteerde en was een zakenpartner in een van de belangrijkste acteursgezelschappen van dat ogenblik, the Lord Chamberlain's Men, opgericht in 1594. Zij speelden aan het hof en in The Globe, hun eigen in 1599 gebouwd theater. Shakespeare deelde ook in de winst van de in 1603 opgerichte King's Men. Vanaf 1608 gaven ze voornamelijk in de winter ook voorstellingen in het overdekte Blackfriar's Theatre. In 1597 kocht Shakespeare van zijn opbrengst het grootste huis in Stratford, "New Place". In 1601 stierf zijn vader, John Shakespeare, en toen ook zijn moeder Mary in 1607 stierf begon Shakespeare meer tijd door te brengen in Stratford. Zijn dochter Judith trouwde in februari 1616, en Shakespeare zelf stierf op 23 april 1616. Hij werd begraven in de Holy Trinity Church in Stratford waar nog voor 1623 een monument voor hem werd opgericht.

Oeuvre

Toneel

Historische stukken

Toen Shakespeare circa 1589 begon te schrijven voor het theater richtte hij zich op de geschiedenis van Engeland, met zijn drie stukken over Henry VI (1589-1592), de tragedie Richard II (1595) en het grootse historisch schouwspel Henry V (1599). Deze tragedies over monarchen die Engeland hadden geregeerd in de periode 1377-1485 zijn nu ook gekend als de koningsstukken. Het zijn niet langer louter verheerlijkende verhalen over Engeland: Shakespeare verkleint de afstand tussen de beroemde personages en het publiek door hen in al hun menselijkheid te tonen. De pen van Shakespeare brengt de fouten en deugden van de koningen tot leven voor de ogen van het publiek.

In de First Folio van 1623 werden de toneelstukken van William Shakespeare gegroepeerd in drie categorieën: 'comedies', 'histories' en 'tragedies'. Deze categorisering is zowat standaard geworden, hoewel sommige critici hebben gepleit voor een vierde categorie, de romances. De historische stukken waren die stukken die gebaseerd waren op het het leven van Engelse koningen. De stukken die oudere historische figuren zoals Pericles, Prince of Tyre, Julius Caesar, en de legendarische King Lear afbeeldden werden niet opgenomen in deze groep. Macbeth, dat gebaseerd was op een Schotse koning, werd ook aangemerkt als een tragedie en niet als historiestuk. De bron voor het grootste deel van deze historische stukken is de 2e editie van Raphael Holinsheds Chronicle of English history uit 1587. Shakespeare wijkt echter van die kronieken af al naargelang het hem uitkomt en concentreert zich meestal op een korte episode uit het leven van deze historische koningen.

Henry IV, Part 1 - Henry IV, Part 2 - Henry V - Henry VI, Part 1 - Henry VI, Part 2 - Henry VI, Part 3 - Henry VIII - King John - Richard II - Richard III

Komedies

Shakespeares komedies gaan over liefde en huwelijk in soms sprookjesachtige settings. Zo is het huwelijk in A Midsummer Night's Dream het belangrijkste thema en het verhaal speelt zich af in 'Fairyland', waar we de liefdesperikelen volgen van Oberon en Titania, de koning en koningin van Fairyland. Ook The Taming of the Shrew gaat over liefde en huwelijk, deze keer met de huwbare, maar koppige koningsdochter Katherine die uiteindelijk haar 'meester' zal vinden in een zekere Petrucio. Shakespeare schrijft meesterlijke komedies met ingewikkelde plots, vreemde personages en onverwachte wendingen, steeds in een onnavolgbare humoristische, poëtische stijl. Sommige van zijn komedies zoals Measure for Measure en All's Well That Ends Well vormen een vreemde mix van humor en tragedie, waardoor ze ook al eens als 'problem plays' getypeerd worden.

All's Well That Ends Well - As You Like It - The Comedy of Errors - Love's Labour's Lost - Measure for Measure - The Merchant of Venice - The Merry Wives of Windsor - A Midsummer Night's Dream - Much Ado About Nothing - The Taming of the Shrew - The Tempest - Twelfth Night - The Two Gentlemen of Verona - The Two Noble Kinsmen - The Winter's Tale

Tragedies

Shakespeare schreef al tragedies van in het begin van zijn carrière. Een van zijn vroegste was de Romeinse tragedie Titus Andronicus (ca. 1590), die een paar jaar later werd gevolgd door Romeo and Juliet. Zijn meest bewonderde tragedies schreef hij echter in een periode van zeven jaar, tussen 1601 en 1608. Deze omvatten zijn vier grote tragedies Hamlet, Othello, King Lear en Macbeth, samen met Antony and Cleopatra, Coriolanus, het minder bekende Timon of Athens en Troilus and Cressida. Een Shakespeareaanse tragedie zou men kunnen beschrijven als een vijfakter die eindigt met de dood van de belangrijkste personages. Elk van deze stukken draait om één tragische hoofdrolspeler zoals Hamlet, King Lear, Othello en Macbeth die Shakespeare zo levendig beschrijft dat de toeschouwer intens meeleeft met zijn tragische, vaak zelfgekozen lot.

Antony and Cleopatra - Coriolanus - Cymbeline - Hamlet - Julius Caesar - King Lear - Macbeth - Othello - Pericles, Prince of Tyre - Timon of Athens - Romeo and Juliet - Titus Andronicus - Troilus and Cressida

Poëzie

Shakespeare bekommerde zich er niet erg om of zijn werk werd gepubliceerd. Uitzonderingen daarop waren de lange erotische gedichten Venus and Adonis, gepubliceerd in 1593, en The Rape of Lucrece dat in 1594 verscheen. Beide gedichten waren opgedragen aan zijn beschermheer, de jonge Henry Wriothesley, 3e graaf van Southampton. Eigenlijk is het enige werk na 1594 waar hij zelf bij de publicatie betrokken was het allegorische gedicht The Phoenix and the Turtle dat in 1601 in een bloemlezing werd opgenomen. De 154 sonnetten die Shakespeare in de loop van vele jaren had bijeen geschreven werden in 1609 evenmin onder zijn toezicht uitgegeven. Ze behandelen in het algemeen de thema's tijd, liefde, vergankelijkheid en schoonheid. Rondom de sonnetten blijft een waas van mysterie bestaan. Wie was bijvoorbeeld de 'Dark Lady' die in de expliciet seksuele sonnettenreeks 127 tot 152 wordt toegesproken?

Sonnetten van Shakespeare - The Rape of Lucrece - The Phoenix and the Turtle - Venus and Adonis - To be or not to be - A Lover's Complaint - The Passionate Pilgrim

Folio- en quarto-uitgaven

Zie ook Bad quarto

In 1623, zeven jaar na Shakespeares dood, lieten zijn collega-acteurs en vrienden John Heminges en Henry Condell 36 stukken uitgeven in wat nu bekendstaat als de First Folio. Zonder hun initiatief was het grootste deel van Shakespeares werk verloren gegaan. Deze uitgave wordt nu door literatuurwetenschappers als basistekst gebruikt. Van achttien stukken bestaan er oudere, zogenaamde quarto-uitgaven, piraatversies van vaak bedenkelijke kwaliteit die zonder medewerking van Shakespeare tot stand waren gekomen. Deze quarto's zijn wel interessant voor vergelijkende studies.

Bronnen

Shakespeare baseerde zich meestal op bekende verhalen uit bijvoorbeeld de klassieke literatuur of uit het werk van historici. Zo haalde hij voor historische stukken zijn inspiratie bij klassieke geschiedschrijvers en Britse kroniekschrijvers, of hij bewerkte oude, bestaande toneelstukken. Vaak door hem geraadpleegde bronnen zijn Raphael Holinsheds Chronicles en Thomas Norths vertaling van de 'Parallelle levens' van Plutarchus. A Midsummer Night's Dream en The Tempest zijn stukken met een originele plot waarvan niet meteen vroegere voorbeelden bekend zijn.

Betwist auteurschap

Hoewel moderne onderzoekers het meestal onzin vinden werd er in de loop der tijden druk gespeculeerd over wie nu de 'echte' auteur van al die stukken wel zou zijn. Meer dan 70 kandidaten werden naar voren geschoven als geloofwaardige auteur. De namen die het meest door deze 'anti-stratfordians' genoemd werden zijn Francis Bacon, Christopher Marlowe, William Stanley (6th Earl of Derby) en Edward de Vere (17th Earl of Oxford). Telkens werd ervan uitgegaan dat William Shakespeare, die geen universitaire opleiding had genoten en slechts over een beperkte kennis van de klassieken beschikte, onmogelijk deze stukken kon hebben geschreven. Inmiddels is dit debat vrijwel volledig geluwd in academische middens, al verschijnt af en toe nog wel een populair boek met een nieuwe theorie over het auteurschap.

Receptie en literaire kritiek

Reeds tijdens zijn leven genoot Shakespeare literair veel aanzien. In 1598 noemde Francis Meres hem de grootste Engelse schrijver van komedies en tragedies, en de dichter John Weever spak over de 'honey-tongued Shakespeare'. Zijn vriend en tijdgenoot Ben Jonson, zelf een succesrijk toneelschrijver, toonde zich kritischer. Hij gaf weliswaar toe dat Shakespeare zijn gelijke niet had als schrijver van komedies en tragedies en daarbij zelfs de klassieken naar de kroon stak, maar wees er ook op dat zijn kennis van de klassieke talen te wensen overliet. Ook vond hij dat Shakespeare in zijn drama de klassieke Aristotelische drie-eenheid van tijd, plaats en handeling zou moeten volgen. Shakespeares hebbelijkheid om clowns in ernstige koningsdrama's op te voeren vond in zijn ogen evenmin genade, omdat het vulgariteit met het verhevene vermengde.

John Dryden zou later eveneens Shakespeares gebrek aan navolging van klassieke regels bekritiseren in zijn essay Of Dramatick Poesie uit 1668. Volgens hem ontbrak het de bard aan 'decorum', en had hij te veel geschreven voor het ongeletterde, arme volk. Enerzijds roemde hij Shakespeares fantasie ("fancy"), anderzijds liepen zijn stukken volgens hem mank door onbezonnenheid en een 'onzuivere stijl.' Dryden ging zelfs zo ver om te stellen dat Shakespeares stukken allemaal herschreven zouden moeten worden, om ze te ontdoen van deze onzuiverheden en vulgariteiten. Tijdens de Engelse Restauratie werden effectief veel stukken herschreven om ze voor een opvoering geschikt te maken en te 'verfijnen'. Dryden bewijst hem wel eer, en beschrijft Shakespeare als een soort natuurlijk, ongeschoold genie:

Those who accuse him to have wanted learning, give him the greater commendation: he was naturally learn'd; he needed not the spectacles of Books to read Nature; he look'd inwards, and found her there.

Of Dramatick Poesie van John Dryden (1668)

Deze kritische opstelling persisteerde in de 18e eeuw, met Alexander Pope die in 1725 Shakespeares werk begon uit te geven, en Samuel Johnson die hetzelfde deed in 1765. Pope vond het echter nodig om Shakespeares taal te 'zuiveren' en allerlei correcties aan te brengen. Johnson van zijn kant deed hem recht als universeel schrijver van klassieke allure die de tand des tijds zou doorstaan.

Pas in de 19e eeuw zouden romantische critici zoals de Engelse dichter Samuel Taylor Coleridge Shakespeare op zijn eigen waarde beoordelen en roemen als creatief genie. In Duitsland beschouwde Goethe hem als een mystieke ziener en bard. Verschillende lovende kritieken spraken nu over Shakespeares vermogen om boeiende, complexe personages neer te zetten. Zo verscheen er van Maurice Morgann Essay on the Dramatic Character of Sir John Falstaff (1777). Toen in 1769 de beroemde acteur David Garrick in Stratford-upon-Avon de Shakespeare Jubilee inrichtte om Shakespeares verjaardag te vieren, werd Shakespeare Engelands meest gevierde en bekendste dichter.

Een van de invloedrijkste 20e-eeuwse Shakespeare-onderzoekers was A.C. Bradley. In lezingen en essays als Shakespearean Tragedy: Lectures on Hamlet, Othello, King Lear, Macbeth (1904) concentreerde hij zich op het karakter van de personages uit Shakespeares tragedies. Hij benadrukte vooral de samenhang tussen actie en karakter van de protagonisten in Shakespeares treurspelen.[1] Bradley wordt wel eens gezien als late exponent van de 19e-eeuwse Shakespeare-onderzoekers die zich vooral met karakter bezighielden, zoals de romantische schrijvers Samuel Taylor Coleridge en August Wilhelm von Schlegel.

Andere 20e-eeuwse onderzoekers bogen zich over alles wat te maken had met het theaterbedrijf tijdens de Engelse renaissance, zoals de fysieke constructie van het theater, het publiek en het acteren zelf. Alfred Harbage publiceerde bijvoorbeeld in 1941 Shakespeares Audience waarin hij stelde dat het bezoekend publiek bestond uit mensen van zeer verschillende sociale afkomst. Elk van deze en voornoemde standpunten en perspectieven werd trouwens door andere onderzoekers hevig bekritiseerd.

Harley Granville Barker (zelf een acteur en toneelschrijver) interesseerde zich evenals voorgaande onderzoekers in het karakter van Shakespeares personages, maar legde meer de nadruk op het samenspel tussen schrijver en acteurs bij het ontstaan van het stuk. Hij besteedde ook veel aandacht aan het ontbreken van vrouwelijke rollen in de tijd van Shakespeare en de daarmee samenhangende problemen voor de toneelauteur. Van zijn hand is de zesdelige reeks Prefaces to Shakespeare (1927-1974).

Legendarische Shakespeare-acteurs

Shakespeare zelf nam in zijn tijd zelden de hoofdrol voor zijn rekening. Hij speelde vaak de rol van een minder belangrijk personage. Zo is bekend dat hij in Hamlet de rol van het spook speelde. Bijzonder populaire 19e eeuwse vertolkers waren Ellen Terry en Henry Irving. Ook heel wat legendarische acteurs hebben zijn stukken op het witte doek gebracht. De bekendste hedendaagse Shakespeare-vertolkers zijn Laurence Olivier, John Gielgud, James McAvoy, Orson Welles, Kenneth Branagh, Emma Thompson, Mel Gibson, Leonardo DiCaprio, Claire Danes, Ian McKellen , Al Pacino , Gwyneth Paltrow, Judi Dench en Joseph Fiennes.

Verfilmingen

Veel van Shakespeares werken zijn (herhaaldelijk) verfilmd. De bekendste hiervan zijn:

De romantische komedie 'Shakespeare in Love' (1998, teksten van Marc Norman en Tom Stoppard, regie: John Madden) bevat vele verwijzingen naar zijn werk.

In Looking for Richard (1996), een documentaire van Al Pacino, probeert hij het stuk Richard III van Shakespeare te ontrafelen. Dit wordt gedaan via een (gedeeltelijke) vertolking van het stuk, en interpretaties van de teksten.

Shakespeare en muziek

Vele componisten werden geïnspireerd door leven en werk van William Shakespeare. Deze lijst geeft aan welke componist wat voor werk heeft gecomponeerd op welk werk van Shakespeare. Deze lijst is niet volledig.

  • Henry V
    • Saverio Mercadante – Opera, La gioventu di Enrico V
    • Ralph Vaughan-Williams – Incidental music
    • William Walton – Filmmuziek
  • The Merchant of Venice
    • Hector Berlioz - Les Troyens
    • Boris Blacher – Der Mohr von Venedig, Ballet in 8 Szenen, op.50
    • Mario Castelnuvo-Tedesco – Opera en Il mercante di Venezia, op.76 – Overture
    • Buhuslav Foerster – Opera (Jessika)
    • Engelbert Humperdinck – Incidental Music
    • Gösta Nystroem – Köpmannen i Venedig
    • Arthur Sullivan – Incidental music
    • Ralph Vaughan Williams – Serenade to Music
    • Johan Wagenaar – Opera
  • Much Ado About Nothing
    • Hector Berlioz – Béatrice et Bénédict, Opera comique
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Overture op.164
    • Erich Korngold – Toneelmuziek
    • Charles Villiers Stanford - Much Ado about nothing, op.76a (The marriage of a Hero), opera
  • Romeo and Juliet
    • Hector Berlioz – Symphonie Dramatique
    • Leonard Bernstein – West Side Story, Musical & Symphonic Dances from …
    • Boris Blacher – Kameropera
    • Charles Gounod – Opera
    • Dmitri Kabalevski – Toneelmuziek
    • Geoffrey Pierson – Overture
    • Sergej Prokofjev – Ballet
    • Joachim Raff – Overture
    • Wilhelm Stenhammar – Toneelmuziek
    • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – Overture
    • Dire Straits - Romeo and Juliet (Pop/Rock)
  • Twelfth Night
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – La dodicesima notte, op. 73, Ouverture
    • Alexander Mackenzie – Incidental music
    • Johan Wagenaar, Ouverture Driekoningenavond
  • The Tempest
    • Kurt Atterberg – Toneelmuziek
    • Lennox Berkeley – Incidental music
    • Hector Berlioz - Fantaisie sur la Tempête
    • Arthur Bliss – Incidental music
    • Ernest Chausson - Toneelmuziek voor 'La Tempête' (1888-89)
    • Engelbert Humperdinck – Toneelmuziek
    • Zdeněk Fibich – Symfonisch gedicht ‘Boure’ op. 46
    • Arthur Honegger – La tempête, prelude
    • Frank Martin – Opera & Suite uit de Opera ‘Der Sturm’
    • Gösta Nystroem – Toneelmuziek
    • Joseph Raff – Overture
    • Jean Sibelius – Toneelmuziek op. 119
    • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – Symfonische fantasie ‘Burya’ op. 18
    • Felix Weingartner – Der Sturm: Ouverture & Suite
    • Egon Wellesz – Prosperos Beschwörungen, 5 Symphonische Stücke op. 53

De Engelse jazz-zangeres Cleo Laine nam met haar man en bandleider John Dankworth in 1964 een succesvol album op met de titel Shakespeare and All that Jazz.

Populaire cultuur

Shakespeare en zijn pennenvruchten zijn - behalve nog steeds vertoonde en uitgegeven werken - ook inspiratie voor makers van allerlei vormen media in het heden die een iets andere draai geven aan de persoon en zijn verhalen. Bijvoorbeeld:

Nederlandse vertalingen en bewerkingen

  • De eerste complete vertaling van Leendert Burgersdijk werd uitgegeven bij Brill te Leiden in 1886.
  • Willy Courteaux vertaalde het volledige Verzameld Werk in de jaren tachtig van de 20e eeuw.
  • Tom Lanoye liet zich voor zijn moderne, gewaagde trilogie Ten Oorlog inspireren door Shakespeares koningsdrama's.
  • Jan Jonk vertaalde alle toneelstukken van Shakespeare in het Nederlands.
  • Arie van der Krogt vertaalde alle sonnetten van Shakespeare in het Nederlands.

Externe links

Nederlandstalig

Engelstalig

Beeld en geluid

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met William Shakespeare op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

Voetnoten

  1. º Dit denkbeeld dateert al uit de klassieke oudheid (Aristoteles' theorie over tragedie), en is nu nog steeds een breed gedragen credo bij moderne scenaristen en fictieschrijvers: een persoon is wat hij doet, of anders gezegd: karakter staat in functie van actie.
rel=nofollow

Literatuur

  • Shakespeare, William The Oxford Shakespeare - The Complete Works, Clarendon Press Oxford, 1994, ISBN 0-19-818284-8
rel=nofollow


rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow