Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Twintigste treinkonvooi

Uit Wikisage
Versie door IPA (overleg | bijdragen) op 6 okt 2019 om 16:38
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het XX-ste treinkonvooi was een transport tijdens de Tweede Wereldoorlog van 1631 Joodse gevangenen uit Kamp Mechelen in België die werden weggevoerd naar Auschwitz. Drie jonge Belgische mannen dwongen de trein tussen Boortmeerbeek en Haacht tot stoppen. Een deel van de gedeporteerden kon ontsnappen. Het was de grootste actie om Joden uit een trein naar Auschwitz te redden en ook een van de enige, buiten een dergelijke actie in Polen.

Achtergrond

In 1940 woonden er in België circa 70.000 Joden, van wie 46% met treinen gedeporteerd werd via de Dossinkazerne in Mechelen, België, en 5034 via het Franse Kamp Drancy nabij Parijs. Het Reichssicherheitshauptamt (RSHA) in Berlijn regelde het vorderen van de treinen bij de Belgische spoorwegen. De chef van de Dossin-kazerne liet het transport ter plaatse organiseren en liet papieren konvooilijsten in drievoud opstellen. Eén konvooilijst was voor de politieofficier die het konvooi begeleidde, één was voor het kamp te Mechelen en één voor de BSD-dienst te Brussel. Doordat de transportlijsten van Kamp Mechelen volledig zijn bewaard gebleven kon een volledig overzicht van de gedeporteerden worden opgesteld. Vanaf de zomer van 1942 tot de zomer 1944 verlieten achtentwintig treinkonvooien de Dossinkazerne en brachten zo 25.257 Joden en 351 Roma naar Oost-Europa. Hun bestemming was meestal Auschwitz.

Op 19 april 1943 vertrok het XX-ste konvooi met 1631 personen naar Duitsland. Het betrof een uitzonderlijk groot konvooi en het vervoer gebeurde voor de eerste maal met goederenwagons, waarbij de deuren werden vergrendeld met prikkeldraad. Bij vorige konvooien waren steeds derde klasse personenwagons gebruikt waardoor gedeporteerden makkelijk via de ramen konden ontvluchten. Meyer Tabakman schreef in een verzetskrantje een artikel over zijn ontsnapping uit het XIXe-treinkonvooi. Dit artikel inspireerde het verzet.

De Gestapo ontdekte erg laat dat er vermoedelijk verzetslieden in het konvooi zaten, die normaal niet meteen werden gedeporteerd maar overgebracht naar het Fort van Breendonk. De Gestapo voerde daarom tijdens de inscheping de gevangen verzetsleider Henri Dobrzynski in de hoop dat hij de verzetslieden zou aanduiden. De reeds zwaar gefolterde Dobrzynski weigerde iemand te verraden en werd enkele dagen later gefusilleerd.

De verzetsactie

Gewapend met één revolver, een stormlamp en rood papier dwongen Youra Livchitz (Georges Livchitz), Robert Maistriau en Jean Franklemon, oud-klasgenoten van het Atheneum te Ukkel, de Jodentrein te stoppen op de spoorlijn MechelenLeuven tussen Boortmeerbeek en Haacht. Dit is een uniek feit in de geschiedenis van de Holocaust. Nergens in Europa is tijdens de Tweede Wereldoorlog een bevrijdingsactie uitgevoerd op een Jodentransport. Het XX-ste konvooi werd begeleid door een commando van de Sicherheitspolizei dat speciaal uit Duitsland kwam. Het bestond uit één officier en 15 manschappen. Ondanks deze bewaking slaagde Maistriau erin één treinwagon te openen waaruit 17 gevangenen ontsnapten. In totaal konden 231 Joden ontsnappen, veel van hen ook zonder de hulp van de verzetsactie. Van hen werden 90 ontsnapte gedeporteerden weer gepakt en op een volgend transport gezet; 26 personen werden bij hun vlucht gedood en 115 gedeporteerden slaagden in hun ontsnapping. De jongste vluchteling was amper 11 jaar en heette Simon Gronowski. Ook Regine Krochmal, een achttienjarige verpleegster uit het verzet, wist te ontvluchten. Met een broodmes zaagde ze de houten stangen door die voor een luchtopening waren aangebracht, waarna ze uit de rijdende trein sprong in de buurt van Haacht. Beiden hebben de oorlog overleefd. De machinist van de trein tussen Tienen en Tongeren, Albert Dumon, speelde ook een belangrijke rol: hij wist dat mensen probeerden te ontsnappen en deed alles wat hij kon om hun vlucht gemakkelijker te maken, bv. door zo traag mogelijk te rijden.

Richting Auschwitz

Op 22 april 1943 kwam de trein aan te Auschwitz. Tijdens de selectie werd aan slechts 521 personen een stamnummer toegekend. Van hen zouden slechts 150 de oorlog overleven. De overige 1031 gedeporteerden uit dit transport verdwenen in de Holocaust. Aan de hand van een telegram van 29 april 1943 van het Reichssicherheitshauptamt aan E. Ehlers, SS-Obersturmbannführer en chef van de Sipo-SD in België, kan men veronderstellen dat er moeilijkheden waren bij de aankomst van dit transport. De geruchten over de Endlösung hebben klaarblijkelijk weerstand en opstandigheid opgeroepen bij de gedeporteerden. Heel wat gevangenen sprongen daarom uit de rijdende trein.

Na het XX-ste konvooi werden de Jodentransporten versterkt met soldaten uit de wachtcompagnie van de dienst te Brussel die meegingen tot aan de Duitse grens.

Terechtstelling

Youra Livschitz en zijn broer Alexander werden op 23 juni 1943 gearresteerd na verklikking. Ze kregen het doodvonnis, voltrokken op de Nationale Schietbaan (op resp. 17 en 10 februari 1944). Robert Maistriau en Jean Franklemon overleefden de oorlog.

Monument

Ter nagedachtenis van de weerstandsactie werd in 1993 een monument van beeldhouwer Etienne Desmet opgericht nabij het treinstation van Boortmeerbeek. Het monument kwam tot stand op initiatief van Maurice Tzwern en van het Joods Museum van Deportatie en Verzet te Mechelen. Fondsen kwamen van vrienden en instanties rond Maurice Tzwern, zoon van Hena Wasyng. Zij werd in Boortmeerbeek bevrijd uit het XXste transport. De Gentse beeldhouwer Etienne Desmet heeft een sobere zuil ontworpen van cortenstaal. De drie handen op de zuil zijn niet enkel een symbool van strijd tegen onverdraagzaamheid, discriminatie, geweld en marteling, maar ook van hoop en solidariteit. Het brengt in herinnering dat, louter om racistische redenen, over deze spoorlijn 25.257 Joden waaronder 5093 kinderen naar het concentratiekamp Auschwitz werden weggevoerd. Ook werden nog 351 Roma weggevoerd. Slechts 1205 personen keerden levend terug uit wat later in de geschiedenis van de 20e eeuw omschreven zou worden als de Holocaust. De dag van de weerstandsactie tegen het XX-ste konvooi is ook een symbolische dag omdat deze samenvalt met de opstand in het getto van Warschau, in Polen.

Geredde personen

Volgende personen te ontsnappen uit de trein:

  1. Meyer Tabakman (eerder al ontsnapt uit XIXe konvooi, uiteindelijk met het XXIIIe konvooi gedeporteerd naar en overleden in Auschwitz)

Volgende personen bevonden zich eveneens in het konvooi maar ontsnapten niet:

Boeken en film

  • In 2000 publiceerde de Duitse schrijfster Marion Schreiber het boek Stille Rebellen : Der Überfall auf den 20. Deportationszug nach Auschwitz. Dit is in het Nederlands vertaald door Jan Gielkens tot Stille rebellen, de overval op deportatietrein nr. 20 naar Auschwitz.
  • In 2004 was er in de toenmalige reeks Histories op Canvas een documentaire van Johan Opdebeeck i.s.m. Histories. Productie: Turnkey N.V. en Eye2Eye Media in coproductie met VRT, RTBF en EO, met steun van Fonds Film in Vlaanderen en CoBO.
  • De Belgische scenarist Kid Toussaint en zijn Spaanse tekenaar José Maria Beroy maakten er het stripverhaal Het Konvooi over.
  • Marc Michiels en Mark Van den Wijngaert publiceerden in 2012 Het XXste transport naar Auschwitz, de ongelijke strijd op leven en dood.

Zie ook

Externe links