Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ton Blommerde: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ton_Blommerde&oldid=55730225 -1- Symbos 24 feb 2020)
 
(Aanpassing)
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Beeldend kunstenaar Ton Blommerde.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, beeldend kunstenaar]]
'''<big>‘Now that I’ve got your attention…’</big>'''


Beeldend kunstenaar Ton Blommerde (1947-2005) werkte vooral in de beslotenheid van zijn ateliers. In ruim 40 jaar ontstond een oorspronkelijk, veelzijdig en bezield oeuvre waarvan af en toe iets in de openbaarheid kwam, maar dat vooral zijn woonhuis verrijkte. Ook na zijn dood.  
'''Ton (Antonie Pieter) Blommerde''' (Oudenbosch, 1946 - Amsterdam, 2005) was een Nederlandse schilder en beeldhouwer, die vooral werkte in de beslotenheid van zijn ateliers. In ruim veertig jaar ontstond een veelzijdig oeuvre.  


Ton hecht totaal niet aan prestige en faam, hij wil zich losschilderen. Hij haat het op opdrachtgevers jagende kunstbedrijf, dat de persoonlijke ontwikkeling van kunstenaars beïnvloedt of zelfs belemmert; hij wil zich absoluut niet gebonden weten aan verplichtingen jegens galeriehouders noch in een (verkoopbare) richting worden geduwd. Hij zoekt ruimte en vrijheid in en voor zijn werk, en creëert met zelfgekozen invloeden – alleen afhankelijk van zijn persoonlijke liefdes en lijden, van zijn passies en twijfels.
== Leven en werk ==


En dat kan mede omdat zijn grote liefde Milou Hermus wel naar buiten treedt en met haar kunst in een inkomen voorziet.
Zijn oom, beeldhouwer [[Jan de Baat]], stuurde hem op zijn 17de naar de kunstacademie St. Joost in Breda; op de afdeling Monumentaal maakte Blommerde ruimtelijke werken, maar schilderen en tekenen bleek zijn passie. Na het vierde jaar stapte hij over naar de Haarlemse [[Ateliers '63|Ateliers ’63]], waar hij in [[Edgar Fernhout]] een begeleider vond.  


Begin jaren 1970 werden Blommerde en levenspartner Milou Hermus tijdens een rondreis door de VS geconfronteerd met ''[[Redneck|rednecks]]'' en de angst die dergelijke groeperingen beheerst. De ervaringen concretiseerde Blommerde in wat hij de ‘wrede schilderijen’ noemde, en in de ''Vietnamserie'' (1978), die uitliep in twee reeksen zelfportretten vol wanhoop en ontsteltenis. De figuurstudies uit dezelfde periode tonen invloeden van [[Henri Matisse|Matisse]] en [[Pablo Picasso|Picasso]], maar met eenzelfde beklemming.


'''Ontwikkeling in het leven en werk'''


Het is zijn oom, beeldhouwer Jan de Baat, die de jonge Ton aanmoedigt: het teken- en schildertalent van zijn neef is groot genoeg voor een kunstvakopleiding, dus Ton gaat op zijn 17de naar de academie St. Joost in Breda. Daar ontmoet hij Milou, hun grote vriend Harry Boom en later ook hun vriendin Moniek Toebosch. De wederzijdse inspiraties zullen levenslang doorwerken.
In 1981 eiste een zware depressie bijna Blommerdes leven, de crisis werkte uiteindelijk als een catharsis en er volgden nog bijna twintig jaren met abstracte schilderijen van de Hollandse (water)landschappen, geïnspireerd op het [[Ilperveld]] waar hij een atelier had, en felgekleurde stillevens.


Ton begint op de afdeling Monumentaal en maakt vooral grote ruimtelijke werken – objecten en muurschilderingen – maar ontdekt gaandeweg dat schilderen en tekenen zijn grote passie is. Omdat St. Joost in die tijd geen autonome schilderafdeling heeft, stapt hij na het vierde jaar over naar de Haarlemse Ateliers ’63, waar hij onder leiding van Edgar Fernhout anderhalf jaar lang zijn schildertalent verder ontwikkelt.  
Blommerde heeft drie monumentale werken in de openbare ruimte neergezet, waaronder het [[Allendemonument]] (1975) in het Sloterpark in Amsterdam.


Hij krijgt van Jan de Baat de beschikking over een gedeelte van diens atelier aan de Lauriergracht in Amsterdam, waar hij ook gaat wonen.
In 2005 stapte Ton Blommerde op 59-jarige leeftijd uit het leven.
[[Bestand:Vroeg werk Ton Blommerde.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, Figuur]]
Zijn in de tijd van St. Joost de invloeden uit de Popart – het gebruik van lakverf in felle kleuren voor vastomlijnde figuren – duidelijk zichtbaar, bij Fernhout brengt hij (o.a. met krijt) tekenachtige elementen in zijn schilderijen.  


Tekst: Sylvia van de Garde=
{{authority control|TYPE=p|Wikidata= }}


Met de vrije jaren ’70 begint voor Ton en Milou het leven als zelfstandige kunstenaars. Ze vinden een atelierwoning in Amsterdam-Noord en werken daar hun ideeën uit.
{{DEFAULTSORT:Blommerde, Ton}}
 
[[Categorie:Nederlands beeldhouwer]]
In 1972 kunnen ze de woning voor een half jaar ruilen met een atelier in het dorp Taillefontaine in het glooiende en bosrijke deel van Noord-Frankrijk. Daar ontstaat Tons fascinatie met landschappen en landschapschilderen, die hij later in Den Ilp zo vernieuwend zal concretiseren. In deze Franse periode maakt hij vooral etsen en tekeningen.
[[Categorie:Nederlands kunstschilder]]
 
 
Een jaar later nodigt Cleve Kurtz, een bevriende Afro-Amerikaanse Vietnamveteraan die met een scolarship door Europa reist, hen uit in zijn huis op Rhode Island. Ze discussiëren lange avonden over de oorlog en zijn gruwelijke oorzaken en consequenties. Tijdens een rondreis door de VS worden Ton en Milou in North Carolina geconfronteerd met ''rednecks'' en de angst die dergelijke groeperingen beheerst. Ze blijven een half jaar in de VS, maar Ton zweert dat hij er nooit meer naar terug wil keren en zal woord houden.
 
De heftige ervaringen zijn cruciaal – en worden in Nederland geconcretiseerd in zijn werk en in zijn bibliotheek: met de opstandige schoonheid van Charles Bukowski, de broeierige wereld van Henry Roth, het ontluisterende ''Fear and Loathing in Las Vegas'' van Hunter S. Thompson, en met Primo Levi’s onvoorstelbare mededogen in ''Is dit een mens''…
 
Tons ''Vietnamserie'' ontstaat in 1978, maar al een jaar eerder begint hij in wat hij ‘wrede schilderijen’ noemt zijn ervaringen en gevoelens van zich af te tekenen; ze als het ware met angst en walging te sublimeren tot een aangrijpend radeloze maar functionele woede: wat is de mens in wezen? Ton heeft de werken later uit de spieramen gehaald en opgeborgen. Milou vond ze na zijn dood in een kast teru
[[Bestand:N 33 25x30 PHB0040.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, Zelfportret]]
De serie loopt uit in twee reeksen zelfportretten in datzelfde jaar respectievelijk twee jaar later: in de blik van elk van die zelven stralen ontsteltenis en wanhoop de kijker tegemoet
 
De latere serie vormt de aanloop naar vijf portretten van buurman en cellist Frank Quelhorst.
 
De figuurstudies uit dezelfde periode laten invloeden zien van Matisse en Picasso, maar met eenzelfde onbestemde beklemming: wordt er gedanst of bezworen? Raken de figuren elkaar liefdevol aan of laten ze elkaar niet los? Zijn ze vol vuur of al in rook opgegaan?
 
Na de (zelf)portretten lijken de figuurstudies lichter te worden, maar welbeschouwd laat de kunstenaar met zijn zoekende, bijna borende blik het model en zichzelf meer toe: hij schildert tot op het bot.
 
Tons grafische werk spiegelt in feite de ontwikkelingen in zijn schilderijen.
 
 
Sinds Frankrijk verlangt Blommerde naar een buitenatelier, en in 1981 huren ze een oude eierschuur in Den Ilp. Ton verbouwt die tot een prachtige werkplek waar ze twaalf jaar gebruik van mogen maken, en hier begint hij zijn verovering op het landschap.
[[Bestand:N 44 80X100 PHB0050.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, Landschap I]]
In 1982 kopen Ton en Milou een eigen pand. Er ontstaan twee ateliers, afgewisseld met leefetages. De verbouwing en aankleding worden kunstprojecten op zich; de haard is bijvoorbeeld ontworpen volgens het principe van de gulden snede.
 
Op of met materialen uit en rond het huis maakt Ton nieuwe werken. De grote tuin met zijn seizoenen is een inspiratiebron, de door kwade geesten uit de Tweede Wereldoorlog vervuilde kamer schildert hij met eigen werk schoon, en op de spiegel in zijn atelier schrijft hij de aanspraak op zichzelf die de titel van dit voorwoord is geworden.
 
 
Maar alle plannen en voorspoed kunnen hem niet met het leven verzoenen, en als Milou in 1983 terugkeert van een zakelijke reis naar New York, vertelt hij haar dat het genoeg is geweest: hij wil niet verder. Het is Harry Boom, de enige met wie Milou hierover kan praten, die hem van zijn voornemen weerhoudt.
[[Bestand:N 51 1987 hans en dien met lijst mei 2014 1646.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, Landschap II]]
 
 
Het lijkt alsof het onderkennen van zijn wanhoop de donkere luchten openscheurt: de crisis werkt als een catharsis. Er volgt een periode vol hernieuwde levenskracht en inzicht, met heel nieuw werk. Ton schildert zich los van lijven en trauma’s, brengt licht en structuur aan en weet landschap en natuur te pakken – lyrisch, poëtisch en diep – alsof hij eroverheen vliegt. Vol Hollandse kleuren, en met weinig middelen precies raak. Veelomvattend en onvergelijkelijk.
 
Er ontstaan landschapsschilderijen zoals hij ze niet anders heeft kunnen schilderen, en ook die noodzakelijkheid getuigt van zijn grote kunstenaarschap.
<br />
[[Bestand:N 75 100X90 DSC 3091.jpg|miniatuur|Ton Blommerde, Stilleven]]
Na deze expressieve periode lijkt de blik zich weer naar binnen te keren, maar dan maakt hij even vernieuwend vijf stillevens: felle kleurenstudies met zo veel innerlijk licht dat de weergegeven voorwerpen gaan zweven en bijna uit de voorstelling springen.
 
 
Het monumentale werk
 
Ton maakt zijn leven lang bijzondere objecten en driedimensionale werken, waarvan er in zijn huis veel zijn te vinden – zoals de ontroerende kast speciaal voor de zeven boeken van lievelingsauteur Henry Roth, en voor de ''Van Dale'' en de ''Webster'' een speciaal leestafelkastje.
 
Officieel heeft hij drie monumentale kunstwerken in de openbare ruimte neergezet:
 
• In opdracht van de Rijksgebouwendienst ontwerpt hij voor het Centrum voor Volwasseneneducatie in ’s Hertogenbosch een abstracte en reflecterende wandsculptuur van plexiglas en gepolijste en geëtste zinken platen.
 
• Twee jaar later monteert hij in eenzelfde centrum in Emmen drie monumentale koppen van geëtst en gepolijst zink tegen de ramen, en verbeeldt zo reflectie en overdracht.
 
• Vlak daarna ontwerpt hij het [[Allendemonument]] in Amsterdam: los gestapelde betonblokken in een gebroken spiraal van klinkers op de grond, geïnspireerd op de oude Mayacultuur en op Keltische geogliefen. De rode beukenhagen verbeelden het stadion waarin Allendes medestanders werden opgesloten en gemarteld.
 
 
'''Het volle leven en de volle dood'''
 
Het leven van Ton en Milou kenmerkt zich door wederzijdse inspiratie en beïnvloeding, en dat wordt versterkt als ook Milou abstract gaat werken. Ton kan bezield vertellen over hoe je componeert, hoe je kunt kijken en kiezen, hoe kleur werkt, en diepte. Vaak ontdekken ze later dat ze in eenzelfde periode door dezelfde kleur gefascineerd zijn geweest.
 
Maar zijn lichaam ondermijnt Tons artistieke vermogen. Hij wordt ziek en lijdt pijn.
 
De laatste tien jaren lijkt hij werkelijk uitgeschilderd. Hij verzorgt de nalatenschap van zijn vriend Harry Boom, en precies tien jaar na diens dood stapt Ton Blommerde uit zijn aan kunst en liefde gewijde leven.
 
Hij laat meer dan een leegte achter. 
{{Appendix|Tekst: Sylvia van de Garde|Tekst: Sylvia van de Garde=}}<br />

Huidige versie van 9 mrt 2020 om 18:25

Ton (Antonie Pieter) Blommerde (Oudenbosch, 1946 - Amsterdam, 2005) was een Nederlandse schilder en beeldhouwer, die vooral werkte in de beslotenheid van zijn ateliers. In ruim veertig jaar ontstond een veelzijdig oeuvre.  

Leven en werk

Zijn oom, beeldhouwer Jan de Baat, stuurde hem op zijn 17de naar de kunstacademie St. Joost in Breda; op de afdeling Monumentaal maakte Blommerde ruimtelijke werken, maar schilderen en tekenen bleek zijn passie. Na het vierde jaar stapte hij over naar de Haarlemse Ateliers ’63, waar hij in Edgar Fernhout een begeleider vond.

Begin jaren 1970 werden Blommerde en levenspartner Milou Hermus tijdens een rondreis door de VS geconfronteerd met rednecks en de angst die dergelijke groeperingen beheerst. De ervaringen concretiseerde Blommerde in wat hij de ‘wrede schilderijen’ noemde, en in de Vietnamserie (1978), die uitliep in twee reeksen zelfportretten vol wanhoop en ontsteltenis. De figuurstudies uit dezelfde periode tonen invloeden van Matisse en Picasso, maar met eenzelfde beklemming.


In 1981 eiste een zware depressie bijna Blommerdes leven, de crisis werkte uiteindelijk als een catharsis en er volgden nog bijna twintig jaren met abstracte schilderijen van de Hollandse (water)landschappen, geïnspireerd op het Ilperveld waar hij een atelier had, en felgekleurde stillevens.

Blommerde heeft drie monumentale werken in de openbare ruimte neergezet, waaronder het Allendemonument (1975) in het Sloterpark in Amsterdam.

In 2005 stapte Ton Blommerde op 59-jarige leeftijd uit het leven.

Tekst: Sylvia van de Garde=
rel=nofollow