Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rosa Keck: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9: Regel 9:
Keck werd op 25 november 1927 in [[Duderstadt]] gedactyloscopeerd omdat ze niet beschikte over identificatiepapieren. Op 3 mei 1929 werd ze in [[Soltau]] opnieuw gedactyloscopeerd en gefotografeerd, ditmaal was ze gearresteerd wegens bedelarij. op 21 april 1936 werd ze [[Peckelsheim]] gearresteerd wegens bedelarij en inbreuken op de arbeidswetgeving. Op 16 mei 1936 werd ze in [[Marburg An Der Lahn]] aangehouden voor heling.
Keck werd op 25 november 1927 in [[Duderstadt]] gedactyloscopeerd omdat ze niet beschikte over identificatiepapieren. Op 3 mei 1929 werd ze in [[Soltau]] opnieuw gedactyloscopeerd en gefotografeerd, ditmaal was ze gearresteerd wegens bedelarij. op 21 april 1936 werd ze [[Peckelsheim]] gearresteerd wegens bedelarij en inbreuken op de arbeidswetgeving. Op 16 mei 1936 werd ze in [[Marburg An Der Lahn]] aangehouden voor heling.


===Onduidelijke periode===
===Emigratie===
Het is onduidelijk of Keck wanneer Duitsland verliet en of dit was wegens haar aanvaringen met de Duitse politie, of omwille van de opmars van het [[nazisme]] en het in 1938 van het door [[Heinrich Himmler]] uitgevaardigde Decreet ter bestrijding van de Zigeunerwanpraktijken.  
Het is onduidelijk of Keck wanneer Duitsland verliet en of dit was wegens haar aanvaringen met de Duitse politie, of omwille van de opmars van het [[nazisme]] en het in 1938 van het door [[Heinrich Himmler]] uitgevaardigde Decreet ter bestrijding van de Zigeunerwanpraktijken.  


Regel 16: Regel 16:
In België bediende ze zich van de alias Margareta Boto, die geboren zou zijn in [[Boedapest]] in 1910 en die de [[Hongaarse]] nationaliteit zou bezitten. Ook hier is niet helemaal duidelijk waarom ze deze alias gebruikte.
In België bediende ze zich van de alias Margareta Boto, die geboren zou zijn in [[Boedapest]] in 1910 en die de [[Hongaarse]] nationaliteit zou bezitten. Ook hier is niet helemaal duidelijk waarom ze deze alias gebruikte.


===1938 tot Tweede Wereldoorlog===
===Naar België===
Op 15 september 1938 kwam ze, onder de alias Boto, voor de eerste keer in contact met de Belgische autoriteiten toen ze werd toen gearresteerd voor het doorkruisen van het land zonder geldige verblijfpas. Volgens latere verklaringen verbleef ze al ongeveer een half jaar in het land. Ze werd opgesloten in de gevangenis van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]. Keck verklaarde geen idee te hebben naar waar haar reis leidde. Het is onduidelijk of dit werkelijk het geval was, of een manier om zich in te dekken tegen toekomstige vervolging door de Belgische overheid, die de Duitse vluchtelingen niet genegen was. Op 24 september ontving ze in de gevangenis een 'ontslagbewijs', een document dat haar vrijlating beval en haar 48u de tijd gaf het land te verlaten.
Op 15 september 1938 kwam ze, onder de alias Boto, voor de eerste keer in contact met de Belgische autoriteiten toen ze werd toen gearresteerd voor het doorkruisen van het land zonder geldige verblijfpas. Volgens latere verklaringen verbleef ze al ongeveer een half jaar in het land. Ze werd opgesloten in de gevangenis van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]. Keck verklaarde geen idee te hebben naar waar haar reis leidde. Het is onduidelijk of dit werkelijk het geval was, of een manier om zich in te dekken tegen toekomstige vervolging door de Belgische overheid, die de Duitse vluchtelingen niet genegen was. Op 24 september ontving ze in de gevangenis een 'ontslagbewijs', een document dat haar vrijlating beval en haar 48u de tijd gaf het land te verlaten.


Regel 44: Regel 44:
Op 29 september 1939 werd aan het ministerie van Justitie voorgesteld haar hele familie vrij te laten met het bevel ze binnen de acht dagen het land te verlaten. Dit werd aanvaard door het ministerie.  Op 11 september deelde het interneringscentrum van Merksplas met dat haar broer Rieza Boto op het einde van de maand zou worden vrijgelaten.
Op 29 september 1939 werd aan het ministerie van Justitie voorgesteld haar hele familie vrij te laten met het bevel ze binnen de acht dagen het land te verlaten. Dit werd aanvaard door het ministerie.  Op 11 september deelde het interneringscentrum van Merksplas met dat haar broer Rieza Boto op het einde van de maand zou worden vrijgelaten.


Keck werd via de [[Kazerne Dossin]] gedeporteerd naar het [[concentratiekamp]] van [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]].
 
==Vrijlating==
Op 13 oktober 1939 schreefde [[Rijkswacht]] van [[Genk]] een brief aan de minister, waarin werd meegedeeld dat een groep zigeuners, waaronder Rosa Keck, aand e grens met NEderland was tegengehouden door de Nederlanders omdat de groep onvoldoende legitimatiepapieren had en onvoldoende middelen om in het levensbehoud te voorzien. De groep verbleef daarop onder bewaking in een woonwagen in Genk tot er meer duidelijkheid zou komen.
 
 
==Tweede Wereldoorlog==
Keck werd via de [[Kazerne Dossin]] gedeporteerd naar het [[concentratiekamp]] van [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]].<ref>[https://www.romarchive.eu/en/collection/p/rosa-keck/ Rosa Keck], Romarchive</ref>


{{Appendix}}
{{Appendix}}

Versie van 8 jun 2022 19:59

MEEE BEZIGGGGG

Rosa Keck alias Margareta Boto (Krebeck 1910 - ?) was een Sinti-vrouw (met vermoedelijk de Duitse nationaliteit) die de holocaust overleefde.[1][2][3]

Levensloop

In Duitsland

Rosa Keck had twee kinderen die in Duitsland werden geboren : Rudolf (Deutz, 1932) en Sophia (Kreuznach, 1935). Keck had minstens een zus en twee broers. Als zigeunerin werden haar gegevens minder goed bijgehouden, en hechtte ze zelf ook minder belang aan documenten.

Keck werd op 25 november 1927 in Duderstadt gedactyloscopeerd omdat ze niet beschikte over identificatiepapieren. Op 3 mei 1929 werd ze in Soltau opnieuw gedactyloscopeerd en gefotografeerd, ditmaal was ze gearresteerd wegens bedelarij. op 21 april 1936 werd ze Peckelsheim gearresteerd wegens bedelarij en inbreuken op de arbeidswetgeving. Op 16 mei 1936 werd ze in Marburg An Der Lahn aangehouden voor heling.

Emigratie

Het is onduidelijk of Keck wanneer Duitsland verliet en of dit was wegens haar aanvaringen met de Duitse politie, of omwille van de opmars van het nazisme en het in 1938 van het door Heinrich Himmler uitgevaardigde Decreet ter bestrijding van de Zigeunerwanpraktijken.

Keck verklaarde in 1938 aan de Belgische overheid dat ze drie jaar in Nederland had gewoond (onder meer in Eindhoven), en ervoor nog enige maanden in Frankrijk (regio Metz - Nancy). Deze chronologie kan niet kloppen: Keck was in 1936 nog in Duitsland (zie hoger) en duikt op in de Belgische archieven in 1938.

In België bediende ze zich van de alias Margareta Boto, die geboren zou zijn in Boedapest in 1910 en die de Hongaarse nationaliteit zou bezitten. Ook hier is niet helemaal duidelijk waarom ze deze alias gebruikte.

Naar België

Op 15 september 1938 kwam ze, onder de alias Boto, voor de eerste keer in contact met de Belgische autoriteiten toen ze werd toen gearresteerd voor het doorkruisen van het land zonder geldige verblijfpas. Volgens latere verklaringen verbleef ze al ongeveer een half jaar in het land. Ze werd opgesloten in de gevangenis van Antwerpen. Keck verklaarde geen idee te hebben naar waar haar reis leidde. Het is onduidelijk of dit werkelijk het geval was, of een manier om zich in te dekken tegen toekomstige vervolging door de Belgische overheid, die de Duitse vluchtelingen niet genegen was. Op 24 september ontving ze in de gevangenis een 'ontslagbewijs', een document dat haar vrijlating beval en haar 48u de tijd gaf het land te verlaten.

Op 28 september 1938 werd ze door Nederland uitgewezen als 'vreemdeling' die geen bestaansmiddelen had.

Op 4 oktober werd ze wegens landloperij gearresteerd door de rijkswacht van Oud-Turnhout en samen met haar moeder en haar oudste kind werd ze opnieuw opgesloten in de gevangenis van Antwerpen tot ze op 12 oktober werd opgevangen in het 'Rijksweldadigheidsgesticht’ in Sint-Andries. Hier beweerde ze weduwe te zijn. Op 9 november werden zijzelf en haar gezin door de Belgische overheid voor het eerst beschreven als zigeunerin, wat haar dekmantel wegnam toen de Duitsers een jaar later België bezetten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Wegens haar aanhouding voor landloperij werden in november 1938 ook haar foto en vingerafdrukken genomen en bezorgd aan verschillende buitenlandse politiediensten. De Duitse politiediensten deelden mee dat ze een dossier hadden over Rosa Keck, en toen pas werd haar ware naam bekend bij de Belgische overheid, alsook haar gerechtelijke verleden in Duitsland.

Ze schreef meerdere brieven aan de Belgische minister van justitie, een eerste op 17 februari 1939 waarin ze haar vrijlating bepleitte en de wil uitdrukte om naar Frankrijk te trekken zodat haar familie herenigd kon worden, haar Haar vader en twee broers verbleven op dat moment echter in Merksplas.

In een tweede brief, d.d. 6 maart 1939, schreef ze dat in Nederland was voor het huwelijk van haar zus in Boxtel en dat ze naar haar uitwijzingsbevel van september 1938 had geprobeerd het land te verlaten, maar dat Belgische soldaten tot zes maal toe hadden geweigerd door te laten aan de grensovergang in Kapellen. Op 18 maart schreef ze nog een brief.

In hoeverre de feiten die ze vernoemde in haar brieven correct zijn is moeilijk te achterhalen, waarschijnlijk schreef ze een mix neer van halve waarheden en feiten, gezien ze als Sinti de overheid wantrouwde.

Pas op 8 april 1939 meldde het opvangtehuis aan het ministerie van justitie dat Keck, haar moeder en haar dochter hun echte namen bekend hadden gemaakt. (Keck zou echter de naam Boto blijven gebruiken tot na haar vrijlating). Het ministerie besliste op 26 april 1939 dat Keck het land moest verlaten en nooit mocht terugkeren. Ze viel in de categorie ‘vreemdelingen gekend onder de naam van raszwervers die zoo fel gevreesd worden door de inwoners van het platteland.

Op 21 mei 1939 was ze nog steeds niet vrijgelaten en schreef ze een vierde brief aan de minister van Justitie met een verzoek om vrijlating, ze schreef (opnieuw) over de gezondheidtoestand van haar ouders en dat haar broers in België werkten bij boeren.

Op 12 juni 1939 stelde deurwaarder Omer Van Houtte een document op waarin Keck verklaarde na haar vrijlating het land onmiddellijk te verlaten en nooit meer terug te keren. Ze vroeg om via Quiévrain naar Frankrijk te mogen trekken. Ze had verwacht op 21 juni haar vrijlatingsdocumenten te ontvangen maar omdat deze niet arriveerden schreef ze op 26 juni 1939 opnieuw een brief aan de minister van justitie.

Het Belgische beleid werd in die periode steeds repressiever tegen buitenlandse vluchtelingen, maar tegelijk werden ze niet meer uitgewezen naar Duitsland. Dit verklaart allicht waarom Keck maar niet vrijkwam, en in september 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Op 7 september 1939 schreef de minister dat gelet op [oorlogs]omstandigheden een vrijlating niet aangewezen was maar dat haar situatie herbekeken moest worden.

Het Brugse opvangtehuis meldde echter op 19 september 1939 dat haar internering op 3 oktober ten einde liep en dat moest worden onderzocht of ze over voldoende financiële middelen beschikte. Keck van haar kant schreef dat ze naar Nederland wilde trekken (waarom ze van land veranderde is onduidelijk, mogelijk speelde de oorlogsomstandigheden een rol).

Op 29 september 1939 werd aan het ministerie van Justitie voorgesteld haar hele familie vrij te laten met het bevel ze binnen de acht dagen het land te verlaten. Dit werd aanvaard door het ministerie. Op 11 september deelde het interneringscentrum van Merksplas met dat haar broer Rieza Boto op het einde van de maand zou worden vrijgelaten.


Vrijlating

Op 13 oktober 1939 schreefde Rijkswacht van Genk een brief aan de minister, waarin werd meegedeeld dat een groep zigeuners, waaronder Rosa Keck, aand e grens met NEderland was tegengehouden door de Nederlanders omdat de groep onvoldoende legitimatiepapieren had en onvoldoende middelen om in het levensbehoud te voorzien. De groep verbleef daarop onder bewaking in een woonwagen in Genk tot er meer duidelijkheid zou komen.


Tweede Wereldoorlog

Keck werd via de Kazerne Dossin gedeporteerd naar het concentratiekamp van Auschwitz.[4]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow