Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Milton H. Erickson: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 31: Regel 31:
Het is aan Erickson te danken dat hypnose in de psychotherapie weer meer werd ingezet, sinds het door de afwijzing van [[Sigmund Freud]] lange tijd naar de achtergrond was verdrongen. Hij ontwikkelde een nieuw beginsel. Deze legt de nadruk op de individualiteit van elke afzonderlijke cliënt of patiënt, met daaruit volgend de noodzaak elk passend begin en toegang te vinden. Dit beginsel stond in contrast met de gestandaardiseerde en autoritaire methodes die tot in de 50er en 60er jaren van de 20e eeuw heersten. Erickson legde verder de nadruk op de positieve rol van het onbewuste. Anders dan bij Freud is voor Erickson het onbewuste een onuitputtelijke bron van creatieve zelfheling. Het onbewuste is het toevluchtsoord van zelden gebruikte ervaringen van mensen. De bedoeling van Ericksons aanpak is, de capaciteit van het bewustzijn, dat beperkt wordt door starre denkpatronen, te vergroten door de hypnotiseur toe te staan speciale verbale en non-verbale technieken te gebruiken om het onbewuste het voortouw te laten nemen. Gelijktijdig wordt het bewustzijn ingezet de onbewuste zelfhelende krachten en creatieve bronnen te accepteren en te integreren.
Het is aan Erickson te danken dat hypnose in de psychotherapie weer meer werd ingezet, sinds het door de afwijzing van [[Sigmund Freud]] lange tijd naar de achtergrond was verdrongen. Hij ontwikkelde een nieuw beginsel. Deze legt de nadruk op de individualiteit van elke afzonderlijke cliënt of patiënt, met daaruit volgend de noodzaak elk passend begin en toegang te vinden. Dit beginsel stond in contrast met de gestandaardiseerde en autoritaire methodes die tot in de 50er en 60er jaren van de 20e eeuw heersten. Erickson legde verder de nadruk op de positieve rol van het onbewuste. Anders dan bij Freud is voor Erickson het onbewuste een onuitputtelijke bron van creatieve zelfheling. Het onbewuste is het toevluchtsoord van zelden gebruikte ervaringen van mensen. De bedoeling van Ericksons aanpak is, de capaciteit van het bewustzijn, dat beperkt wordt door starre denkpatronen, te vergroten door de hypnotiseur toe te staan speciale verbale en non-verbale technieken te gebruiken om het onbewuste het voortouw te laten nemen. Gelijktijdig wordt het bewustzijn ingezet de onbewuste zelfhelende krachten en creatieve bronnen te accepteren en te integreren.


Erickson had een grote invloed op de therapeuten van zijn tijd en later. Hij beïnvloedde [[Jay Haley]], Paul Watzlawick, John Weakland en met hen de hele Palo Alto groep. Hij heeft ook invloed gehad op de toen opkomende [[gezinstherapie]] en vele scholen van [[systeemtherapie]], met name de oplossingsgerichte benadering van Steve de Shazer en Insoo Kim Berg, de provocatieve therapie van Frank Farrelly en de Systemische Structurele Constellaties van Insa Sparrer en Matthias Varga von Kibéd. De grondleggers van het [[Neuro-Linguïstisch Programmeren]] (NLP), [[Richard Bandler]] en [[John Grinder]], bestudeerden en kopieerden zijn techniek – en die van Fritz Perls en Virginia Satir – om op basis daarvan NLP op te bouwen. Ze beschreven de manier waarop Erickson met hypnotische taal werkte in een eigen model, het [[Milton-model]].
Erickson had een grote invloed op de therapeuten van zijn tijd en later. Hij beïnvloedde [[Jay Haley]], Paul Watzlawick, John Weakland en met hen de hele Palo Alto groep. Hij heeft ook invloed gehad op de toen opkomende [[gezinstherapie]] en vele scholen van [[systeemtherapie]], met name de oplossingsgerichte benadering van Steve de Shazer en Insoo Kim Berg, de [[provocatieve therapie]] van Frank Farrelly en de Systemische Structurele Constellaties van Insa Sparrer en Matthias Varga von Kibéd. De grondleggers van het [[Neuro-Linguïstisch Programmeren]] (NLP), [[Richard Bandler]] en [[John Grinder]], bestudeerden en kopieerden zijn techniek – en die van Fritz Perls en Virginia Satir – om op basis daarvan NLP op te bouwen. Ze beschreven de manier waarop Erickson met hypnotische taal werkte in een eigen model, het [[Milton-model]].


Al tijdens zijn leven had Erickson de faam verworven van een zeldzaam meester in de hypnose. Door zijn reputatie kwam hij zelfs op het titelblad van de Times. Zijn talrijke wetenschappelijke publicaties hebben de opvattingen over hypnose fundamenteel veranderd. Jeff Zeig en Ernest Rossi waren gedurende vele jaren zijn leerlingen en hebben samen met hem enkele boeken gepubliceerd. Erickson had ook professionele contacten met [[Aldous Huxley]], met wie hij de grensgebieden van de psychologie onderzocht.
Al tijdens zijn leven had Erickson de faam verworven van een zeldzaam meester in de hypnose. Door zijn reputatie kwam hij zelfs op het titelblad van de Times. Zijn talrijke wetenschappelijke publicaties hebben de opvattingen over hypnose fundamenteel veranderd. Jeff Zeig en Ernest Rossi waren gedurende vele jaren zijn leerlingen en hebben samen met hem enkele boeken gepubliceerd. Erickson had ook professionele contacten met [[Aldous Huxley]], met wie hij de grensgebieden van de psychologie onderzocht.

Huidige versie van 6 nov 2020 om 00:55

Milton Hyland Erickson (Aurum (Nevada), VS, 5 december 1901Phoenix, (Arizona), VS, 25 maart 1980) was een Amerikaanse psychiater en psychotherapeut die de moderne hypnose toonaangevend vormde en het gebruik ervan in de psychotherapie invoerde.

Leven

Milton Erickson werd als tweede van negen kinderen uit het echtpaar Albert en Clara Erickson geboren. Zijn vader was een kind van Noorse immigranten en zijn moeder kwam uit een van oudsher gevestigd gezin uit New England.

Op zijn vijfde trok het gezin naar Lowell (Wisconsin) waar hij de basisschool en, in het nabij gelegen Wishfield, de high school volgde. Hij leed aan dyslexie. Zijn bijnaam was toen Dictionary wat verwees naar zijn gebrek te kunnen omgaan met het woordenboek. Zo las hij het woordenboek altijd vanaf het begin wanneer hij een begrip zocht. Hij gold lange tijd als achtergebleven. Zijn dyslexie bleek hij te kunnen overwinnen wanneer hij het oefende om moeilijke letters in hallucinatie voor zich te zien.

Kort na het afronden van de high school kreeg Erickson in 1919 polio. Hij raakte in coma en aanvankelijk dacht men dat hij het niet zou overleven. Drie dagen later kwam hij weer bij bewustzijn, volkomen verlamd. Niet in staat zich te bewegen, zat hij later in een schommelstoel. De grondige wens uit een raam te kunnen kijken leidde ertoe, dat hij de schommelstoel licht bewoog. Deze ideomotorische belevenis motiveerde hem verder te oefenen. Met verdere hallucinatoire voorstellingen lukte het hem dat zijn verlamde spieren in contact kwamen met de zenuwen. Een klein jaar later lukte het hem om zich op krukken voort te bewegen en bezocht hij de Universiteit van Wisconsin.

In tegenstelling tot het doktersadvies om te rusten, had hij zich op weg gemaakt in een intussen legendarische lange kanotrip van 1200 mijl op de Mississippi. Daarmee verwierf zijn lichamelijke kracht opnieuw grote vooruitgang. Twee jaar later kon hij weer zonder krukken lopen; alleen een hinken aan de rechterkant bleef.

In het tweede jaar op de universiteit kwam hij in contact met hypnose. Hij was gefascineerd van de mogelijkheden en werkte aan één stuk verschillende technieken uit en onderzocht de beïnvloedingsmogelijkheden van mensen. In tegenstelling tot de destijds heersende dogma’s, werkte Erickson individualiseerbare methoden uit.

Hij trouwde voor de eerste keer in 1925 en kreeg in dit huwelijk drie kinderen. Hij scheidde in 1935. Korte tijd later leerde hij Betty kennen en trouwde met haar in 1936. Uit dit huwelijk kwamen vijf kinderen voort.

In 1928 sloot hij zijn studie af met een Master of Arts in de psychologie en een Doctoraat in de medicijnen. Tussen 1930 en 1934 had hij verschillende posities tot aan leidend psychiater van het Worcester State Hospital in Massachusetts. Hier kon hij verder werken aan hypnose en kon hij de inzetmogelijkheden ervan onderzoeken.

Van 1934 tot 1948 had hij een gewoon hoogleraarschap voor psychiatrie aan de medische faculteit van de Wayne State Universiteit in Detroit, Michigan. In 1939 ontving hij het getuigschrift van medisch specialist voor de psychiatrie.

In 1947 liep hij een verwonding op na een val van de fiets. Ondanks dat hij bekend was met de allergische reactie op de entstof, liet Erickson zich vanwege het gevaar voor tetanus inenten. Het gevolg was een anafylactische shock die hij ternauwernood overleefde. Vervolgens kreeg hij een zware allergie tegen pollen die hem tot verhuizing dwong naar het mildere klimaat van Phoenix (Arizona). Hier zette hij een particuliere praktijk op. Hij kreeg last van nog andere allergieën, tegen huisstof en verschillende levensmiddelen en voerde zijn praktijk daarom direct vanuit zijn eigen huis.

In 1953 kreeg hij last van postpoliosyndroom. Hij ging naar Maryland. Voor zover dat mogelijk was, zette hij echter zijn uitgebreide schrijfactiviteiten en lezingenreeksen voort. Hij werkte toen intensief samen met Jay Haley, Gregory Bateson, Margaret Mead, Lawrence Kubie en John Weakland.

In 1957 richtte Erickson het Amerikaans Genootschap voor Klinische Hypnose op en nam daarvan het voorzitterschap op zich. Van 1958 tot 1968 bracht hij het American Journal of Clinical Hypnosis uit.

Vanwege zijn toenemend verslechterende gezondheidstoestand brak hij in 1969 zijn voordrachts- en reisactiviteiten af; in 1974 gaf hij ook zijn privépraktijk op. Vanaf 1976 kreeg hij voor de derde keer polio met spieruitval en meervoudige pijntoestanden. Vanaf die tijd was hij aan de rolstoel gebonden en was zijn gezicht voor de helft verlamd. Op 25 maart 1980 overleed Milton Erickson op 78-jarige leeftijd in zijn huis in Phoenix.

Verwezenlijkingen

De bewusteloosheid die veroorzaakt werd door zijn ziekte, noemde hij later het begin van zijn interesse in trancetoestanden. De herstelfase zonder hoop op volledige genezing, benutte Erickson juist om gedeeltelijke dissociatie te oefenen.

Het is aan Erickson te danken dat hypnose in de psychotherapie weer meer werd ingezet, sinds het door de afwijzing van Sigmund Freud lange tijd naar de achtergrond was verdrongen. Hij ontwikkelde een nieuw beginsel. Deze legt de nadruk op de individualiteit van elke afzonderlijke cliënt of patiënt, met daaruit volgend de noodzaak elk passend begin en toegang te vinden. Dit beginsel stond in contrast met de gestandaardiseerde en autoritaire methodes die tot in de 50er en 60er jaren van de 20e eeuw heersten. Erickson legde verder de nadruk op de positieve rol van het onbewuste. Anders dan bij Freud is voor Erickson het onbewuste een onuitputtelijke bron van creatieve zelfheling. Het onbewuste is het toevluchtsoord van zelden gebruikte ervaringen van mensen. De bedoeling van Ericksons aanpak is, de capaciteit van het bewustzijn, dat beperkt wordt door starre denkpatronen, te vergroten door de hypnotiseur toe te staan speciale verbale en non-verbale technieken te gebruiken om het onbewuste het voortouw te laten nemen. Gelijktijdig wordt het bewustzijn ingezet de onbewuste zelfhelende krachten en creatieve bronnen te accepteren en te integreren.

Erickson had een grote invloed op de therapeuten van zijn tijd en later. Hij beïnvloedde Jay Haley, Paul Watzlawick, John Weakland en met hen de hele Palo Alto groep. Hij heeft ook invloed gehad op de toen opkomende gezinstherapie en vele scholen van systeemtherapie, met name de oplossingsgerichte benadering van Steve de Shazer en Insoo Kim Berg, de provocatieve therapie van Frank Farrelly en de Systemische Structurele Constellaties van Insa Sparrer en Matthias Varga von Kibéd. De grondleggers van het Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP), Richard Bandler en John Grinder, bestudeerden en kopieerden zijn techniek – en die van Fritz Perls en Virginia Satir – om op basis daarvan NLP op te bouwen. Ze beschreven de manier waarop Erickson met hypnotische taal werkte in een eigen model, het Milton-model.

Al tijdens zijn leven had Erickson de faam verworven van een zeldzaam meester in de hypnose. Door zijn reputatie kwam hij zelfs op het titelblad van de Times. Zijn talrijke wetenschappelijke publicaties hebben de opvattingen over hypnose fundamenteel veranderd. Jeff Zeig en Ernest Rossi waren gedurende vele jaren zijn leerlingen en hebben samen met hem enkele boeken gepubliceerd. Erickson had ook professionele contacten met Aldous Huxley, met wie hij de grensgebieden van de psychologie onderzocht.

Milton H. Erickson overleed in maart 1980 op 78-jarige leeftijd. Hij liet een weduwe achter, Elizabeth, en vier zonen en vier dochters. In zijn overlijdensjaar werd ter ere van hem de Milton Erickson Foundation opgericht, die tot op heden in Phoenix het meest omvangrijke archief van zijn werk herbergt.

Bibliografie

Erickson was een productieve schrijver, vaak in samenwerking met anderen. Zijn voornaamste medewerker was Ernest L. Rossi.

Zijn boeken omvatten:

Zijn klinische papers zijn verzameld in een vierdelig werk:

  • Collected Papers on Hypnosis: Volume 1 – Nature of Hypnosis and Suggestion ISBN 0-8290-1206-0 (Ernest L. Rossi, redacteur)
  • Collected Papers on Hypnosis: Volume 2 – Sensory, Perceptual and Psychophysiological Processes ISBN 0-8290-1207-9 (Ernest L. Rossi, redacteur)
  • Collected Papers on Hypnosis: Volume 3 – Hypnotic Investigation of Psychodynamic Processes ISBN 0-8290-1208-7 (Ernest L. Rossi, redacteur)
  • Collected Papers on Hypnosis: Volume 4 – Innovative Hypnotherapy ISBN 0-8290-1209-5 (Ernest L. Rossi, redacteur)

NB: deze vier werken zijn soms digitaal beschikbaar gemaakt onder de misleidende en incorrecte naam ’Complete Works’.

Sommige boeken bevatten transcripties van zijn lezingen en seminars:

  • My Voice Will Go With You – The Teaching Stories of Milton H. Erickson ISBN 0-393-30135-4 (Sydney Rosen, redacteur)
  • Seminars, Workshops and Lectures of Milton H. Erickson Volume 1 – Healing in Hypnosis ISBN 1-85343-405-1 (Margaret O. Ryan & Florence Sharp, redacteurs)
  • Seminars, Workshops and Lectures of Milton H. Erickson Volume 2 – Life Reframing in Hypnosis ISBN 0-8290-1581-7 (Florence Sharp, redacteur)
  • Seminars, Workshops and Lectures of Milton H. Erickson Volume 3 – Mind-Body Communication in Hypnosis ISBN 0-8290-1805-0 (Ernest L. Rossi, redacteur)
  • Seminars, Workshops and Lectures of Milton H. Erickson Volume 4 – Creative choice in Hypnosis ISBN 0-8290-2418-2 (Ernest L. Rossi, Margaret O. Ryan)

Andere werken die specifieke delen van Ericksons output verzamelen:

  • The Wisdom of Milton H Erickson: The Complete Volume ISBN 1-904424-17-1 (Ronald A. Havens, redacteur)
  • An Uncommon Casebook: Complete Clinical Work of Milton H. Erickson, M.D. ISBN 0-393-70101-8 (William Hudson O’Hanlon & Angela L. Hexum)

Boeken in het Nederlands

De volgende boeken van Erickson zijn nu nog leverbaar in het Nederlands

  • Erickson, Milton H, Onbewust leren, Paperback, Uitgeverij Karnak, 1992, ISBN 9063500548
  • Erickson, Milton H, Mijn stem gaat met je mee, Paperback, Uitgeverij Karnak, 1987, ISBN 9063500416
  • Erickson, Milton H, De Februariman, Paperback, Uitgeverij Karnak, 1991, ISBN 9063500521

Bronvermelding

rel=nofollow