Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Maretak

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 17 sep 2020 om 13:06
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De maretak (Viscum album) is een groenblijvende plant uit de sandelhoutfamilie (Santalaceae). De wintergroene struik leeft op bomen. Het is een halfparasiet: voor water en zouten is de plant afhankelijk van zijn gastheer. Andere namen of bijnamen zijn boomkruid, duivelsgras, duivelsnest, hamschel, hamspoen, heksennest, holster, hulster, kersterhout, lijmkruid, mattekruid, mistel, mistletoe, priemst, raamsch, slangentong, viscus en vogellijm.

De maretak komt in geheel Nederland en in het oosten van België voor. De noordelijke grens is niet Zuid-Limburg. In Zuid-Limburg is de soort echter vrij algemeen, wat niet geldt voor de rest van Nederland. In Nederland is het een wettelijk beschermde soort. De maretak wordt thans ook met succes gekweekt. In Duitsland komt de maretak ook heel veel voor en dan vooral in de appelbomen. In Noord-Denemarken is de maretak aangetroffen op een ratelpopulier.

Binnen de soort Viscum album worden enkele verschillende ondersoorten onderscheiden, die gewoonlijk op verschillende boomsoorten groeien.

  • Hardhouten (loofbomen-) maretak (Viscum album L. subsp. album): op populieren en wilgen, op pitvruchtbomen: appelbomen, lijsterbes, meidoorn en de Canadese koperen rotspeer (die groeit als grote stuik), op steenvruchtbomen: op weichselboom en vogelkers, op berken, hazelaar, robinia en goudenregen, lindebomen, esdoorns, vlier en liguster, Amerikaanse rode en moeraseik, Balkan en Appalachen (= gele) paardenkastanjes, Noord-Amerikaanse zwarte walnoot, Amerikaanse es, Amerikaanse els, Amerikaanse iep (Ulmus americana), haagbeuk en andere; op perenbomen, zoete kersen- en pruimenbomen slechts zeer zelden, maar helemaal niet op rode beuk, walnoot, platanen, paulownia, godenbomen of magnolia’s.
  • Sparrenmaretak (Viscum album subsp. abietis (Wiesb.) Janchen, Syn.: Viscum abietis (Wiesb.) Fritsch): op individuele sparrensoorten, althans op witte en Griekse zilverspar (Abies cephalonica), maar uiterst zelden eens op een andere spar (Picea) en op een bladverliezende boom. In de Allgäuer Alpen komt de maretak hoger dan 1000 meter nauwelijks voor.
  • Dennenmaretak, (Viscum album subsp. austriacum (Wiesb.) Vollm., Syn.: Viscum laxum Boiss. & Reut.): op dennen, heel zelden op sparren. Komt voor in Zuid- en Oost-Duitsland en Oostenrijk,[1] Zuid-Tirol (Italië) en Japan.[2]
* Kretenzische maretak (Viscum album subsp. creticum N. Böhling et al., is een in 2002 beschreven ondersoort, die enkel voorkomt op Kreta en daar op de Turkse den groeit.

Vroeger werd de Koreaanse of Japanse maretak als een ondersoort van Viscum album geclassificeerd (Viscum album subsp. coloratum). Deze wordt tegenwoordig als een aparte soort gezien (Viscum coloratum). In sommige classificaties vindt men ook de Aziatische ondersoort Viscum album subsp. meridianum (Danser) D.G.Long.

De witte, besachtige vrucht wordt door vogels verspreid. Deze worden genuttigd in de oksel van een boomtak, het zaad blijft liggen en ontkiemt. De wortel groeit in de boom. Zaden worden niet verteerd en hebben een kleverige laag, vandaar ook de naam ’vogellijm’. De zaden zijn giftig.

Culturele betekenis

  • De maretak staat bekend als heksenkruid.
  • Met name ten tijde van de jaarwisseling wordt maretak als versiering opgehangen. Het gebruik wil dat iemand die er onder staat ongestraft gekust mag worden.
  • De maretak wordt aan de balken van stallen gehangen; het diende om de mare (wat heks, spook of nachtmerrie betekent) weg te jagen en zo het vee vruchtbaar te houden.
  • Een deel van de wetenschappelijke naam van de maretak, Viscum, houdt etymologisch verband met het woord viscositeit, de ’mate van stroperigheid’ van vloeistoffen.
  • Bij de Kelten en Germanen was de maretak een heilige plant, die in hun magische vruchtbaarheidsrituelen een belangrijke rol speelde. Volgens Plinius de Oudere sneed een in wit geklede druïde in de midwinterceremonie met een gouden sikkel de maretak uit de heilige eik. De afgesneden plant mocht de grond niet raken en werd in witte doeken opgevangen. Daarna slachtte hij de offerdieren en dompelde de maretak in water dat dan als bescherming tegen ziekten en onheil werd gebruikt. De offergaven waren bestemd voor de geesten van de vruchtbaarheid, zoals de godin Freya.
  • In de Scandinavische/Noordse mythologie wordt Baldr gedood door een pijlpunt gemaakt van een twijg van de maretak, afgeschoten door zijn blinde broer Höðr, die in de val werd gelokt door Loki. De maretak is het enige middel waarmee Baldr verwond kan worden.

Geneeskunde (en volksgeneeskunde)

De maretak stond als geneesmiddel bekend (Hippocrates, Dodoens). In de antroposofische geneeskunde, kruidengeneeeskunde en volksgeneeskunde wordt de maretak nog altijd gebruikt om zijn medicinale eigenschappen.

Weblink

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Viscum album op Wikimedia Commons

 
rel=nofollow
  1. º Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam EfÖLS2008
  2. º Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam tu münchen Mistel