Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kapp-putsch: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kapp-putsch&oldid=63836764)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
De '''Kapp-Putsch''', of preciezer aangeduid de '''Kapp-Lüttwitz-Putsch''', was een poging tot [[staatsgreep]] in [[Duitsland]] en had tot doel de [[Weimarrepubliek]] omver te werpen. De putsch was een direct gevolg van de bepalingen van het [[Vrede van Versailles (1919)|Verdrag van Versailles]].
De '''Kapp-Putsch''', of preciezer aangeduid de '''Kapp-Lüttwitz-Putsch''', was een poging tot contrarevolutionaire [[staatsgreep]] met als doel de [[Weimarrepubliek]], die ontstan was door de [[Novemberrevolutie]], omver te werpen. De putsch was een direct gevolg van de bepalingen van het [[Vrede van Versailles (1919)|Verdrag van Versailles]]. De poging tot staatsgreep begon op 13 maart 1920 en eindigde na 100 uur op 17 maart.


In 1919 werd de troepensterkte van de ''[[Reichswehr]]'' geschat op zo'n 350.000 man. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles mocht het Duitse leger maar 100.000 man hebben. Dit betekende dat er 250.000 man te veel waren. Veel soldaten van de ''Reichswehr'' waren aangesloten bij de ''[[Vrijkorpsen in de Weimarrepubliek|Freikorps]]'', paramilitaire milities van verslagen soldaten uit de [[Eerste Wereldoorlog]]. Daarom besloot de Duitse regering om de ''Freikorps'' te ontbinden.
In 1919 werd de troepensterkte van de ''[[Reichswehr]]'' geschat op zo’n 350.000 man. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles mocht het Duitse leger maar 100.000 man hebben. Dit betekende dat er 250.000 man te veel waren. Veel soldaten van de ''Reichswehr'' waren aangesloten bij de ''[[Vrijkorpsen in de Weimarrepubliek|Freikorps]]'', paramilitaire milities van verslagen soldaten uit de [[Eerste Wereldoorlog]]. Daarom besloot de Duitse regering om de ''Freikorps'' te ontbinden.


In maart 1920 werden er orders uitgevaardigd dat de ''[[Marinebrigade Ehrhardt]]'' moest worden ontbonden. De leiders van de brigade waren vastbesloten zich te verzetten tegen de ontbinding van hun eenheid. Zij riepen de hulp in van generaal [[Walther von Lüttwitz]], commandant van de ''Reichswehr'' in [[Berlijn]]. Lüttwitz, een organisator van ''Freikorps''eenheden in 1918 en een fervent [[monarchisme|monarchist]], riep president [[Friedrich Ebert sr.|Friedrich Ebert]] en defensieminister [[Gustav Noske]] op om de ontbindingen te stoppen. Lüttwitz was de ware leider van de putsch, maar de putsch kreeg de naam van [[Wolfgang Kapp]], een 62-jarige [[Oost-Pruisen|Oost-Pruisische]] ambtenaar en nationalist.
In maart 1920 werden er orders uitgevaardigd dat de ''[[Marinebrigade Ehrhardt]]'' moest worden ontbonden. De leiders van de brigade waren vastbesloten zich te verzetten tegen de ontbinding van hun eenheid. Zij riepen de hulp in van generaal [[Walther von Lüttwitz]], commandant van de ''Reichswehr'' in [[Berlijn]]. Lüttwitz, een organisator van ''Freikorps''eenheden in 1918 en een fervent [[monarchisme|monarchist]], riep president [[Friedrich Ebert sr.|Friedrich Ebert]] en defensieminister [[Gustav Noske]] op om de ontbindingen te stoppen. Lüttwitz was de ware leider van de putsch, maar de putsch kreeg de naam van [[Wolfgang Kapp]], een 62-jarige [[Oost-Pruisen|Oost-Pruisische]] ambtenaar en nationalist.


Toen Ebert weigerde hierop in te gaan, gaf Lüttwitz de ''Marinebrigade Ehrhardt'' het bevel op te rukken naar Berlijn. Op 13 maart bezette de brigade de hoofdstad. Op dat moment riep Noske de ''Reichswehr'' op om de putsch neer te slaan, maar hij kreeg te maken met een ferme afwijzing. ''Chef der Heeresleitung'' [[Hans von Seeckt]], opperbevelhebber van het leger, zei tegen Noske: "''Reichswehr'' vuurt niet op ''Reichswehr''". De regering werd gedwongen Berlijn te verlaten en vluchtte naar [[Stuttgart]]. Intussen vaardigde de regering een proclamatie uit waarin het Duitse volk werd opgeroepen te staken. De Duitsers gaven massaal gehoor aan de oproep en het land werd lamgelegd. Hierdoor zakte de staatsgreep ineen en Kapp en Lüttwitz, niet in staat het land te besturen, gaven de staatsgreep op 17 maart op en vluchtten naar [[Zweden]].
Toen Ebert weigerde hierop in te gaan, gaf Lüttwitz de ''Marinebrigade Ehrhardt'' het bevel op te rukken naar Berlijn. Op 13 maart bezette de brigade de hoofdstad. Op dat moment riep Noske de ''Reichswehr'' op om de putsch neer te slaan, maar hij kreeg te maken met een ferme afwijzing. ''Chef der Heeresleitung'' [[Hans von Seeckt]], opperbevelhebber van het leger, zei tegen Noske: ''Reichswehr'' vuurt niet op ''Reichswehr''. De regering werd gedwongen Berlijn te verlaten en vluchtte naar [[Stuttgart]]. Intussen vaardigde de regering een proclamatie uit waarin het Duitse volk werd opgeroepen te staken. De Duitsers gaven massaal gehoor aan de oproep en het land werd lamgelegd. Hierdoor zakte de staatsgreep ineen en Kapp en Lüttwitz, niet in staat het land te besturen, gaven de poging op 17 maart op en vluchtten naar [[Zweden]].


De Kapp-putsch dreigde zelfs precies het tegengestelde te bereiken van wat de plegers beoogden: in verschillende delen van Duitsland braken arbeidersopstanden uit, geregisseerd door linkse partijen die een revolutie wilden ontketenen. Dit was de zogenaamde [[Maartopstand]], waarvan de [[Ruhropstand]] de bekendste is.
De Kapp-putsch dreigde zelfs precies het tegengestelde te bereiken van wat de plegers beoogden: in verschillende delen van Duitsland braken arbeidersopstanden uit, geregisseerd door linkse partijen die een revolutie wilden ontketenen. Dit was de zogenaamde [[Maartopstand]], waarvan de [[Ruhropstand]] de bekendste is.
Regel 19: Regel 19:
[[Categorie:Staatsgreep]]
[[Categorie:Staatsgreep]]
[[Categorie:1920]]
[[Categorie:1920]]
{{stek}}

Huidige versie van 18 jan 2024 om 02:05

De Kapp-Putsch, of preciezer aangeduid de Kapp-Lüttwitz-Putsch, was een poging tot contrarevolutionaire staatsgreep met als doel de Weimarrepubliek, die ontstan was door de Novemberrevolutie, omver te werpen. De putsch was een direct gevolg van de bepalingen van het Verdrag van Versailles. De poging tot staatsgreep begon op 13 maart 1920 en eindigde na 100 uur op 17 maart.

In 1919 werd de troepensterkte van de Reichswehr geschat op zo’n 350.000 man. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles mocht het Duitse leger maar 100.000 man hebben. Dit betekende dat er 250.000 man te veel waren. Veel soldaten van de Reichswehr waren aangesloten bij de Freikorps, paramilitaire milities van verslagen soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Daarom besloot de Duitse regering om de Freikorps te ontbinden.

In maart 1920 werden er orders uitgevaardigd dat de Marinebrigade Ehrhardt moest worden ontbonden. De leiders van de brigade waren vastbesloten zich te verzetten tegen de ontbinding van hun eenheid. Zij riepen de hulp in van generaal Walther von Lüttwitz, commandant van de Reichswehr in Berlijn. Lüttwitz, een organisator van Freikorpseenheden in 1918 en een fervent monarchist, riep president Friedrich Ebert en defensieminister Gustav Noske op om de ontbindingen te stoppen. Lüttwitz was de ware leider van de putsch, maar de putsch kreeg de naam van Wolfgang Kapp, een 62-jarige Oost-Pruisische ambtenaar en nationalist.

Toen Ebert weigerde hierop in te gaan, gaf Lüttwitz de Marinebrigade Ehrhardt het bevel op te rukken naar Berlijn. Op 13 maart bezette de brigade de hoofdstad. Op dat moment riep Noske de Reichswehr op om de putsch neer te slaan, maar hij kreeg te maken met een ferme afwijzing. Chef der Heeresleitung Hans von Seeckt, opperbevelhebber van het leger, zei tegen Noske: „Reichswehr vuurt niet op Reichswehr”. De regering werd gedwongen Berlijn te verlaten en vluchtte naar Stuttgart. Intussen vaardigde de regering een proclamatie uit waarin het Duitse volk werd opgeroepen te staken. De Duitsers gaven massaal gehoor aan de oproep en het land werd lamgelegd. Hierdoor zakte de staatsgreep ineen en Kapp en Lüttwitz, niet in staat het land te besturen, gaven de poging op 17 maart op en vluchtten naar Zweden.

De Kapp-putsch dreigde zelfs precies het tegengestelde te bereiken van wat de plegers beoogden: in verschillende delen van Duitsland braken arbeidersopstanden uit, geregisseerd door linkse partijen die een revolutie wilden ontketenen. Dit was de zogenaamde Maartopstand, waarvan de Ruhropstand de bekendste is.

Dat de Weimarrepubliek de onrust van 1920 overleefde, was voor een deel te danken aan enerzijds een deel van arbeiders, soldaten, burgers die haar te hulp schoot en anderzijds de twijfel van enkele Freikorpsen, omdat ze de timing slecht vonden. Een aantal eenheden sloot zich daarom niet aan bij de putsch.

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Kapp-Putsch op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
 
rel=nofollow