Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joseph Wolff: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


==Leven==
==Leven==
Joseph Wolffs vader werd in 1806 rabbijn in Württemberg, en stuurde zijn zoon naar het protestantse lyceum in Stuttgart. Josep werd geïnteresseerd in het christendom en werd in 1815 gedoopt door een benedictijns monnik.
Joseph Wolffs vader werd in 1806 rabbijn in Württemberg, en stuurde zijn zoon naar het protestantse lyceum in Stuttgart. Josep werd geïnteresseerd in het christendom en werd in 1815 in [[Praag]] gedoopt door een benedictijns monnik.


Wolff studeerde Hebreeuws, Latijn en Grieks in Tübingen en Rome, maar werd in Rome uit de universiteit gezet omdat hij niet akkoord was met de leer van de pauselijke onfeilbaarheid en het oneens was de professoren. Na een kort verblijf in het redemptoristenklooster bij Fribourg, zette hij zijn studies verder in Cambridge. Hij leerde in Engeland ook de [[London Society for Promoting Christianity Among the Jews]] kennen.
Wolff studeerde Hebreeuws, Latijn en Grieks in Tübingen en Rome. Hij kreeg in Rome de vier lagere wijdingen. Omdat hij zich openlijk verzette tegen de leer van de pauselijke onfeilbaarheid en in het publiek twistgesprekken voerde met de professoren, werd hij uit de universiteit gezet, uitgewezen uit Rome en door de politie naar Wenen gebracht. Na zeven maanden als novice in het redemptoristenklooster bij Fribourg, zette hij zijn studies theologie en oriëntaalse talen (Arabisch en Perzisch) verder in Cambridge. Hij leerde in Engeland ook de [[London Society for Promoting Christianity Among the Jews]] kennen.


In 1821 begon hij aan missiereizen in de oriënt. Hij was de eerste christelijke missionaris of zendeling in Jeruzalem in moderne tijden. Op basis van Wolffs rapporten, besloot het Londens genootschap in Jeruzalem een permanent missiecentrum te openen.
In 1821 begon hij aan missiereizen in de oriënt. Hij was de eerste christelijke missionaris of zendeling in Jeruzalem in moderne tijden. Op basis van Wolffs reisverslagen, gepubliceerd in drie delen, besloot het Londens genootschap in Jeruzalem een permanent missiecentrum te openen.


Hij huwde in 1827 met de weduwe Mary Walpole.
Toen hij in 1828 terugkeerde naar het Midden-Oosten, begon hij ook aan een zoektocht naar de „tien verloren stammen van Israël”, een zoektocht die hem ertoe bracht tot in India joodse gemeenschappen te bezoeken.
Toen hij in 1828 terugkeerde naar het Midden-Oosten, begon hij ook aan een zoektocht naar de „tien verloren stammen van Israël”, een zoektocht die hem ertoe bracht tot in India joodse gemeenschappen te bezoeken.


{{beginnetje}}
Op 21 december 1829 publiceerde hij op Cyprus een verhandeling, waarin hij concludeerde dat Christus’ Wederkomst zou plaatsvinden in [[1847]], de joden oproept tot bekering, en zichzelf voorstelt als Gods bijzobdere instrument tot bekering der joden.
 
Dit bereikte in 1830 de internationale pers.
Eind 1830 vertrok hij opnieuw op reis. Deze keer werd hij beheerst door de voorstelling, de verloren stammen van Israël te vinden. In 1835 liet hij zijn reisdagboek drukken.
 
Later ondernam hij een reis naar Amerika om daar de verloren stammen te gaan zoeken, maar vond ook daar niets.
 
In 1845 nam hij tenslotte zijn intrek in de pastorij van Isle Brewers bij Taunton in het graafschap Bristol, waar hij zich de rest van zijn leven rustig gedroeg.
 
{{DEFAULTSORT:Wolff, Joseph}}
[[Categorie: Zendeling]]
[[Categorie: Joods persoon]]
[[Categorie: Overleden in 1862]]
[[Categorie: Overleden op 2 mei]]

Versie van 24 mrt 2016 19:31

Joseph Wolff (Weilersbach, bij Bamberg, 17952 mei 1862), was een christelijk zendeling van joodse afkomst.

Leven

Joseph Wolffs vader werd in 1806 rabbijn in Württemberg, en stuurde zijn zoon naar het protestantse lyceum in Stuttgart. Josep werd geïnteresseerd in het christendom en werd in 1815 in Praag gedoopt door een benedictijns monnik.

Wolff studeerde Hebreeuws, Latijn en Grieks in Tübingen en Rome. Hij kreeg in Rome de vier lagere wijdingen. Omdat hij zich openlijk verzette tegen de leer van de pauselijke onfeilbaarheid en in het publiek twistgesprekken voerde met de professoren, werd hij uit de universiteit gezet, uitgewezen uit Rome en door de politie naar Wenen gebracht. Na zeven maanden als novice in het redemptoristenklooster bij Fribourg, zette hij zijn studies theologie en oriëntaalse talen (Arabisch en Perzisch) verder in Cambridge. Hij leerde in Engeland ook de London Society for Promoting Christianity Among the Jews kennen.

In 1821 begon hij aan missiereizen in de oriënt. Hij was de eerste christelijke missionaris of zendeling in Jeruzalem in moderne tijden. Op basis van Wolffs reisverslagen, gepubliceerd in drie delen, besloot het Londens genootschap in Jeruzalem een permanent missiecentrum te openen.

Hij huwde in 1827 met de weduwe Mary Walpole. Toen hij in 1828 terugkeerde naar het Midden-Oosten, begon hij ook aan een zoektocht naar de „tien verloren stammen van Israël”, een zoektocht die hem ertoe bracht tot in India joodse gemeenschappen te bezoeken.

Op 21 december 1829 publiceerde hij op Cyprus een verhandeling, waarin hij concludeerde dat Christus’ Wederkomst zou plaatsvinden in 1847, de joden oproept tot bekering, en zichzelf voorstelt als Gods bijzobdere instrument tot bekering der joden.

Dit bereikte in 1830 de internationale pers. Eind 1830 vertrok hij opnieuw op reis. Deze keer werd hij beheerst door de voorstelling, de verloren stammen van Israël te vinden. In 1835 liet hij zijn reisdagboek drukken.

Later ondernam hij een reis naar Amerika om daar de verloren stammen te gaan zoeken, maar vond ook daar niets.

In 1845 nam hij tenslotte zijn intrek in de pastorij van Isle Brewers bij Taunton in het graafschap Bristol, waar hij zich de rest van zijn leven rustig gedroeg.