Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johann Schroth: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2: Regel 2:


==Leven==
==Leven==
Op 18-jarige leeftijd werd Johann Schroth aan zijn knie verwond door de hoefijzerslag van een paard. Hij leed hij zo’n hevige pijn dat hij stroef bleef lopen. Hij bezocht artsen, maar die konden hem niet helpen. Op een dag ontmoette hij een rondtrekkende monnik van de [[Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid|broeders van barmhartigheid]] ({{o|F.D.M.}}) en legde hem uit waaraan hij leed. De monnik gaf Johann de raad om zijn stijve knie meermaals per dag met koude doeken te wassen, en Johann deed dit een tijdje tot hij er geen zin meer in had en en manier bedacht om een koud kompres meerdere uren te gebruiken en dan te vervangen. De monnik had ook de raad gegeven om de natuur te observeren en te zien wat dieren doen als ze gewond raken. Zo observeerde Johann Schroth hoe zieke dieren en dieren die ergens last van hadden zich in het bos terugtrokken. Hij zag ook dat ze vastten en zelfs weinig dronken tot ze van hun ziekte waren verlost en hun vitaliteit hadden herwonnen. Als koetsier zag hij ook bij zijn eigen paarden dat ze minder presteerden als ze meer hadden gegeten en gedronken. En hij herkende ook dat zaden beter gedijen in vochtige warmte.
Op 18-jarige leeftijd werd Johann Schroth aan zijn knie verwond door de hoefijzerslag van een paard. Hij leed hij zo’n hevige pijn dat hij stroef bleef lopen. Hij bezocht artsen, maar die konden hem niet helpen. Op een dag ontmoette hij een rondtrekkende monnik van de [[Orde van de Hospitaalbroeders van Sint Johannes de Deo|broeders van barmhartigheid]] ({{o|O.H.}}) en legde hem uit waaraan hij leed. De monnik gaf Johann de raad om zijn stijve knie meermaals per dag met koude doeken te wassen, en Johann deed dit een tijdje tot hij er geen zin meer in had en en manier bedacht om een koud kompres meerdere uren te gebruiken en dan te vervangen. De monnik had ook de raad gegeven om de natuur te observeren en te zien wat dieren doen als ze gewond raken. Zo observeerde Johann Schroth hoe zieke dieren en dieren die ergens last van hadden zich in het bos terugtrokken. Hij zag ook dat ze vastten en zelfs weinig dronken tot ze van hun ziekte waren verlost en hun vitaliteit hadden herwonnen. Als koetsier zag hij ook bij zijn eigen paarden dat ze minder presteerden als ze meer hadden gegeten en gedronken. En hij herkende ook dat zaden beter gedijen in vochtige warmte.


Op basis van deze bevindingen ontwikkelde Johann Schroth zijn behandeling met drie elementen: ten eerste, een aangepaste vastenkuur met soms een broodje, onder andere om het kauwen en inspeekselen te oefenen. Het tweede element was de periodieke afwisseling van drink- en droge dagen, d.w.z. dagen waarop men alleen vloeistof drinkt en dagen waarop men alleen broodjes eet. Ten derde ontwikkelde hij het zogenaamde Schroths dampkompres, waarbij alles draait om vochtige warmte.
Op basis van deze bevindingen ontwikkelde Johann Schroth zijn behandeling met drie elementen: ten eerste, een aangepaste vastenkuur met soms een broodje, onder andere om het kauwen en inspeekselen te oefenen. Het tweede element was de periodieke afwisseling van drink- en droge dagen, d.w.z. dagen waarop men alleen vloeistof drinkt en dagen waarop men alleen broodjes eet. Ten derde ontwikkelde hij het zogenaamde Schroths dampkompres, waarbij alles draait om vochtige warmte.

Huidige versie van 23 sep 2020 om 14:48

Johann Schroth, ook bekend als Johannes Schroth (Böhmischdorf (nu Česká Ves), 11 februari 1798 – Bad Lindewiese (nu Lipová-lázně), 26 maart 1856) was een landbouwer en koetsier, die een reputatie verwierf als de ontwikkelaar van de naar hem genoemde Schroth-kuur. Omdat droge broodjes een belangrijk onderdeel vormen van de kuur, werd hij ook de ’Semmeldoktor’ genoemd (’Semmel’ is een Beiers/Zuid-Duits woord voor ’broodje’).

Leven

Op 18-jarige leeftijd werd Johann Schroth aan zijn knie verwond door de hoefijzerslag van een paard. Hij leed hij zo’n hevige pijn dat hij stroef bleef lopen. Hij bezocht artsen, maar die konden hem niet helpen. Op een dag ontmoette hij een rondtrekkende monnik van de broeders van barmhartigheid (O.H.) en legde hem uit waaraan hij leed. De monnik gaf Johann de raad om zijn stijve knie meermaals per dag met koude doeken te wassen, en Johann deed dit een tijdje tot hij er geen zin meer in had en en manier bedacht om een koud kompres meerdere uren te gebruiken en dan te vervangen. De monnik had ook de raad gegeven om de natuur te observeren en te zien wat dieren doen als ze gewond raken. Zo observeerde Johann Schroth hoe zieke dieren en dieren die ergens last van hadden zich in het bos terugtrokken. Hij zag ook dat ze vastten en zelfs weinig dronken tot ze van hun ziekte waren verlost en hun vitaliteit hadden herwonnen. Als koetsier zag hij ook bij zijn eigen paarden dat ze minder presteerden als ze meer hadden gegeten en gedronken. En hij herkende ook dat zaden beter gedijen in vochtige warmte.

Op basis van deze bevindingen ontwikkelde Johann Schroth zijn behandeling met drie elementen: ten eerste, een aangepaste vastenkuur met soms een broodje, onder andere om het kauwen en inspeekselen te oefenen. Het tweede element was de periodieke afwisseling van drink- en droge dagen, d.w.z. dagen waarop men alleen vloeistof drinkt en dagen waarop men alleen broodjes eet. Ten derde ontwikkelde hij het zogenaamde Schroths dampkompres, waarbij alles draait om vochtige warmte.

Schroth kreeg een goede reputatie door zijn succesvolle behandelingen van dieren, en stilaan behandelde hij ook steeds meer mensen. Hij was in staat om met deze eenvoudige middelen veel mensen te genezen en werd daarom al gauw een wonderdokter genoemd. Door de reguliere geneeskunde daarentegen werd hij ook wel een kwakzalver genoemd, voor de rechter gedaagd en hij moest zelfs de gevangenis in. Kort daarop volgde zijn erkenning. Prins Wilhelm von Württemberg had een oorlogswonde opgelopen: zijn been was zwaar verwond, met een stinkende, etterende wonde tot in het beenmerg. De artsen raadden aan het been te amputeren. Johann Schroth slaagde erin om de etterende ontsteking van het beenmerg volledig te genezen. De gezondheid van de Prins werd zo voor honderd procent hersteld.

Rond 1830 richtte Schroth een sanatorium op in Bad Lindewiese, waarvan de reputatie als koudwaterkuuroord stilaan groeide.

In 1856 overleed hij aan de gevolgen van een hartaandoening. In 1870 werd in Lindewiese een monument voor hem opgericht.

In de 19e eeuw was er concurrentie tussen de aanhangers van de Schrothkuur en de aanhangers van Vincent Priessnitz (1799-1851) uit de buurgemeente Gräfenberg (nu Lázně Jeseník) over de vraag welk van beide natuurgeneeskundige behandelingen beter was. De beide behandelingen hadden overeenkomsten maar toch elk een eigen aanpak.

Opvolging

Johann Schroths zoon Emanuel (1832-1890) zette de Schrothkuren voort in het sanatorium van zijn vader. Hij zorgde voor een aantal versoepelingen het strenge regime van zijn vader, waardoor meer patiënten zich aangetrokken voelden om de Schrothkuur te volgen. Na zijn dood werd het kuuroord Schroth medisch geleid door Karl Schroth senior (1878-1913) namens zijn toen nog minderjarige zoon Rochus. Rochus Schroth zorgde later voor de oprichting van een naamloze vennootschap, waaronder het kuuroord bleef bestaan tot aan de gedwongen ontbinding in 1945. De laatste Duitse hoofdarts, Karl Schroth junior (1898-1946), stierf in Praag als gevolg van de mishandelingen die Duitsers na de oorlog in Sudetenland (nu Tsjechië) ondergingen. De gemeente Lindewiese was vroeger overwegend Duitstalig, maar heet nu Lipová-lázně in Tsjechië.

Er is nu nog een dr. Rainer Schroth in Oostenrijk, die de Schrothkuur blijft uitvoeren volgens de in de familie al meer dan 150 jaar overgeleverde kennis. De Schrothkuur wordt nu in vele kuuroorden en in vele klinieken gebruikt.

rel=nofollow
 
rel=nofollow