Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Job (boek)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
rel=nofollow

Het boek Job (Hebreeuws: איוב) is een van de boeken in de Hebreeuwse Bijbel. In het jodendom behoort Job tot de afdeling Geschriften van de Tenach (het Oude Testament). Het Hebreeuwse Iyov (Job) betekent: „Hij die weent”. Het boek zelf zwijgt over zijn ontstaansgeschiedenis, ouderdom en auteur. Traditioneel wordt Mozes als auteur ervan beschouwd.

Achtergronden

Het verhaal speelt zich af in het land Uz, dat ergens in Edom, in het zuiden gelegen kan hebben. Elifaz, Bildad, Zofar en Job zijn geen Hebreeuwse namen; Elihu is de enige Hebreeuwse naam in het boek. Job wordt ons geschilderd als een herdersvorst, zoals Abraham was. God wordt maar sporadisch met de naam JHWH, HERE, aangeduid. Deze naam, waarmee hij zich een paar honderd jaar na Abraham aan Mozes bekendmaakte, komt voor in proloog en epiloog, als God zelf in hoofdstuk 38 het woord neemt, en verder nog maar één keer. Vaak wordt hij in Job El Shaddai genoemd, de naam waarmee hij de aartsvaders in Genesis bekend was. Dit alles wekt de sfeer van Genesis op.

Taal

Het boek is geschreven in een moeilijke variant van het Hebreeuws, mogelijk met Aramese invloed. Vroeger werd dit gehanteerd als argument dat de tekst door het vele overschrijven geleden had, maar wetenschappers zijn daar wat bescheidener in geworden. Toch lijkt het er op dat de Hebreeuwse tekst beschadigingen heeft en een enkele keer heeft men moeten reconstrueren wat er gestaan kan hebben.

Wijsheid en poëzie

Job maakt deel uit van de Geschriften, en hoort daarbinnen tot de wijsheidsliteratuur. Het is te plaatsen in de zelfde groep als Prediker,Spreuken en de deuterocanonieke boeken Wijsheid van Salomo en wijsheid van Jezus Sirach. Hoewel die boeken Salomo als schrijver noemen of suggereren, lijkt wijsheid gedeeltelijk een verschijnsel dat pas laat onderdeel ging uitmaken van Israëls literatuur. Job bestaat van hoofdstuk 3:1 tot het nawoord H 42: 6 uit poëzie. Hebreeuwse poëzie heeft haar eigen stijlkenmerken. Het bekendste is het parallellisme:

3:3 Laat de dag dat ik geboren ben vergaan,
en ook de nacht die zei: Een jongen is verwekt

Parallellismen zijn er echter op veel meer niveaus; ook op het niveau van de stanza’s, strofen, enzovoorts.

Dode Zeerollen

In de Dode Zeerollen zijn fragmenten van vier Hebreeuwse en één Aramees handschrift van het boek Job gevonden;[1]. Deze zijn in ieder geval van voor 68 AD, wat er op wijst dat het boek toen al wijd verspreid was. Het boek zal dus nog ouder zijn. 4Q101 bevat zelfs delen van Job in Oud Hebreeuws schrift; mogelijk dus van voor 200 v Chr; al is het mogelijk dat dit oude alfabet voor religieuze literatuur langer in gebruik is gebleven.

Wel of niet een historisch boek

Het boek Job behoort niet tot het genre geschiedschrijving. De eerste indruk is die van poëzie, van kunst en van wijsheidsliteratuur. Ezechiël (boek) noemt in 14:14 drie zeer rechtvaardigen: Noach, Dan(i)ël en Job. Dan(i)ël was volgens veel deskundigen niet de Bijbelse Daniël, maar de zeer rechtvaardige en wijze man die we kennen uit de kleitabletten die gevonden zijn bij Ugarit.[2] Ezechiël zou in dat geval drie niet-Hebreeuwse, zeer vrome mannen genoemd hebben uit een legendarisch verleden; Danel, Job en Noach. De meeste joden nemen aan dat Job geen historisch persoon is geweest. Zo schreef bijvoorbeeld Rabbijn Simeon ben Laquish dat Job nooit bestaan heeft.[3] In deze opvatting is Job een literaire creatie door een profeet, bedoeld om een goddelijke boodschap over te brengen. Ook christelijke theologen vatten het gedicht lang niet altijd historisch op. Het boek Job wordt geciteerd in Hebreeën 12:5, en in I Korinthiërs 3:19. Job zelf wordt genoemd in de Brief van Jacobus 5:11.

Schrijver en tijd van ontstaan

Een joodse talmoedische traditie stelt dat Mozes het boek geschreven kan hebben. Ook verder zijn er veel gissingen, maar we weten het niet. Tegenwoordig wordt ook wel gedacht aan een lange periode van ontstaan van 10e tot de 2e eeuw v Chr:[4]

  • Mondeling vertellen en doorvertellen van het verhaal.
  • Op schrift stellen van het voor- en het nawoord;
  • Het ontstaan van het grootste gedeelte van het gedicht
  • Sommigen menen dat Gods antwoord aanvankelijk korter was; dat met name hoofdstuk 40 en 41 later zijn toegevoegd; ook hoofdstuk 28 zou een latere toevoeging zijn.
  • Jobs aandeel is consistent, tot hij in H 26:1-14; en in H 27: 11-23 ineens teksten uitspreekt, waar hij zich het hele boek al tegen verzette. Hier is mogelijk een fout in de tekst geslopen; en horen de teksten bij Bildad en Zofar.
  • In hoofdstuk 32-38 komt Elihu aan het woord. Er wordt wel gedacht dat dit gedeelte een latere toevoeging is: Elihu komt noch daarvoor, noch daarna in het verhaal voor, Zijn tekst is minder fraaie poëzie dan de woorden van de anderen en God zegt tegen Elifaz u en uw twee vrienden en negeert Elihu totaal. Iedereen doet trouwens net of Elihu niet bestaat. Bovendien voegt Elihu nauwelijks iets toe aan wat er al gezegd is. Voor het wel bij de tekst horen van Elihu pleit echter, dat hoofdstukken 32 en 33 vertegenwoordigd zijn bij de Dode Zeerollen (4Q99), er is geen handschrift met bewijs dat er ooit een versie is geweest zonder hem.

Inhoud

Het onderwerp van het boek is het lijden van de onschuldige. De indeling van het boek is als volgt:

  1. Een introductie in proza (hoofdstuk 1-2), waarin de rijke, vrome Job al zijn bezittingen verliest en ziek wordt. Job zal nooit weten wat de oorzaak is: God is blij dat Job hem zo trouw dient; Satan probeert Job door rampspoed echter zover te krijgen dat hij God vaarwel zegt. Jobs vrouw adviseert hem God te vervloeken en te sterven, maar Job verwerpt deze gedachten als dwaasheid. Jobs vrienden Elifaz uit Teman, Bildad uit Suach en Sofar uit Naäma horen van zijn ellende en komen hem opzoeken. Nadat zij Job rouw betoond hebben, gaan ze bij hem op de grond zitten en is het zeven dagen en zeven nachten stil. Hierna verbreekt Job de stilte.
  2. De controverse in poëzie (hoofdstuk 3-42:6). Jobs wanhopige klaagzang vormt de aftrap van de discussie tussen Job en zijn drie vrienden in drie rondes met dialogen. De drie vrienden gaan er ten onrechte van uit dat Job wel een slecht leven geleid zal hebben, anders zou God dit toch niet hebben toegelaten? Job bezweert wanhopig onschuldig te zijn. Het liefst zou hij God ter verantwoording roepen, maar hij beseft wel dat dit niet kan. De eerste ronde in de discussie zet de controverse uiteen (hoofdstuk 4-14). In de tweede verdiept de controverse zich (hoofdstuk 15-21), en in de derde wordt het hoogtepunt bereikt (hoofdstuk 22-27). Jobs slotrede (27-32)
  3. Plotseling verschijnt de figuur van Elihu (32-38), die een verdediging van het traditionele standpunt (lijden is het gevolg van een slechte levenswijze) verwoordt, nauwelijks iets toevoegt aan wat er al gezegd is, en ook verder in het boek niet meer genoemd wordt. Veel geleerden beschouwen de rede van Elihu als een latere toevoeging.
  4. Dan antwoordt God (38-42), door Zichzelf te openbaren. Hij vertelt Job niet waarom hem de narigheid is overkomen. Job erkent dat het hem niet paste God te bekritiseren. (42:1-6).
  5. Het vijfde gedeelte is een historisch slot in proza (42:7-15) waarin God Job terugbrengt in zijn vroegere staat van gezondheid en geluk, en de drie vrienden van Job hem moeten vragen om een offer voor hen te brengen. God is namelijk boos op de drie. Job wordt op deze wijze gerehabiliteerd.

Thema

Het thema van het boek luidt: „Is het lijden een goddelijke straf voor de zonde?” Jobs drie vrienden geven hierop een traditioneel bevestigend antwoord. Zijn vrienden verdedigen ook de complementaire stelling dat geluk en welvaart het bewijs zijn van goddelijke beloning, en dat, als Job zijn fouten zou erkennen, zijn lot onmiddellijk weer zou omkeren.

In zijn antwoord stelt Job dat hij rechtvaardig is, en dat zijn tegenspoed dus geen straf kan zijn. Dit werpt de mogelijkheid op dat God handelt naar willekeur. Jobs vrouw raadt hem aan God te vervloeken en te sterven. Hierop antwoordt Job: „Zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet?” De climax van het boek vindt plaats wanneer God Job antwoordt, niet met een uitleg van het waarom van Jobs lijden, maar met een vraag: waar was Job toen God de wereld schiep? Job antwoordt hierop met verootmoediging. God roept de vrienden ter verantwoording, want ze hebben niet passend gesproken over hem, zoals zijn knecht Job.

Literatuur

  • Walter Vogels, Job, belichting van een bijbelboek, Katholieke Bijbelstichting, 1989
  • Pius Drijvers en Pé Hawinkels, Job, Ten Have, Baarn, 2002
  • dr. Jochem Douma Job en Psalmen, Kok Kampen 2005
  • dr. Ad vd Dussen, Job, geloven en lijden om niet, Telos, Gouda 1998
  • F. I. Andersen, Job, Tyndale commentaar IVP 1976

Weblinks

  • International Standard Bible Encyclopedia  (en) Job, Book of, in: ISBE, J. Orr, ed., Chicago, Howard-Severance Company, 1915. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º 2Q15; 4Q99; 4Q100,4Q101 en de Targum 11Q10; The Dead Sea scrolls study edition by FG Martinez,EJC Tigchelaar, Brill Leiden, Eerdmans Grand Rapids Michigan 1997,1998; DL Washburn, A Catalog of Biblical Passages in the Dead Sea Scrolls, Brill Leiden 2003
  2. º Deze heette Danel. In Ezechiël staat ook Danel, maar de Masoreten hebben een ketib/Qere, een aantekening, „Daniël” gemaakt, omdat ze dachten dat het fout was.
  3. º Zie: Midrash Genesis Rabbah LXVII, Talmoed Bavli, Bava Batra 15a.
  4. º Studiebijbel NBV, NBG/KBS 2008 bladz 732.
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Book of Job op Wikimedia Commons.

rel=nofollow