Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan de Bakker

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2024 om 16:28 (a.a)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jan de Bakker (ook bekend als Jan Jansz van Woerden of verlatijnst tot Johannes Pistorius; ca. 1499 – 15 september 1525 was het eerste slachtoffer van de inquisitiein de Nederlanden. Hij was een rooms-katholiek priester die anabaptist (’wederdoper’) werd en de leer van de ’Heilige Mis’ en andere katholieke leerstellingen verwierp.

Soms wordt gedacht dat Jan van Woerden werkte als bakker, maar hiervoor is geen historisch bewijs. De naam kan afgeleid zijn van een familienaam of andere plaatselijke omstandigheden.

Als lid van de anabaptistische beweging, die een radicale hervorming van het christendom nastreefde, stond Jan de Bakker bekend om zijn afwijzing van de kinderdoop en zijn pleidooi voor volwassenendoop. Zijn overtuigingen brachten hem in conflict met zowel de katholieke als de protestantse autoriteiten van zijn tijd, die de leer van de wederdopers als ketters beschouwden en hard optraden tegen de aanhangers ervan.

In mei 1525 werd hij in Amsterdam gearresteerd en beschuldigd van ketterij wegens zijn geloofsovertuigingen. Hij werd in de gevangenis gezet in Den Haag. Van 11 juli tot 7 september 1525 werd hij ondervraagd door inquisiteur Ruardus Tapper.

Hij dicteerde de vragen van de inquisiteurs en de antwoorden die hij had gegeven aan Guilhelmus (Willem) Gnapheus, een gevangenisgenoot, die op basis hiervan een indirect verslag schreef van de kruisverhoren. In het vonnis wordt hij een lutheraan genoemd, maar dit betekent alleen dat hij een Sacramentist was. Volgens sommige bronnen werd hij op 15 september 1525 in Den Haag op de brandstapel gezet. Andere bronnen stellen dat hij veroordeeld werd tot verdrinking, een straf die toegepast werd op wederdopers. Er kan verwarring ontstaan zijn door de verschillende lotgevallen van anabaptistische martelaren in die periode, waarbij zowel verdrinking als verbranding als straf werden toegepast.

Zijn vastberadenheid en standvastigheid maakten hem tot een symbool van inspiratie voor volgende generaties anabaptisten.