Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan Marie Clifford Kocq van Breugel

Uit Wikisage
Versie door Lidewij (overleg | bijdragen) op 18 sep 2014 om 15:28 (Leeswaarschuwing-19de eeuw)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


Bestand:Clifford Kocq van Breugel, jhr JM, 1833-1886.jpg
Jan Marie Clifford Kocq van Breugel

Jonkheer Jan Marie Clifford Kocq van Breugel (26 november 1833 - Semarang, 10 augustus 1886) was een Nederlands luitenant ter zee eerste klasse en ridder in de Militaire Willems-Orde.

Loopbaan

Clifford Kocq van Breugel werd per 1 september 1854 benoemd tot adelborst eerste klasse aan de Koninklijke Academie voor de Zee- en Landmacht. In deze rang deed hij een West-Indische reis met Zr. Ms. fregat Prins Alexander der Nederlanden in 1856. Hij werd op 7 december van datzelfde jaar bevorderd tot luitenant ter zee 2de klasse en was in april 1859 commandant van Zr. Ms. kanonneerboot nummer 14, dienstdoende wachtschip te Semarang; hij nam in juni 1859 deel aan de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo.

Expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo

Bestand:55. Lontontoeor.jpg
De Onrust te Lontontoeor, Borneo, in 1859

1859: De volgende morgen ontdekte men van de Tjipanas een paar verdachte vaartuigen. Daarop afgaande, bereikte men een half uur beneden Poeloe Petak een prauw, die gestolen goederen van vermoorde zendelingen bevatte en door een wel aangebracht schot schroot genomen werd. Nu werd de boeg naar Barimba gewend. Een zestal matrozen met een sloep aan wal gezonden, onderzochten de huizen en vonden er geroofde voorwerpen. Plotseling kwamen een dertigtal Dajaks met pijl en boog tevoorschijn en deden een aanval; door het vuur van boord teruggedreven, lieten zij de aanwezige djoekongs (vaartuigen) in handen van de matrozen, die de brand in de kampong staken. Van Barimba stoomde men voorbij Poeloe Teloe naar Tangohan en redde daar het gezin van een omgekomen zendeling. Poeloe Teloe werd een half uur beschoten, maar kon door gebrek aan tijd en kolen niet vernield worden. Het zoutpakhuis van Poeloe Petak, op weinige passen van de rivieroever en hoger dan de kampong gelegen, werd nu in staat van verdediging gebracht; de bezetting eerst tot 40 en daarna tot 60 man gebracht. Daar de inwoners van de plaats van lieverlee uit hun schuilhoeken terugkeerden, ontbrak het niet aan handen om grachten te graven, bastions op te werpen en palissaderingen te maken. Maar lang voor de verdediging voltooid was, beproefde de vijand een gecombineerde aanval van de land- en zeezijde, en koos daarvoor een dag uit waarop de Tjipanas afwezig was, waarmee Clifford Kocq van Breugel onophoudelijke kruistochten deed en ook reeds een ijzeren laadschouw had teruggevonden.

Onophoudelijk om de versterking van Poeloe Petak rondwarende, liet de vijand geen pogingen na om de bezetting te kwellen en af te matten. 's Nachts hoorde men het veldgeschreeuw van de Dajaks en overdag was er dikwijls alarm in de kampong, wanneer een spion ontdekt werd of gewapenden naderden en een patrouille uitrukte. Nu eens vond men de randjoebeplanting op het glacis vernield, dan weer een weg in de wildernis gehakt naar de achterzijde van de benting. Eindelijk in de nacht van 23 op 24 augustus, gelukte het de pembekkel Soelil de schildwacht te overrompelen en met enige van zijn dapperste volgelingen in de sterkte te dringen. Op het alarm vloog de bezetting te wapen en sloeg na een kort maar hevig gevecht de vijand naar buiten; zij verloren daarbij echter twee doden; een zestal werd gewond. Bichon, de dappere commandant, werd door een lanssteek dodelijk getroffen en stierf de heldendood. Clifford Kocq van Breugel, die met de Tjipanas in de monding van de Kapoeas lag, nam tijdelijk het commando van sergeant Schultheis te Poeloe Petak op zich, totdat luitenant der infanterie Verstege hem kwam vervangen.

Clifford Kocq van Breugel verwierf bij Koninklijk Besluit van 18 februari 1861 nummer 82 de Militaire Willems-Orde vierde klasse voor zijn verrichtingen te Borneo in 1859. Dat was bij Koninklijk Besluit tot beloning van diegenen die zich sinds het begin van de expeditie in de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo, daarbij of bij het debarkement in de Kapoeas-rivier op 28 april 1860, onderscheiden hadden. Op 1 februari 1860 ontsloeg Z.M. de Koning hem, dienend bij Zr. Ms. zeemacht in Indië, op zijn verzoek, eervol uit de zeedienst. Hij overleed in 1886 te Semarang; zijn broer was Willem François.

Portaal Marine

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
  • 1865. W.A. van Rees. De Bandjermasinsche Krijg van 1859-1863. Twee delen. D.A. Thieme. Arnhem
  • 1893. P.H.K. van Schendel. De Militaire Willemsorde. J.M. Roldanus Cz. Edam
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
rel=nofollow