Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hiëronymus: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(+)
(→‎Leven: indeling)
Regel 3: Regel 3:


==Leven==
==Leven==
===Jeugd===
Hiëronymus werd geboren te Stridon in Dalmatíë in een christelijk gezin. In zijn jeugd ging hij naar Rome, waar hij een school voor [[grammatica]] en [[retorica]] bezocht. Te Rome werd hij door [[Liberius]] in 360 gedoopt en werd zijn belangstelling gewekt voor kerkelijke aangelegenheden. Hij bracht zondagen door in de catacomben met het zoeken naar graven van martelaren en het ontcijferen van inscripties. Drie jaar later overleed keizer [[Julianus]], waardoor christenen zich bevrijd voelden van een grote angst. Na zijn studies keerde Hiëronymus voor een tijdje terug naar Stridon, maar bleef er niet lang. Hij reisde naar naar Aquileia (Italië), waar hij vriendschappen sloot met monniken in een groot klooster, met onder hen een zekere Rufinus. Vanuit Aquilea begon hij aan een rondreis door [[Gallië]], en bezocht er de grootste steden, van [[Narbonne]] en [[Toulouse]] in het zuiden tot [[Trier]] in het noordoosten, dat toen bekend was voor zijn scholen. In Trier verbleef hij enige tijd om zich in theologische studies te verdiepen.
Hiëronymus werd geboren te Stridon in Dalmatíë in een christelijk gezin. In zijn jeugd ging hij naar Rome, waar hij een school voor [[grammatica]] en [[retorica]] bezocht. Te Rome werd hij door [[Liberius]] in 360 gedoopt en werd zijn belangstelling gewekt voor kerkelijke aangelegenheden. Hij bracht zondagen door in de catacomben met het zoeken naar graven van martelaren en het ontcijferen van inscripties. Drie jaar later overleed keizer [[Julianus]], waardoor christenen zich bevrijd voelden van een grote angst. Na zijn studies keerde Hiëronymus voor een tijdje terug naar Stridon, maar bleef er niet lang. Hij reisde naar naar Aquileia (Italië), waar hij vriendschappen sloot met monniken in een groot klooster, met onder hen een zekere Rufinus. Vanuit Aquilea begon hij aan een rondreis door [[Gallië]], en bezocht er de grootste steden, van [[Narbonne]] en [[Toulouse]] in het zuiden tot [[Trier]] in het noordoosten, dat toen bekend was voor zijn scholen. In Trier verbleef hij enige tijd om zich in theologische studies te verdiepen.


Na zijn geboorteplaats nog eens te hebben bezocht, verbleef hij van 370 tot 373 in Aquilea, waar hij schrijfwerk verrichtte. Hij schreef er een eerste theologische verhandeling: ''De muliere se plies percussa''. Wegens een dispuut verliet hij Aquilea plotseling.
Na zijn geboorteplaats nog eens te hebben bezocht, verbleef hij van 370 tot 373 in Aquilea, waar hij schrijfwerk verrichtte. Hij schreef er een eerste theologische verhandeling: ''De muliere se plies percussa''. Wegens een dispuut verliet hij Aquilea plotseling.


===Oosten===
Tegen 373 vertrok hij met een aantal metgezellen, onder wie Innocentius, Evagrius, en Heliodorus, naar het oosten. De groep reisde via Thrake, Athene, Bithynië, Galatië, Pontus, Cappadocië and Cilicië naar Antiochië, terwijl Hiëronymus van de hele reis notities bijhield. In Antiochië verbleven zij enige tijd en volgden de voordrachten van Apollinaris van Laodicea, een van eerste [[exegese|exegeten]] van die tijd. Hiëronymus zou de puur [[historicisme|historische]] exegese van de Antiochische school later niet volgen, maar neigen tot de [[typologie|typologisch]]-[[allegorie|allegorische]] methode van [[Origenes]]. In Antiochië overleed zijn metgezel Innocentius aan een koorts, en ook Hiëronymus werd ernstig ziek.
Tegen 373 vertrok hij met een aantal metgezellen, onder wie Innocentius, Evagrius, en Heliodorus, naar het oosten. De groep reisde via Thrake, Athene, Bithynië, Galatië, Pontus, Cappadocië and Cilicië naar Antiochië, terwijl Hiëronymus van de hele reis notities bijhield. In Antiochië verbleven zij enige tijd en volgden de voordrachten van Apollinaris van Laodicea, een van eerste [[exegese|exegeten]] van die tijd. Hiëronymus zou de puur [[historicisme|historische]] exegese van de Antiochische school later niet volgen, maar neigen tot de [[typologie|typologisch]]-[[allegorie|allegorische]] methode van [[Origenes]]. In Antiochië overleed zijn metgezel Innocentius aan een koorts, en ook Hiëronymus werd ernstig ziek.


===Kluizenaarsleven en taalstudies===
Onder de indruk van deze gebeurtenissen zweerde hij de studie van profane klassieke literaire werken af. Van 374 tot 379 leidde hij een strikt [[ascese|ascetisch]] leven als een [[kluizenaar]] in de woestijn van [[Chalkis]], ten zuidwesten van Antiochië, om vergeving te krijgen voor de zonden uit zijn jeugd. Om te kunnen communiceren met de bewoners van die streek, leerde hij [[Syrisch]], wat hem een hulp was toen hij later ook [[Hebreeuws]] leerde.<ref>"Epistolæ," xvii. 2; maar vergelijk "Epistolæ," lxxviii. en comm. op Jer. 2:18.</ref>
Onder de indruk van deze gebeurtenissen zweerde hij de studie van profane klassieke literaire werken af. Van 374 tot 379 leidde hij een strikt [[ascese|ascetisch]] leven als een [[kluizenaar]] in de woestijn van [[Chalkis]], ten zuidwesten van Antiochië, om vergeving te krijgen voor de zonden uit zijn jeugd. Om te kunnen communiceren met de bewoners van die streek, leerde hij [[Syrisch]], wat hem een hulp was toen hij later ook [[Hebreeuws]] leerde.<ref>"Epistolæ," xvii. 2; maar vergelijk "Epistolæ," lxxviii. en comm. op Jer. 2:18.</ref>
Hij begon er ook Hebreeuws te studeren met de hulp van een gedoopte Jood.<ref>"Epistolæ," cxxv. 12</ref> Mogelijk was het over hem dat hij schreef<ref>"Epistolæ," xviii. 10</ref> dat hij door joodse geleerden als een Chaldeeër beschouwd werd en als een meester in de interpretatie van de Schrift.<ref>"Epistolæ," cxxv. 12</ref>  
Hij begon er ook Hebreeuws te studeren met de hulp van een gedoopte Jood.<ref>"Epistolæ," cxxv. 12</ref> Mogelijk was het over hem dat hij schreef<ref>"Epistolæ," xviii. 10</ref> dat hij door joodse geleerden als een Chaldeeër beschouwd werd en als een meester in de interpretatie van de Schrift.<ref>"Epistolæ," cxxv. 12</ref>  


===Gerespecteerd theoloog===
Bij zijn tweede verblijf te Antiochië in 379 werd hij door Paulinus tot ''presbyter'' gewijd.  
Bij zijn tweede verblijf te Antiochië in 379 werd hij door Paulinus tot ''presbyter'' gewijd.  
Net in die periode zorgde de verhouding tussen aanhangers en tegenstanders van zienswijzen van Meletius van Antiochië voor onrust. Hiëronymus probeerde steeds de visie van Rome af te wachten, en zodra hij dit kende, schreef hij in Antiochië een eerste theologische strijdschrift: ''Altercatio Luciferiani et Orthodoxi'', (''Strijdgesprek tussen Luciferianen en Orthodoxen''). Hij trok in 380 naar [[Constantinopel]]. Daar volgde hij het onderwijs van [[Gregorius van Nazianzus]] en ontwikkelde hij een vriendschap met hem. Een resultaat van zijn werk daar was een vertaling van het ''Chronikon'' van [[Eusebius van Caesarea]] en verschillende werken van Origenes.<!---''[[Onomasticon]]'' van [[Eusebius van Caesarea]], een lijst van plaatsnamen in Palestina, naar het Latijn.---> In 381 overleed Meletius, en [[Damasus]], de [[bisschop van Rome]], bemoeide zich met het geschil in Antiochië, met de bedoeling het op te lossen.
Net in die periode zorgde de verhouding tussen aanhangers en tegenstanders van zienswijzen van Meletius van Antiochië voor onrust. Hiëronymus probeerde steeds de visie van Rome af te wachten, en zodra hij dit kende, schreef hij in Antiochië een eerste theologische strijdschrift: ''Altercatio Luciferiani et Orthodoxi'', (''Strijdgesprek tussen Luciferianen en Orthodoxen''). Hij trok in 380 naar [[Constantinopel]]. Daar volgde hij het onderwijs van [[Gregorius van Nazianzus]] en ontwikkelde hij een vriendschap met hem. Een resultaat van zijn werk daar was een vertaling van het ''Chronikon'' van [[Eusebius van Caesarea]] en verschillende werken van Origenes.<!---''[[Onomasticon]]'' van [[Eusebius van Caesarea]], een lijst van plaatsnamen in Palestina, naar het Latijn.---> In 381 overleed Meletius, en [[Damasus]], de [[bisschop van Rome]], bemoeide zich met het geschil in Antiochië, met de bedoeling het op te lossen.


In 382 begeleidde Hiëronymus Paulinus naar Rome. Daar stelde [[Damasus]], de [[bisschop van Rome]], niet alleen voor om de teksten van [[Didymos van Alexandrië]] te vertalen, maar ook om een grondige bewerking en herziening te maken van de bestaande Latijnse bijbelvertalingen, de ''’[[Vetus Latina]]’''. Omstreeks 383 begon hij ook aan eigen werken te schrijven. Als ascetische monnik gaf hij bittere kritiek op andere geestelijken, waardoor hij zich vijanden maakte. Nadat Damasus op 11 december 384 overleed, kreeg Hiëronymus in Rome steeds minder steun en steeds meer tegenwerking. In augustus 385 bleef hem niets over dan Rome te verlaten. Via Antiochië en [[Alexandrië]] bereikte hij Bethlehem in 386. Daar begon hij een klooster, dat hij tot aan zijn dood zou leiden, in de nabijheid van een convent, gesticht door twee Romeinse dames, Paula en haar dochter Eustochium, die hem naar Palestina waren gevolgd. Hij leidde er een leven van [[ascetisme]] en studie. Rond 394 leerde hij [[Augustinus]] kennen, voor wie hij veel respect had.
In 382 begeleidde Hiëronymus Paulinus naar Rome. Daar stelde [[Damasus]], de [[bisschop van Rome]], voor om de teksten van [[Didymos van Alexandrië]] te vertalen, maar ook om een grondige bewerking en herziening te maken van de bestaande Latijnse bijbelvertalingen, de ''’[[Vetus Latina]]’''. Omstreeks 383 begon hij ook aan eigen werken te schrijven. Als ascetische monnik gaf hij bittere kritiek op andere geestelijken, waardoor hij zich vijanden maakte. Nadat Damasus op 11 december 384 overleed, kreeg Hiëronymus in Rome steeds minder steun en steeds meer tegenwerking. In augustus 385 bleef hem niets over dan Rome te verlaten.
 
===Vestiging te Bethlehem===
Via Antiochië en [[Alexandrië]] bereikte hij Bethlehem in 386. Daar begon hij een klooster, dat hij tot aan zijn dood zou leiden, in de nabijheid van een convent, gesticht door twee Romeinse dames, Paula en haar dochter Eustochium, die hem naar Palestina waren gevolgd. Hij leidde er een leven van [[ascetisme]] en studie. Rond 394 leerde hij [[Augustinus]] kennen, voor wie hij veel respect had.


Zelfs daar werd hij geplaagd door controverses, zoals met Rufinus, die hij nog kende uit Aquilea, en met de Britse monnik Pelagius. Hij sloot zich aan bij Theofilus, patriarch van Alexandrië en later bij [[Epifanius van Salamis]] in hun polemiek tegen de aanhangers van Origenes – wiens werken hij voorheen had vertaald.
Zelfs daar werd hij geplaagd door controverses, zoals met Rufinus, die hij nog kende uit Aquilea, en met de Britse monnik Pelagius. Hij sloot zich aan bij Theofilus, patriarch van Alexandrië en later bij [[Epifanius van Salamis]] in hun polemiek tegen de aanhangers van Origenes – wiens werken hij voorheen had vertaald.
Regel 23: Regel 30:
<!--Zoals uit deze levensschets blijkt, was hij hooggeschoold in het Latijnse en Grieks onderwijs, en verenigde hij door zijn bijkomende studies van het Syrisch en Hebreeuws in zijn persoon de westelijke en oostelijke culturen.
<!--Zoals uit deze levensschets blijkt, was hij hooggeschoold in het Latijnse en Grieks onderwijs, en verenigde hij door zijn bijkomende studies van het Syrisch en Hebreeuws in zijn persoon de westelijke en oostelijke culturen.
-->
-->
==Verwijzingen==
==Verwijzingen==
{{reflist}}
{{reflist}}

Versie van 19 apr 2015 23:41

Sofronius Eusebius Hiëronymus, gewoonlijk: Hiëronymus (Stridon, ca. 340–Bethlehem, ca. 419) was een kerkvader uit de vierde en vijfde eeuw. Hij was de meest geleerde onder de Latijnse kerkschrijvers (naast Origenes. Die in het Grieks schreef) en geruime tijd de enige die in staat was de Hebreeuwse Bijbel in de oorspronkelijke taal te bestuderen. Hij is vooral bekend als de vertaler van de Vulgata.

Leven

Jeugd

Hiëronymus werd geboren te Stridon in Dalmatíë in een christelijk gezin. In zijn jeugd ging hij naar Rome, waar hij een school voor grammatica en retorica bezocht. Te Rome werd hij door Liberius in 360 gedoopt en werd zijn belangstelling gewekt voor kerkelijke aangelegenheden. Hij bracht zondagen door in de catacomben met het zoeken naar graven van martelaren en het ontcijferen van inscripties. Drie jaar later overleed keizer Julianus, waardoor christenen zich bevrijd voelden van een grote angst. Na zijn studies keerde Hiëronymus voor een tijdje terug naar Stridon, maar bleef er niet lang. Hij reisde naar naar Aquileia (Italië), waar hij vriendschappen sloot met monniken in een groot klooster, met onder hen een zekere Rufinus. Vanuit Aquilea begon hij aan een rondreis door Gallië, en bezocht er de grootste steden, van Narbonne en Toulouse in het zuiden tot Trier in het noordoosten, dat toen bekend was voor zijn scholen. In Trier verbleef hij enige tijd om zich in theologische studies te verdiepen.

Na zijn geboorteplaats nog eens te hebben bezocht, verbleef hij van 370 tot 373 in Aquilea, waar hij schrijfwerk verrichtte. Hij schreef er een eerste theologische verhandeling: De muliere se plies percussa. Wegens een dispuut verliet hij Aquilea plotseling.

Oosten

Tegen 373 vertrok hij met een aantal metgezellen, onder wie Innocentius, Evagrius, en Heliodorus, naar het oosten. De groep reisde via Thrake, Athene, Bithynië, Galatië, Pontus, Cappadocië and Cilicië naar Antiochië, terwijl Hiëronymus van de hele reis notities bijhield. In Antiochië verbleven zij enige tijd en volgden de voordrachten van Apollinaris van Laodicea, een van eerste exegeten van die tijd. Hiëronymus zou de puur historische exegese van de Antiochische school later niet volgen, maar neigen tot de typologisch-allegorische methode van Origenes. In Antiochië overleed zijn metgezel Innocentius aan een koorts, en ook Hiëronymus werd ernstig ziek.

Kluizenaarsleven en taalstudies

Onder de indruk van deze gebeurtenissen zweerde hij de studie van profane klassieke literaire werken af. Van 374 tot 379 leidde hij een strikt ascetisch leven als een kluizenaar in de woestijn van Chalkis, ten zuidwesten van Antiochië, om vergeving te krijgen voor de zonden uit zijn jeugd. Om te kunnen communiceren met de bewoners van die streek, leerde hij Syrisch, wat hem een hulp was toen hij later ook Hebreeuws leerde.[1] Hij begon er ook Hebreeuws te studeren met de hulp van een gedoopte Jood.[2] Mogelijk was het over hem dat hij schreef[3] dat hij door joodse geleerden als een Chaldeeër beschouwd werd en als een meester in de interpretatie van de Schrift.[4]

Gerespecteerd theoloog

Bij zijn tweede verblijf te Antiochië in 379 werd hij door Paulinus tot presbyter gewijd. Net in die periode zorgde de verhouding tussen aanhangers en tegenstanders van zienswijzen van Meletius van Antiochië voor onrust. Hiëronymus probeerde steeds de visie van Rome af te wachten, en zodra hij dit kende, schreef hij in Antiochië een eerste theologische strijdschrift: Altercatio Luciferiani et Orthodoxi, (Strijdgesprek tussen Luciferianen en Orthodoxen). Hij trok in 380 naar Constantinopel. Daar volgde hij het onderwijs van Gregorius van Nazianzus en ontwikkelde hij een vriendschap met hem. Een resultaat van zijn werk daar was een vertaling van het Chronikon van Eusebius van Caesarea en verschillende werken van Origenes. In 381 overleed Meletius, en Damasus, de bisschop van Rome, bemoeide zich met het geschil in Antiochië, met de bedoeling het op te lossen.

In 382 begeleidde Hiëronymus Paulinus naar Rome. Daar stelde Damasus, de bisschop van Rome, voor om de teksten van Didymos van Alexandrië te vertalen, maar ook om een grondige bewerking en herziening te maken van de bestaande Latijnse bijbelvertalingen, de Vetus Latina. Omstreeks 383 begon hij ook aan eigen werken te schrijven. Als ascetische monnik gaf hij bittere kritiek op andere geestelijken, waardoor hij zich vijanden maakte. Nadat Damasus op 11 december 384 overleed, kreeg Hiëronymus in Rome steeds minder steun en steeds meer tegenwerking. In augustus 385 bleef hem niets over dan Rome te verlaten.

Vestiging te Bethlehem

Via Antiochië en Alexandrië bereikte hij Bethlehem in 386. Daar begon hij een klooster, dat hij tot aan zijn dood zou leiden, in de nabijheid van een convent, gesticht door twee Romeinse dames, Paula en haar dochter Eustochium, die hem naar Palestina waren gevolgd. Hij leidde er een leven van ascetisme en studie. Rond 394 leerde hij Augustinus kennen, voor wie hij veel respect had.

Zelfs daar werd hij geplaagd door controverses, zoals met Rufinus, die hij nog kende uit Aquilea, en met de Britse monnik Pelagius. Hij sloot zich aan bij Theofilus, patriarch van Alexandrië en later bij Epifanius van Salamis in hun polemiek tegen de aanhangers van Origenes – wiens werken hij voorheen had vertaald.

Zijn geschriften tegen Pelagius (Dialogi contra pelagianos) waren nog bitterder en provocerender dan gewoonlijk, zodat een groep woedende tegenstanders het klooster aanviel, Hiëronymus zich twee jaar moest schuilhouden en bijna zelf als ketter werd beschouwd.


Verwijzingen

rel=nofollow

The Catholic Encyclopedia (1917)  (en) St. Jerome, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Jewish Encyclopedia 1906  (en) Jerome (Eusebius Hieronymus Sophronius), in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

St. Jerome (Hiëronymus, in full: Eusebius Sophronius Hiëronymus)  in: Encyclopædia Britannica, 1911.

in: Meyers Conversationslexikon, Verlag des Bibliographischen Instituts, Leipzig en Wenen, vierde oplage, 1885-1892

rel=nofollow