Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gustave Le Bon

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gustave Le Bon (Nogent-le-Rotrou, 7 mei 1841 – Marnes-la-Coquette, (Parijs), 15 december 1931) was een Frans geneeskundige, antropoloog, socioloog en psycholoog, vooral bekend voor zijn werk over massapsychologie.

Leven

Charles-Marie Gustave Le Bon werd geboren op 7 mei 1841 in Nogent-le-Rotrou, Centre-Val de Loire. Zijn familie was van Bretonse afkomst, en zijn vader was een provinciale functionaris in de Franse regering.

Le Bon beleefde de crisisperiode van de Februarirevolutie in 1848 en de Commune van 1871; beide gebeurtenissen hadden blijkbaar een belangrijke invloed op zijn werk.

Toen Gustave Le Bon acht jaar oud was, kreeg zijn vader een nieuwe functie bij de Franse regering, met als gevolg dat het gezin Nogent-le-Rotrou verliet om zich in Tours te vestigen. Verder is er weinig bekend over de jeugd van Gustave Le Bon. Hij ging naar school in het Lyceum van Tours en zou een uitzonderlijk goede leerling geweest zijn.

In 1860 begon hij medicijnen te studeren aan de universiteit van Parijs. Hij voltooide zijn praktijkjaar aan het Hôtel-Dieu de Paris, een destijds bekend ziekenhuis, en studeerde af in 1866. Hij gebruikte vanaf toen de doctorstitel, maar had nog niet als arts gewerkt. Tijdens zijn studie schreef Le Bon artikelen over allerlei medische onderwerpen. Zijn eerste boek, La mort apparente et inhumations prématurées (1866), handelde over de definitie van de dood en liep vooruit op de juridische debatten daarover in de 20e eeuw. Hij bleef na zijn graduatie in Parijs wonen en studeerde er onder andere Engels en Duits.

Na het uitbreken van de Frans-Pruisische oorlog in 1870 nam hij dienst in het Franse leger als hospitaalarts. Tijdens de oorlog organiseerde Le Bon een afdeling van militaire ziekenwagens. In deze hoedanigheid observeerde hij het gedrag van soldaten onder omstandigheden van totale nederlaag en schreef hij over zijn beschouwingen over militaire discipline, leiderschap en het gedrag van de mens in een toestand van stress en lijden. Na de oorlog werd Le Bon benoemd tot Ridder van het Legioen van Eer. Hij was ook getuige van de Parijse Commune van 1871, die zijn wereldbeeld sterk beïnvloedde. Le Bon, toen dertig jaar oud, was er getuige van hoe Parijse revolutionairen het Palais des Tuileries, de bibliotheek van het Louvre, het Parijse stadhuis, de manufacture des Gobelins (een eeuwenoude tapijtmakerij), het Justitiepaleis in brand staken, waardoor tal van onvervangbare monumenten en kunstwerken verloren gingen.

In de jaren 1870 raakte Le Bon geïnteresseerd in antropologie en reisde hij door Europa, Azië en Noord-Afrika. Onder invloed van Charles Darwin, Herbert Spencer en Ernst Haeckel was Le Bon voorstander van biologisch determinisme en een hiërarchische visie op rassen en geslachten. Tijdens zijn onderzoek vond hij een draagbare cefalometer uit om de fysieke kenmerken van mensen te kunnen meten, en in 1881 publiceerde hij een artikel waarin hij de uitvinding en het gebruik ervan gedetailleerd beschreef.

In 1884 reisde hij in opdracht van de Franse regering door Azië om verslag uit te brengen over de beschavingen aldaar. De reizen vonden hun neerslag in een reeks boeken. Het eerste boek, La Civilisation des Arabes, verscheen in 1884, waarin Le Bon de Arabieren prees voor hun bijdrage aan de beschaving, maar de islam bekritiseerde als oorzaak van stagnatie. Vervolgens reisde hij als eerste Fransman naar Nepal, met de publicatie Voyage au Népal in 1886.

Vervolgens publiceerde hij Les Civilisations de l’Inde (1887), waarin hij de Indische architectuur, kunst en religie prees, maar betoogde dat de Indiërs in vergelijking met de Europeanen inferieur waren op het gebied van wetenschappelijke vooruitgang, wat de Britse overheersing vergemakkelijkte. In 1889 publiceerde hij Les Premières Civilisations de l’Orient, waarin hij een overzicht gaf van de Mesopotamische, Indiase, Chinese en Egyptische beschavingen. In hetzelfde jaar hield hij een toespraak voor het Internationaal Koloniaal Congres waarin hij de pogingen tot culturele assimilatie door de koloniale politiek bekritiseerde: „Laat de inboorlingen hun gewoonten, hun instellingen en hun wetten.” Le Bon publiceerde het laatste boek over het onderwerp van zijn reizen, Les Monuments de l’Inde, in 1893, waarin hij opnieuw zijn bewondering uitsprak voor de architectonische prestaties van de Indiërs.

Le Bon stelde dat het moderne leven in toenemende mate gekenmerkt werd door massavorming. In zijn bekendste werk, La psychologie des foules (1895), betoogde hij dat de bewuste persoonlijkheid het individu in een volksmassa ten onder gaat.

Le Bons opvattingen over politiek gedrag toonden een consequent basiswantrouwen tegenover de massa. Op de laatste dag van zijn leven herhaalde hij zijn standpunt dat waar het gewone volk de controle over de regering blijft behouden of verwerven, de beschaving in de richting van de barbarij beweegt. Door deze opvatting werd Le Bon wel eens als antidemocraat en elitist bestempeld.

 
rel=nofollow