Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/Wim Mulders: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Vertaling deel 1)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5: Regel 5:
De vader van Mulders was een spoorwegarbeider en amateurschilder. Na de middelbare school studeerde Wim drie jaar schilderkunst aan de Amsterdamse [[Rijksakademie van beeldende kunsten]], gevolgd door twee jaar aan de [[Kunstacademie Düsseldorf]]. Hij financierde zijn opleiding door het schilderen van reclameborden, onder andere voor de bioscoop. Hij vestigde zich in het [[Westfalen|Westfaalse]] Burgsteinfurt en woonde er van 1947 tot 1962.
De vader van Mulders was een spoorwegarbeider en amateurschilder. Na de middelbare school studeerde Wim drie jaar schilderkunst aan de Amsterdamse [[Rijksakademie van beeldende kunsten]], gevolgd door twee jaar aan de [[Kunstacademie Düsseldorf]]. Hij financierde zijn opleiding door het schilderen van reclameborden, onder andere voor de bioscoop. Hij vestigde zich in het [[Westfalen|Westfaalse]] Burgsteinfurt en woonde er van 1947 tot 1962.


Ongewoon snel begon men Wim Mulders regionaal te waarderen. De twaalf jaar durende overheersing door het nazisme had de Duitse kunstmarkt helemaal vervormd; Mulders’ impressionistisch-romantiserende landschappen, stillevens en portretten werden al gauw heel populair en werden zelfs al op kalenderpagina’s gedrukt. In september 1948 getuigde de schrijver Friedrich Castelle reeds in een brief: „''Ze dragen de grote pittoreske traditie van uw land in het bloed''”,<ref>„Sie tragen die große malerische Tradition Ihres Landes im Blute”—Herdrukt in: August Hollweg: ''Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen'', p. 6.</ref> Een jaar later was de krant ''Westfälische Nachrichten'' laaiend enthousiast. Onder de titel: ''Op het spoor van Rembrandt'',<ref>''Auf den Spuren Rembrandts''</ref> gaven zij een prentenmapje uit met vier stillevens, drie portretten en een landschap. Een deel van de oplage werd door Mulders persoonlijk gesigneerd. De begeleidende tekst situeerde hem als navolger van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]], [[Johannes Vermeer|Vermeer]] en [[Gerard ter Borch (II)|Ter Borch]]. Uit de formulering dat Rembrandt een „''Bildner der Menschheit''” was,<ref>geciteerd uit: ''Auf den Spuren Rembrandts'', ''Westfälische Nachrichten'', 19 oktober 1949.</ref> d.w.z., een „vormer”, „schepper”, „uitbeelder” van de mensheid, bleek wat de ideologische oorsprong was van deze kunsthistorische overdrijving: het was de anti-modernistische theorie van de kunstcriticus Julius Langbehn, de auteur van het boek ''Rembrandt als Erzieher'' („Rembrandt als opvoeder”). Langbehn, die wegens dit populaire boek de bijnaam „Rembrandtduitser” had gekregen, was toen reeds omstreden omdat zijn theorieën door de Duitse nazi’s waren gebruikt. Ook Friedrich Castelle was door zijn medewerking aan de nationaalsocialistische publiciteit in diskrediet gebracht.
Ongewoon snel begon men Wim Mulders regionaal te waarderen. De twaalf jaar durende overheersing door het nazisme had de Duitse kunstmarkt helemaal vervormd; Mulders’ impressionistisch-romantiserende landschappen, stillevens en portretten werden al gauw heel populair en werden zelfs al op kalenderpagina’s gedrukt. In september 1948 getuigde de schrijver Friedrich Castelle reeds in een brief: „''Ze dragen de grote pittoreske traditie van uw land in het bloed''”.<ref>„Sie tragen die große malerische Tradition Ihres Landes im Blute”—Herdrukt in: August Hollweg: ''Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen'', p. 6.</ref> Een jaar later was de krant ''Westfälische Nachrichten'' laaiend enthousiast: onder de titel: ''Op het spoor van Rembrandt'',<ref>''Auf den Spuren Rembrandts''</ref> gaven zij een prentenmapje uit met vier stillevens, drie portretten en een landschap. Een deel van de oplage werd door Mulders persoonlijk gesigneerd. De begeleidende tekst situeerde hem als navolger van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]], [[Johannes Vermeer|Vermeer]] en [[Gerard ter Borch (II)|Ter Borch]]. Uit de formulering dat Rembrandt een „''Bildner der Menschheit''” was,<ref>geciteerd uit: ''Auf den Spuren Rembrandts'', ''Westfälische Nachrichten'', 19 oktober 1949.</ref> d.w.z., een „vormer”, „schepper”, „uitbeelder” van de mensheid, bleek dat de ideologische oorsprong van deze kunsthistorische overdrijving te zoeken was in de anti-modernistische theorie van de kunstcriticus Julius Langbehn. Langbehn, die als auteur van het populaire boek ''Rembrandt als Erzieher'' („Rembrandt als opvoeder”) de bijnaam „Rembrandtduitser” had gekregen, was na de oorlog omstreden omdat zijn theorieën door de Duitse nazi’s waren gebruikt. Ook de schrijver Friedrich Castelle was door zijn medewerking aan de nationaalsocialistische publiciteit in diskrediet gebracht.


Wegens dergelijke associaties was het niet verwonderlijk dat Mulders het over een heel andere boeg gooide. In zijn schilderij ''graan en kolen'', die de Münsterlander dichter [[August Hollweg]] in zijn beschrijving [[pathos|pathetisch]] stileerde tot ''het waardevolste bezit in ons aardse leven'',<ref>Herdrukt in: August Hollweg: ''Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen'', p. 50.</ref> verwerkte hij het thema van veranderende structuur van het [[Roergebied]]. Hij veranderde ook zelf: de portrettist van de landelijke idylle werd industrieel schilder. Regelmatig kreeg hij opdrachten van de herlevende zware industrieën in het na-oorlogse Roergebied. Hij documenteerde de aftakkingen van de Duisburgse kopersmeltoven (nu DK Recycling), de ijzerfabrieken van ''Rheinstahl'', de DEMAG, de VEW, de Westfalen AG, de Gutehoffnungshütte in Oberhausen en nog veel meer. Zijn stijlmiddelen varieerden van impressionistische [[spatel]]techniek om de [[nieuwe zakelijkheid]]. Hij bleef deze weg volgen: halverwege de jaren zestig kreeg hij opdrachten van van de grote nieuwe centrales op de [[Boven-Rijn]], de Eggbergbecken, de Schluchseewerk. Ook de uitbreiding van de Duitse autosnelwegen (Autobahn) hield hij in zijn schilderwerken vast. Met een legerhelikopter werd overgevlogen naar bouwwerven, waar vooral de bouwfases met enorme kranen en bouwmachines hem bijzonder interesseerden. Dit waren voor hem niet slechts schilderachtige onderwerpen: hij gaf ze meer waarde als metaforen van een nieuwe politieke utopie: ''het nieuwe Europa''. In zijn ongebroken geloof in de technologie, zag hij de kracht van het water, steenkolen, olie en kernenergie als basis van de technologie. Zijn werken waren vroege visioenen van de Europese eenwording. Ook de titel die hij bedacht voor een door hem geplande Europese collectieve tentoonstelling, ''Stroom voor Europa'', is in die context te begrijpen.<ref>Speciaal supplement van de ''Südkurier'' van 29 november 1967.</ref> Het is niet bekend of die tentoonstelling doorging.
Wegens dergelijke associaties was het niet verwonderlijk dat Mulders het over een heel andere boeg gooide. In zijn schilderij ''graan en kolen'', die de dichter [[August Hollweg]] in zijn beschrijving [[pathos|pathetisch]] stileerde tot ''het waardevolste bezit in ons aardse leven'',<ref>Herdrukt in: August Hollweg: ''Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen'', p. 50.</ref> verwerkte hij het thema van de veranderende structuur van het [[Roergebied]]. Maar de kunstenaar veranderde ook zelf: de portrettist van de landelijke idylle werd een industrieel schilder. Regelmatig kreeg hij opdrachten van de herlevende zware industrieën in het na-oorlogse Roergebied. Hij schilderde de dochterondernemingen van de Duisburgse kopersmeltoven (nu DK Recycling), de ijzerfabrieken van Rheinstahl AG, de DEMAG, de VEW, de Westfalen AG, de Gutehoffnungshütte in Oberhausen en nog veel meer. Zijn stijlmiddelen varieerden van impressionistische [[spatel]]techniek tot de [[nieuwe zakelijkheid]]. Hij bleef deze weg volgen: halverwege de jaren zestig kreeg hij opdrachten van de grote nieuwe energiecentrales op de [[Boven-Rijn]], het Eggbergbecken en het Schluchseewerk. Ook de uitbreiding van de Duitse autosnelwegen (Autobahn) hield hij in zijn schilderwerken vast. Met een legerhelikopter werd hij naar de bouwwerven overgevlogen, waar vooral de bouwfases met enorme kranen en bouwmachines hem bijzonder interesseerden. Dit waren voor hem niet slechts schilderachtige onderwerpen: hij gaf ze meer waarde als [[metafoor|metaforen]] van een nieuwe politieke utopie: ''het nieuwe Europa''. In zijn ongebroken geloof in de technologie, zag hij de kracht van het water, steenkolen, olie en kernenergie als de basis daarvan. Zijn werken waren vroege visioenen van de Europese eenwording. Ook de titel die hij bedacht voor een door hem geplande Europese collectieve tentoonstelling, ''Stroom voor Europa'', is in die context te begrijpen.<ref>Speciaal supplement van de ''Südkurier'' van 29 november 1967.</ref> Het is niet bekend of die tentoonstelling doorging.


In 1978 trouwde hij met Annegreth Giesecke. Hij werkte tot ongeveer 1998, zijn levenswerk bestaat uit circa 2000 tekeningen, aquarellen en schilderijen. Wim Mulder overleed op de leeftijd van 94 jaar.
In 1978 trouwde hij met Annegreth Giesecke. Hij werkte tot ongeveer 1998; zijn levenswerk bestaat uit circa 2000 tekeningen, aquarellen en schilderijen. Wim Mulder overleed op de leeftijd van 94 jaar.


<gallery widths="150px" heights="120px">
<gallery widths="150px" heights="120px">
Regel 22: Regel 22:
[[Bestand:Kunstwerke von heute - Hedendaagse Kunstwerken.jpg|thumb|100px|]]
[[Bestand:Kunstwerke von heute - Hedendaagse Kunstwerken.jpg|thumb|100px|]]


Mulders exposeerde regelmatig zijn schilderijen. Deze tentoonstellingen hij zelf organiseerde altijd je heel informeel. In plaats van opknoping de schilderijen, zette hij het meeste gewoon op de grond. Catalogi niet bestond. In plaats daarvan hij een zelf-gepubliceerd boek aangeboden met 160 deels gekleurde geïllustreerde werken. De beelden werden begeleid door poëtische teksten in vier talen. De titel in het Nederlands: ''Hedendaagse Kunstwerken''. Specifieke informatie over de aard van het doek en de kleuren, afmetingen en de vormende jaren ontbraken. Dit alles is ongebruikelijk voor een academische schilder.
Mulders exposeerde regelmatig. Hij organiseerde zijn tentoonstellingen altijd zelf, en deze waren steeds heel informeel. In plaats van de schilderijen op te hangen, zette hij de meeste gewoon op de grond. Een catalogus was er niet. In plaats daarvan bood hij een zelf uitgegeven boek aan waarin 160 werken stonden afgebeeld, voor een deel in kleur. De afbeeldingen werden vergezeld door poëtische teksten in vier talen. De titel luidde in het Nederlands: ''Hedendaagse Kunstwerken''. Concrete gegevens over de schildertechniek, het type doek en de verfsoort, de afmetingen en de tijd waarin het geschilderd werd, ontbraken, wat ongebruikelijk is voor een academische schilder.


==Kunstgeschiedenis classificatie==
==Kunstgeschiedenis classificatie==

Huidige versie van 3 mrt 2014 om 22:02

Bestand:Wim Mulders Porträt.jpg
Wim Mulders

Wim Mulders (Amsterdam, 18 september 1913Hamburg, 3 augustus 2008) was een Nederlandse kunstschilder.

Leven en werk

De vader van Mulders was een spoorwegarbeider en amateurschilder. Na de middelbare school studeerde Wim drie jaar schilderkunst aan de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten, gevolgd door twee jaar aan de Kunstacademie Düsseldorf. Hij financierde zijn opleiding door het schilderen van reclameborden, onder andere voor de bioscoop. Hij vestigde zich in het Westfaalse Burgsteinfurt en woonde er van 1947 tot 1962.

Ongewoon snel begon men Wim Mulders regionaal te waarderen. De twaalf jaar durende overheersing door het nazisme had de Duitse kunstmarkt helemaal vervormd; Mulders’ impressionistisch-romantiserende landschappen, stillevens en portretten werden al gauw heel populair en werden zelfs al op kalenderpagina’s gedrukt. In september 1948 getuigde de schrijver Friedrich Castelle reeds in een brief: „Ze dragen de grote pittoreske traditie van uw land in het bloed”.[1] Een jaar later was de krant Westfälische Nachrichten laaiend enthousiast: onder de titel: Op het spoor van Rembrandt,[2] gaven zij een prentenmapje uit met vier stillevens, drie portretten en een landschap. Een deel van de oplage werd door Mulders persoonlijk gesigneerd. De begeleidende tekst situeerde hem als navolger van Rembrandt, Vermeer en Ter Borch. Uit de formulering dat Rembrandt een „Bildner der Menschheit” was,[3] d.w.z., een „vormer”, „schepper”, „uitbeelder” van de mensheid, bleek dat de ideologische oorsprong van deze kunsthistorische overdrijving te zoeken was in de anti-modernistische theorie van de kunstcriticus Julius Langbehn. Langbehn, die als auteur van het populaire boek Rembrandt als Erzieher („Rembrandt als opvoeder”) de bijnaam „Rembrandtduitser” had gekregen, was na de oorlog omstreden omdat zijn theorieën door de Duitse nazi’s waren gebruikt. Ook de schrijver Friedrich Castelle was door zijn medewerking aan de nationaalsocialistische publiciteit in diskrediet gebracht.

Wegens dergelijke associaties was het niet verwonderlijk dat Mulders het over een heel andere boeg gooide. In zijn schilderij graan en kolen, die de dichter August Hollweg in zijn beschrijving pathetisch stileerde tot het waardevolste bezit in ons aardse leven,[4] verwerkte hij het thema van de veranderende structuur van het Roergebied. Maar de kunstenaar veranderde ook zelf: de portrettist van de landelijke idylle werd een industrieel schilder. Regelmatig kreeg hij opdrachten van de herlevende zware industrieën in het na-oorlogse Roergebied. Hij schilderde de dochterondernemingen van de Duisburgse kopersmeltoven (nu DK Recycling), de ijzerfabrieken van Rheinstahl AG, de DEMAG, de VEW, de Westfalen AG, de Gutehoffnungshütte in Oberhausen en nog veel meer. Zijn stijlmiddelen varieerden van impressionistische spateltechniek tot de nieuwe zakelijkheid. Hij bleef deze weg volgen: halverwege de jaren zestig kreeg hij opdrachten van de grote nieuwe energiecentrales op de Boven-Rijn, het Eggbergbecken en het Schluchseewerk. Ook de uitbreiding van de Duitse autosnelwegen (Autobahn) hield hij in zijn schilderwerken vast. Met een legerhelikopter werd hij naar de bouwwerven overgevlogen, waar vooral de bouwfases met enorme kranen en bouwmachines hem bijzonder interesseerden. Dit waren voor hem niet slechts schilderachtige onderwerpen: hij gaf ze meer waarde als metaforen van een nieuwe politieke utopie: het nieuwe Europa. In zijn ongebroken geloof in de technologie, zag hij de kracht van het water, steenkolen, olie en kernenergie als de basis daarvan. Zijn werken waren vroege visioenen van de Europese eenwording. Ook de titel die hij bedacht voor een door hem geplande Europese collectieve tentoonstelling, Stroom voor Europa, is in die context te begrijpen.[5] Het is niet bekend of die tentoonstelling doorging.

In 1978 trouwde hij met Annegreth Giesecke. Hij werkte tot ongeveer 1998; zijn levenswerk bestaat uit circa 2000 tekeningen, aquarellen en schilderijen. Wim Mulder overleed op de leeftijd van 94 jaar.

Tentoonstellingen

Bestand:Kunstwerke von heute - Hedendaagse Kunstwerken.jpg

Mulders exposeerde regelmatig. Hij organiseerde zijn tentoonstellingen altijd zelf, en deze waren steeds heel informeel. In plaats van de schilderijen op te hangen, zette hij de meeste gewoon op de grond. Een catalogus was er niet. In plaats daarvan bood hij een zelf uitgegeven boek aan waarin 160 werken stonden afgebeeld, voor een deel in kleur. De afbeeldingen werden vergezeld door poëtische teksten in vier talen. De titel luidde in het Nederlands: Hedendaagse Kunstwerken. Concrete gegevens over de schildertechniek, het type doek en de verfsoort, de afmetingen en de tijd waarin het geschilderd werd, ontbraken, wat ongebruikelijk is voor een academische schilder.

Kunstgeschiedenis classificatie

Artistieke Mulder was eclectisch. Moeiteloos veranderde hij de stijl van schilderen van het impressionisme tot de nieuwe zakelijkheid. De naïeve receptie van zijn vroege werken als de laatste RembrandtDuitsers weerhield hem er niet om artistiek te ontwikkelen; hij zag de structurele transformatie van het land. In plaats van hem - zoals August Hollweg - om te voldoen aan cultuurpessimisme, begon hij aan een nieuwe politiek-esthetische utopie. De receptie van zijn werken heeft plaatsgevonden niet via galeries en academische instellingen, maar via rechtstreekse contacten met zijn tentoonstellingen en journalistiek. De Badische Zeitung over in 1973 telde hem een ​​van de belangrijkste schilders van Europa.[6] Deze beoordeling lijkt misschien overdreven, en in ieder geval heeft het Europese landschap schilderij van vele grote 'industriële landschappen' verrijkt. De neoavantgardistischen trends uit de late jaren zestig laat zijn stijl een museum. Daarnaast is het geloof in de technologie van de jaren van de wederopbouw, de idealisering van de industrie en grote technologie sinds ervaren meerdere breuken. Daarom is het tot nu toe is geweest geen Neurezeption deze interessante kunstenaar.

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

  • Auf den Spuren Rembrandts. Beeld portefeuille van de Westfälischen Nachrichten met fragment uit een artikel van 19. Oktober 1949.
  • August Hollweg: Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen. Zelf gepubliceerd zonder ruimte en het jaar (1960).
  • Wim Mulders: Kunstwerke von heute. Works of art for today. Chefs d‘Oeuvres contemporains. Hedendaagse Kunstwerken. Gepubliceerd door de auteur, 1974.

Noten

  1. º „Sie tragen die große malerische Tradition Ihres Landes im Blute”—Herdrukt in: August Hollweg: Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen, p. 6.
  2. º Auf den Spuren Rembrandts
  3. º geciteerd uit: Auf den Spuren Rembrandts, Westfälische Nachrichten, 19 oktober 1949.
  4. º Herdrukt in: August Hollweg: Mit Wim Mulders durch Nordrhein-Westfalen, p. 50.
  5. º Speciaal supplement van de Südkurier van 29 november 1967.
  6. º Badische Zeitung van 21 februari 1971.
rel=nofollow
rel=nofollow