Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Franciscus/kladblok: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 63: Regel 63:
==Dirigent==
==Dirigent==
In 1833 werd Nicolai organist aan het Pruisische gezantschap te Rome, en nam daar ook nog aanvullende muzieklessen van een Italiaanse componist. Tussendoor verbleef Nicolai een jaar in Wenen van 1837 tot 1838 als dirigent van het Kärntnertortheater.  
In 1833 werd Nicolai organist aan het Pruisische gezantschap te Rome, en nam daar ook nog aanvullende muzieklessen van een Italiaanse componist. Tussendoor verbleef Nicolai een jaar in Wenen van 1837 tot 1838 als dirigent van het Kärntnertortheater.  
<br/>In 1837 werd Nicolai als kapelmeester aan het Kaiserliche und Königliche, - afgekort als k.u.k - Hofoperatheater aan het Kärtnertor in Wenen aangesteld. Hoewel het een succesvolle periode was, werd zijn contract niet verlengd, en vertrok hij naar Italië. In Turijn kreeg Nicolai een aanstelling als kapelmeester aan het koninklijke operahuis. Zijn eerste opera ''Enrico II'' werd geen succes, maar het publiek was enthousiast over de uitvoering van ''Il Templario'' ( Spaans= tempelridder ) in 1840 in Turijn. Een jaar later werd Nicolai hofkapelmeester in Wenen, waar hij de beroemde 'Philharmonische Konzerte', evenals de ''Wiener Philharmoniker''<sup> 1)</sup> oprichtte, toen hij begon met jaarlijks enkele concerten te geven. Weer later werd Otto Nicolai dirigent van de koninklijke opera en het Domkoor in Berlijn.  
<br/>In 1837 werd Nicolai als kapelmeester aan het Kaiserliche und Königliche, - afgekort als k.u.k - Hofoperatheater aan het Kärtnertor in Wenen aangesteld. Hoewel het een succesvolle periode was, werd zijn contract niet verlengd, en vertrok hij naar Italië. In Turijn kreeg Nicolai een aanstelling als kapelmeester aan het koninklijke operahuis. Zijn eerste opera ''Enrico II'' werd geen succes, maar het publiek was enthousiast over de uitvoering van ''Il Templario'' ( Spaans= tempelridder ) in 1840 in Turijn.  
Otto Nicolai hoopte een goed onderwerp te vinden voor een opera. Een van zijn vrienden had  het idee om de komedie " The merry Wives of Windsor " van William Shakespeare bewerken. De schrijver Jacob Hoffmeister schreef twee nummers, een proefopdracht waarmee Nicolai zeer tevreden was. Maar Hoffmeister wilde de opdracht voor de volledige opera niet aannemen. Zo werd de procuratiehouder van de Weense Rothschilds, Salomon Herman von Mosenthal de libettist.  
==Oprichting Wiener Philharmoniker==
In 1841 werd Nicolai hofkapelmeester in Wenen, waar hij de beroemde 'Philharmonische Konzerte' introduceerde, waaruit het beroemd geworden orkest de ''Wiener Philharmoniker''<sup> 1)</sup> uit voortkwam. Weer later werd Otto Nicolai dirigent van de koninklijke opera en het Domkoor in Berlijn. Aan deze functie was de verplichting tot verbonden tot het componeren van een Duitstalige opera.  
<br/>Otto Nicolai hoopte een goed onderwerp te vinden voor een opera. Een van zijn vrienden had  het idee om de komedie " The merry Wives of Windsor " van William Shakespeare bewerken. De schrijver Jacob Hoffmeister schreef twee nummers, een proefopdracht waarmee Nicolai zeer tevreden was. Maar Hoffmeister wilde de opdracht voor de volledige opera niet aannemen. Zo werd de procuratiehouder van de Weense Rothschilds, Salomon Herman von Mosenthal de libettist.  




Regel 224: Regel 226:


{{Infobox Bmoc}}
{{Infobox Bmoc}}
=Gilbert Bécaud=
=Gilbert Bécaud=
{{Zie Luisterrijk}}
{{Zie Luisterrijk}}

Versie van 27 okt 2018 16:45

Otto Nicolai

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
rel=nofollow

Carl Otto Ehrenfried Nicolai ((Köningsbergen, thans Kaliningrad), 9 juni 1810Berlin, 11 mei 1849) was een Duits componist, dirigent, organist, pianist en zanger. Tijdens zijn leven had hij veel succes, vooral als uitvoerend musicus en speciaal als dirigent.
Nicolai componeerde een groot aantal muziekstukken, die echter geen repertoire hebben gehouden, met uitzondering dan van de ouverture Die lustigen Weiber von Windsor, die nog geregeld wordt uitgevoerd.

Dit is een artikel uit de serie over
Bekende melodie,
Onbekende componist
  • Luigi Boccherini,
Menuet, Kwintet opus 13, nr. 5,
  • Benjamin Godard
Berceuse de Jocelyn
  • Jean Paul Egide Martini
Plaisir d' Amour
  • Amilcare Ponchielli,
De Urendans, La Giaconda
  • Emil Nikolaus von Rezniček
Donna Diana
  • Otto Nicolai,
Die lustigen Weibern von Windsor

Opleiding

Otto Nicolai studeerde van 1827 tot 1830 aan het Koninklijk Instituut voor Kerkmuziek te Berlijn bij Bernhard Klein en Carl Friedrich Zelter. In 1830 werd Nicolai lid van de Berlijnse zangacademie en nam hij zanglessen.

Eerste successen

In het begin van de jaren 1830 werd de naam Otto Nicolai voor het eerst bekend voor het publiek. Met de uitvoeringen van zijn Symfonie in c-klein. De voor de inwijding van de kathedraal in Posen (nu Poznań) eschreven Mis in D-groot (1832) en het Te Deum (1833) boekte hij zijn eerste successen.
In 1833 trad hij voor de eerste maal op in Berlijn in een concert als zanger en als pianist.

Dirigent

In 1833 werd Nicolai organist aan het Pruisische gezantschap te Rome, en nam daar ook nog aanvullende muzieklessen van een Italiaanse componist. Tussendoor verbleef Nicolai een jaar in Wenen van 1837 tot 1838 als dirigent van het Kärntnertortheater.
In 1837 werd Nicolai als kapelmeester aan het Kaiserliche und Königliche, - afgekort als k.u.k - Hofoperatheater aan het Kärtnertor in Wenen aangesteld. Hoewel het een succesvolle periode was, werd zijn contract niet verlengd, en vertrok hij naar Italië. In Turijn kreeg Nicolai een aanstelling als kapelmeester aan het koninklijke operahuis. Zijn eerste opera Enrico II werd geen succes, maar het publiek was enthousiast over de uitvoering van Il Templario ( Spaans= tempelridder ) in 1840 in Turijn.

Oprichting Wiener Philharmoniker

In 1841 werd Nicolai hofkapelmeester in Wenen, waar hij de beroemde 'Philharmonische Konzerte' introduceerde, waaruit het beroemd geworden orkest de Wiener Philharmoniker 1) uit voortkwam. Weer later werd Otto Nicolai dirigent van de koninklijke opera en het Domkoor in Berlijn. Aan deze functie was de verplichting tot verbonden tot het componeren van een Duitstalige opera.
Otto Nicolai hoopte een goed onderwerp te vinden voor een opera. Een van zijn vrienden had het idee om de komedie " The merry Wives of Windsor " van William Shakespeare bewerken. De schrijver Jacob Hoffmeister schreef twee nummers, een proefopdracht waarmee Nicolai zeer tevreden was. Maar Hoffmeister wilde de opdracht voor de volledige opera niet aannemen. Zo werd de procuratiehouder van de Weense Rothschilds, Salomon Herman von Mosenthal de libettist.
















































































Dit is een artikel uit de serie:
Bekende melodie,
onbekende componist
Si j'etais Roi
Menuet, Kwintet opus 13, nr. 5
Le Calife de Bagdad
On hearing the first Cukoo in Spring
Berceuse de Jocelyn
Plaisir d' Amour
Die lustigen Weiber von Windsor
De Urendans, La Giaconda
Dona Diana, Moretto

Gilbert Bécaud

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Gilbert Bécaud in 1965 op Schiphol

Gilbert Bécaud (Toulon, Frankrijk, 24 oktober 1927Paris, Frankrijk, 18 december 2001) was een Franse chansonnier en componist.
Gilbert Bécaud werd in Toulon geboren als François Gilbert Léopold Silly. Zijn moeder, was op dat moment nog net niet gescheiden van haar echtgenoot Silly. Bécaud’s biologische vader was echter Louis Bécaud. Als eerbetoon aan hem, nam hij al vrij snel de artiestennaam Bécaud aan. In de jaren zeventig laat hij ook officieel zijn naam veranderen.
In 1954, werd Bécaud onmiddellijk een ster, nadat hij in het voorprogramma zong bij de opening van de Parijse Olympia. Hierna volgde een bijna vijftig jaar durende carrière met de vertolking van talloze door hem of door anderen gecomponeerde en geschreven chansons. Tot vlak voor zijn overlijden op 18 december 2001 bleef Gilbert Bécaud optreden.

Jeugd

François ontwikkelde al op jonge leeftijd een passie voor muziek en het bleek vrij snel dat hij goed met de piano overweg kon. Al toen hij nog maar net negen jaar oud was, volgde hij lessen aan het conservatorium van Nice. Daar studeerde hij tot 1942 toen de familie - gedwongen door de Tweede Wereldoorlog - Toulon verliet. In 1943 vroeg de oudere broer van François - die deel uitmaakte van het verzet - zijn familie om te verhuizen naar Albertville in de Savoie. Kort nadat ze verhuisd waren ging ook François deel uitmaken van het verzet.

Eerste successen

Na de oorlog, vond François al snel werk als pianist in de lokale bars en cabaretclubs. Nadat hij de liedjesschrijver Maurice Vidalin1) ontmoet had, raakte de jonge pianist steeds nauwer betrokken bij het Franse chanson. In 1948 begon François zelf chansons te schrijven en kwam in aanraking met de tekstschrijver Pierre Delanoë. Het drietal Vidalin, Delanoë en Bécaud raakte nauw bevriend en samen werden ze de meest succesvolle liedjesschrijvers uit die tijd die veel hits op hun naam kregen.
Dan wordt Gilbert de vaste pianist van de toen zeer bekende Franse zanger Jacques Pills. Met Pills schrijft hij voor Edith Piaf de hit Je t’ai dans la peau,( Ik heb je in mijn huid ). Edith Piaf was gelijk 'verkocht' en zag onmiddellijk het talent van de jonge François. Ze gaf hem de nodige steun voor de ontwikkeling van een eigen solocarrière. Op haar advies nam hij ook de artiestennaam Gilbert Bécaud aan, dat beter overkwam dan François Silly, dat in het Engels niet bepaald vleiend klinkt . Zij regelde onder meer een ontmoeting met de Parijse tekstschrijver Louis Amade. Deze zorgde voor een eerste optreden als chansonnier, waarna Bécaud al snel een vedettenstatus bereikte.

Carrière

Op 2 februari 1953 ging Bécaud naar de studio om zijn eerste twee singles op te nemen. Op diezelfde dag ging zijn vrouw Monique naar het ziekenhuis waar hun eerste zoon Gaya werd geboren. Ook in 1953 had Bécaud veel succes met Quand tu danses ( Als jij danst): zijn eerste grote hit in Frankrijk. Daarna volgden hits als 'La Corrida' Het stierengevecht'(1956), 'Le jour où la pluie viendra' 'De dag dat de regen zal komen' (1957) , 'C'est merveilleux l'amour' (1958) 'Het is prachtige liefde' en 'Je T’Appartiens' (1960'Ik hoor bij jou'). Ook speelde hij in diverse films, waaronder Le pays d’où je viens ( Het land waar ik vandaan kom ) met Françoise Arnoul en Casino de Paris met Catarina Valente.
Hierna volgde een bijna vijftig jaar durende carrière met talloze zo door hem of andere gecomponeerde en geschreven chansons. Tot vlak voor zijn overlijden op 18 december 2001 bleef Gilbert Bécaud optreden.
Bécaud componeerde zo'n ruim vierhonderd chansons, waarvan er minstens twintig een hit werden.

Nathalie

En dan verschijnt in 1964 zijn beroemd geworden Nathalie. Alweer is zijn vriend en tekstschrijver Pierre Delanoë verantwoordelijk voor de tekst. Toen Bécaud de tekst voor het eerst onder ogen kreeg, kon hij zich daar niet in vinden. Delanoë drong een tijd lang aan en na de titel ‘Natasja’ veranderd te hebben in Nathalie en de grandioze openingszin La Place Rouge était vide te hebben toegevoegd, schrijft Bécaud er de muziek bij.
In het chanson bezingt Bécaud de Russische gids Nathalie, die toeristen door het winterse Moskou leidt.
Nathalie werd één van zijn grootste hits, en is nog steeds - ook in Nederland - een zeer gewild chanson.

Nathalie
La Place Rouge était vide,
Devant moi marchait Nathalie
Il avait un joli nom, mon guide
Nathalie.
La Place Rouge était blanche
La neige faisait un tapis,
Et je suivais par ce froid dimanche
Nathalie
Elle parlait en phrases sobres
De la révolution d'octobre.
Je pensais déjà
Qu'après le tombeau de Lénine
On irait au café Pouchkine.
Boire un chocolat.
La Place Rouge était vide
J'ai pris son bras, elle a souri,
Il avait des cheveux blonds, mon guide
Nathalie, Nathalie.
Dans sa chambre à l'université
Une bande d'étudiants.
L'attendait impatiemment.
On a ri, on a beaucoup parlé
Ils voulaient tout savoir.
Nathalie traduisait.
Moscou, les plaines d'Ukraine
Et les Champs-Élysées.
On a tout mélangé.
Et l'on a chanté.
Et puis ils ont débouché
En riant a l'avance.
Du champagne de France.
Et l'on a dansé.
Et quand la chambre fut vide
Tous les amis étaient partis.
Je suis resté seul avec mon guide,
Nathalie.
Plus question de phrases sobres
Ni de révolution d'octobre.
On n'en était plus là
Fini le tombeau de Lénine
Le chocolat de chez Pouchkine.
C'est, c'était loin déjà.
Que ma vie me semble vide
Mais je sais qu'un jour à Paris.
C'est moi qui lui servirai de guide:
Nathalie, Nathalie.
Nathalie
Het Rode Plein was verlaten
Nathalie liep voor me
Zij had een leuke naam, mijn gids:
Nathalie.
Het Rode Plein was wit,
De sneeuw vormde een tapijt.
En ik volgde op deze koude zondag,
Nathalie.
Ze sprak in nuchtere zinnen
Over de Oktoberrevolutie
Ik dacht vooraf al,
Dat we na het graf van Lenin
Naar café-Poesjkin zouden gaan
Om chocolade te gaan drinken.
Het Rode plein was verlaten,
Ik pakte haar arm, ze glimlachte,
Ze had blond haar, mijn gids,
Nathalie, Nathalie.
In haar kamer op de universiteit,
Wachtte een groep studenten
Ongeduldig op haar.
We lachten, we hebben veel gepraat,
Ze wilden alles weten,
En Nathalie vertaalde alles.
Moskou, de vlaktes van d’Oekraïne
En de Champs-Élysées:
We maakten er één mix van,
En we zongen.
En toen we naar buiten gingen
Lachten we al bij voorbaat.
Na de champagne uit Frankrijk
Dansten we met elkaar.
En toen de kamer leeg was, en
Alle vrienden waren verdwenen.
Bleef ik alleen achter met mijn gids:
Nathalie.
Weg met de nuchtere zinnen
Niets meer over de Oktoberrevolutie
Het was er allemaal niet meer.
Ook de sarcofaag van Lenin,
De chocolade bij Poesjkin
Het was allemaal ver weg.
Mijn leven lijkt nu zo leeg,
Maar ik weet dat op een dag in Parijs
Ik de gids ben, die haar zal leiden
Nathalie, Nathalie.

Olympia

Entree van de Olympia Music Hall in Paris

De 'vaste' plek in Parijs waar Bécaud heel veel optrad, was het beroemde Olympia. Het Olympia is een Music Hall gelegen aan de Boulevard des Capucines in het 9e arrondissement van Paris.

Een heel bijzonder concert in Olympia was het afscheidsoptreden van Jacques Brel in 1961. Het is ook de plaats waar Édith Piaf bekendheid kreeg en waar zij nog maar een paar maanden vóór haar dood nog één van haar meest gedenkwaardige concerten gaf.

Gilbert Bécaud gaf in Olympia maar liefst 33 keer een concertreeks en bleef soms zes weken lang optreden.
In 1954 stond hij voor de eerste keer als hoofdact op het toneel. Zijn stormachtige optreden had als gevolg, dat heel wat stoelen sneuvelden door het uitzinnige publiek. In 1954 werd namelijk het Olympia Theater heropend. Het theater had 25 jaar leeggestaan en haar eigenaar Bruno Coquatrix zocht naar sterren om de heropening te vieren. Bécaud werd verzocht om op de avond van de opening op te treden. Hij gaf een legendarisch uitvoering, waarbij 4.000 tieners op en neer sprongen en met zijn liedjes meezongen. Ze gingen zo tekeer, dat ze de pas gerenoveerde inventaris gingen vernielen, tot zelfs het splinternieuwe decor van het Olympia.
De Franse pers schreef uitgebreid over zijn optreden en gaf de jonge Bécaud allerlei titels, met als zijn beroemdste bijnaam “Monsieur 100.000 volts”.

Maar zijn naam was voor goed gevestigd!

Buitenland

Grote Amerikaanse zangers als Frank Sinatra, Barbra Streisand en Shirley Bassey vertolkten zijn 'Et maintenant' in vertaling als 'What now my love'. Bob Dylan, Nina Simone en James Brown coverden 'Je t'appartiens' als 'Let it be me'. In 1981 lukte het Bécaud - samen met door Neil Diamond geschreven songs - de Amerikaanse hitparade te bereiken met 'Love On The Rocks'. In 1986 gaat Bécaud’s musical Madame Roza in première in Londen.
Ook in ons land was Gilbert Bécaud populair. Zelfs bij zijn laatste Nederlandse optreden in 1998, als 71-jarige, werd hij nog geprezen om zijn vitaliteit. Hij weigerde gemakzuchtig zijn klassiekers af te draaien en gaf zich altijd volledig, net als in zijn beginjaren, toen hij als een 'kunstzinnige storm' (zoals een recensent het noemde) over het podium raasde. De combinatie van zijn Franse chansons en zijn grote gevoel voor amusement en show, vormde ook hier de basis van zijn succes.

Vernieuwingen

Zo rond 1960 was Gilbert Bécaud internationaal een van de meest gevierde artiesten die duizenden mensen naar zijn concerten trok. Ook in zijn eigen land was hij een grote ster. In 1960 werd hem - voor zijn zang en zijn chansons - de prestigieuze “Grand Prix du Disque” toegekend.
Ook in 1960 jaar componeerde Bécaud, die altijd experimenteerde met nieuwe ideeën, de kerstcantate “L’Enfant à l’étoile”. De cantate werd op kerstavond van 1960 opgevoerd in Parijs in de kerk Eglise Saint-Germain-l’Auxerrois en het trok tienduizenden kijkers bij de live uitzending op de Franse televisie.
Aangemoedigd door zijn succes met de kerstcantate in 1960 ging Bécaud in 1962 een nog grotere uitdaging aan. Hij zette zijn eerste opera - naar een tekst van Pierre Delanoé, Louis Amade en Jacques Emmanuel - op het podium. Hij had er verschillende jaren aan gewerkt, en er heel tijd en geld in gestoken. De opera met de titel “L’Opéra d’Aran” had zijn première op 25 oktober 1962 in het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs. Het orkest, onder leiding van de beroemde Franse dirigent Georges Prêtre, gaf een briljante uitvoering van Bécaud’s werk. De opera werd geprezen door de critici en was ook commercieel gezien een groot succes. Tot op de dag van vandaag wordt “L’Opéra d’Aran” internationaal nog steeds uitgevoerd.

Persoonlijk leven

Gilbert Bécaud trouwde twee keer en werd vader van vijf kinderen. Ook adopteerde hij nog een meisje uit Laos. Hij verdeelde zijn tijd tussen zijn huis op Corsica, woonboot Aran in de Seine in Parijs en een boerderij in de Poitou.
In 1997 werd er voor het eerst kanker geconstateerd bij de zanger. Na een voorlopig herstel trad in 1999 toch weer longkanker op. Onvermoeibaar vervolgde Bécaud zijn hectische leven. Ondanks zijn steeds slechter wordende gezondheid blijft hij veelvuldig optreden en chansons opnemen. Zijn grote liefde voor drank, sigaretten en vrouwen behoudt Bécaud tot aan zijn dood.

Graf van Gilbert Bécaud op Cimetière du Père-Lachaise in Parijs

Zijn zeventigste verjaardag vierde hij in 1997 groots met een serie concerten in l'Olympia, waar hij bijna heel zijn carrière optrad. Van zijn ziekte was tijdens die optredens weinig te merken. Zijn laatste album 'Faut faire avec' verscheen in 1999; voor volgend jaar stond nog een nieuwe album gepland, maar door zijn ziekte kwam hij niet meer aan componeren toe.
Bécaud verklaarde ooit, dat de dood hem geen angst bezorgde. ‘De pijn van het sterven, dáár ben ik bang voor, maar de dood zelf niet. Al sinds ik geboren ben weet ik dat ik dood zal gaan. Dat interesseert me nu niet. Al sinds ik geboren ben weet ik dat ik dood zal gaan. Dus de dood is niks nieuws voor me. Ik heb ook geen enkel idee over de dood of over een leven na de dood. Dat interesseert me nu niet.'
Op 18 december 2001 overlijdt Gilbert Bécaud op 74-jarige leeftijd in zijn woonboot in Parijs. De condoleances stroomden van over de hele wereld binnen. Vele internationale grote sterren woonden op 21 december 2001 zijn begrafenis bij in de Église de la Madeleine in Parijs.
Hij ligt begraven op het Cimetière du Père-Lachaise in Parijs, waar zovele andere beroemdheden liggen2).
Zijn fans zullen Gilbert Bëcaud herinneren als een charismatisch chansonnier die - met een glas whisky Chivas Regal in de ene hand en een sigaret Gauloise in de andere - zijn publiek trakteerde op een avondje authentiek Frans temperament en levenskunst.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow





























||i=1 |}




 
Ψ (x⃗,t)

















De stad Montfort-L'Amaury in eerbetoon aan Maurice Ravel die in dit huis van 1921 tot 1937 woonde Ravel se fixa à Montfort-l'Amaury en 1921. Sa maison, le Belvédère, conservée en l'état selon la volonté de son frère, abrite un musée depuis 1971 et fait l’objet d’une inscription auprès des monuments historiques depuis 199459. Français : Maison dite du Belvédère de Maurice Ravel à Montfort-l'Amaury (Yvelines, France) Date 20 November 2006 Source Cliché personnel, own work Author ℍenry Salomé (Jaser !) 08:17, 21 November 2006 (UTC) Object location 48° 46′ 34.28″ N, 1° 48′ 19.4″ E Kartographer map based on OpenStreetMap. View this and other nearby images on: OpenStreetMap - Google Earth info Licensing[edit] The copyright holder of this work, hereby publish it under the following licenses: GNU head Permission is granted to copy, distribute and/or modify this document under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version published by the Free Software Foundation; with no Invariant Sections, no Front-Cover Texts, and no Back-Cover Texts. A copy of the license is included in the section entitled GNU Free Documentation License.


























OPVS FUNDATUM VATICANVM
Josephvs Ratzinger - Benedictvs XVI
- Cooperatores Veritatis -

OPUS FUNDUM VATICANUM
Josephus Ratzinger - Benedictus XVI
- Cooperatores Veritatis -









Priemgetallen blijken niet zo willekeurig te zijn als men eerder had aangenomen.



span>

Ook in de bioscoop werden antifascistische acties uitgevoerd

|}


Enkele breuken hebben een eigen naam:

  • 12

≈12  1 /1 = 1

  • 2 0 /12 = 1
  • 2 1 /12 = 1,059463094
  • 2 2 /12 = 1,122462048


 x /4

 L /C 


Zijn eerste composities schreef Elgar voor amateurs.

"Heeft men een goed boek uitgelezen, dan is het alsof men van een goede vriend afscheid neemt."

Het ballet veroorzaakte een enorm schandaal.


Priemgetallen blijken niet zo willekeurig te zijn als men eerder had aangenomen.

Op een gegeven moment stelt hij vast,

dat het een verloren zaak is.


Een streamer bevat een zeer korte
tekst van twee of drie regels.

  • Het schrijven van de Magister Ludi aan de Pedagogische Dienst

|}

.....dat hij al tekenen waarneemt, dat in de nabije toekomst Het Kralenspel
als eerste verloren zal gaan.

.....dat hij al tekenen waarneemt, dat in de nabije toekomst Het Kralenspel
als eerste verloren zal gaan.


{{Overline| (12)}} om ergens een lijntje boven te trekken
{{Overline|24}}

12
24


12
--
24

Breuken

 
Bestand:Rmath.png 
 


Als dit in een zin staat






a bc: a b/c (geheel getal, teller en noemer) ab: a/b (teller en noemer) 1a: 1/a (alleen noemer)

12
--
24


{{Overline|a}}



12
24



a



{{Overline|24}}

12
24

Sjabloon:I =vbreuk
In deze theoretische verhandeling, wordt de vergelijking: S =  A /L geïntroduceerd.
Hierbij is:

  • S de stroom
  • A de spanning
  • L de weerstand

Later zijn deze letters vervangen door de huidige notatie: I =  U /R

sin α = sin 32 0 + 18 + [ ( 44 ) / 60 ) / 60 ] = sin 32,3122 0 = 0,5345 24

Schrijfwijze

Het hoofdtelwoord geeft de teller van een breuk weer, het rangtelwoord de noemer.

  •  1 / 5  een vijfde,  7 /10 zeven tiende, 1  2 /6 een twee zesde.
  • 11  1 /5 elf en een vijfde, elf een vijfde, of elf gehelen en een vijfde.

Enkele breuken hebben een eigen naam:


Een derde lijkt een eigen naam te hebben. Het is als breuk een "gewone" combinatie (derde is het rangtelwoord van drie):

  •  1 / 3  een derde (dus niet eenderde)
  •  2 /3 twee derde.

 sina /cosa

  •  30-10 /5

 60 /24/60

Rv =  1 /1R1 + R2 +......Rn


 1 / 5 

 - /x(t)


x(t) = v • t + x0 =  dx /dtt + x0


 y(p) /x(p) =  K • G(p) /1 + [K • G(p) • H(p)]


sin α = sin 32 0 + 18 + [ ( 44 ) / 60 ) / 60 ] = 0 = 0,5345 24

sin a = sin 32 + 18 +  44 /60/60 = sin 32,3122

Het eerste voorbeeld is ook als volgt toe te lichten: als men twee taarten elk in vier even grote stukken snijdt, resulteert dat in acht stukken. Ook het delen van breuken is zo te beschrijven: als men anderhalve (1 12 = 32) euro uitgeeft aan artikelen die een halve euro per stuk kosten, krijgt men drie van die artikelen, want  3 /2 :  1 / 2  =  3 /2 ×  2 /1 =  3 × 2 /2 × 1 = 3.













Groter

Op een gegeven moment meent hij, dat hij de zin van het Spel dicht is genaderd, maar denkt toch dat hij dit niet tot zijn beroep moet maken.

23 • 60 • 60 = 82.800


128 4/ 7 0 achtenveertig achtenveertig

  • P = U • I • cos φ
  • P = 3U f • I f • cos φ

waarbij:

  • U f = U fase en I f = I fase
  • P = 3 U fase• I fase • cos φ
Moon River, Goodnight Moon, Moon Cloud, Dark of the Moon




































Δ BCD ~ Δ ABC


Franciscus 7 feb 2015 12:31 (CET)