Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Colombino Wiski: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Colombino_Wiski&oldid=54327133 5 aug 2019)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Colombino_Wiski&oldid=54298615 -1- CADEWILDE)
Regel 1: Regel 1:
'''Colombino Wiski''', ook nog geschreven als Colombo, Colombino de Towel, Colombino de Wasky of de Waske<ref>{{Citeer boek|titel=The Martyr of the Pongas, being a Memoir of the rev. Hamble James Leacock|auteurlink=|auteur=Caswall Henry|medeauteurs=|taal=Engels|url=|uitgever=New York Thomas N. Stanford|datum=1857|pagina's=p. 208-209|ISBN=}}</ref>, is een illegale West-Afrikaanse slavenhandelaar, zakenman en een avonturier.
COLOMBINO WiSKI


Hij ondernam een expeditie naar het binnenland van Afrika, maar is vooral bekend als mede-ondertekenaar van het op 4 maart 1848 gesloten verdrag tussen luitenant-ter-zee Joseph Van Haverbeke enerzijds en opperchef van de [[Nalu]], [[Lamina Towel]] anderzijds; daarbij werden de oevers van de middenloop van de [[Rio Nuñez|Rio Nunez]] (Kakandé) aan de Belgische koning [[Leopold III van België|Leopold I]] en zijn regering verpacht.<ref>{{Citeer tijdschrift|achternaam=Massinon|voornaam=R.|medeauteurs=|taal=Frans|url=|titel=L'Entreprise du Rio Nunez|jaargang=|tijdschrift=Bulletin de l'Académie Royale des Sciences d'outre Mer|datum=1965}}</ref> Colombino Wiski was vertaler-tolk van [[Lamina Towel]] en getrouwd met één van diens familieleden. Zijn woonplaats aan de Rio Cacine (Cassini), nu [[Guinee-Bissau]], staat op de kaart van Afrika van Richard Regnauld de Lannoy de Bissy.
Colombino Wiski, ook bekend als Colombo, Colombino de Wiski, de Wiski Tawel, Wasky, De Wasky was een zakenman, slavenhandelaar en een avonturier.


Colombino Wiski verkocht slaven en werkte samen met de beruchte Frans-Florentijnse slavenhaler Théodore Canot.<ref>{{Citeer boek|titel=Vingts ans d'un négrier|auteurlink=|auteur=Capitaine Canot|medeauteurs=|taal=Frans|url=|uitgever=|datum=1860|pagina's=258 p.|ISBN=}}</ref> In de loop van 1856 geraakte hij in internationale opspraak. Samen met de Fransman Victor Lecerf en [[John Nelson Bicaise]] werd hij ervan beticht aan het Amerikaans continent slaven te leveren. De raderstoomboot ''Le Dialmath'' onder bevel van luitenant-ter-zee [[Aristide Vallon]] voerde begin 1857 een onverhoedse aanval op het drietal uit. Daarbij palmde Vallon op 25 maart 1857 namens [[Frankrijk]] de monding in van de toen nog steeds niet in kaart gebrachte Rio Cacine (Cassini). Colombino Wiski wist echter naar de [[Verenigde Staten]] te ontvluchten, dit samen met het voorschot voor de te leveren slaven.
Zijn nationaliteit blijft onduidelijk en verborgen. Aan Britse zendelingen stelde hij zich voor als Griek1 aan Amerikaanse methodisten als Pool. Zijn voornaam is echter ontegensprekelijk van Italiaanse-Genuese oorsprong. Mogelijk is die voornaam afkomstig van de Griekse familienaam Koulombis of Kolompijs en was hij slachtoffer van de genocide van Chios, 1822. Tussen Chios en Genua bestonden eeuwenlange banden. In ieder geval beweerde hij een dagboek bij te houden, deels in het Grieks opgesteld.


Zijn identiteit blijft onduidelijk, maar zijn voornaam is ongetwijfeld Genuees-[[Italiaans]]. Over hem bestaat een portret noch een beschrijving; hij was een 'nkir' of 'een blanke' in het Nalu.
Colombino Wiski werkte samen met de beruchte Frans-Florentijnse slavenhaler Théodore Canot.2 Alles wijst op een zeeman met internationale handelservaring. Zijn reizen reikten van Oost-Indië tot New York en beschrijven avonturen, gebruiken, wilde dieren en gewelddaden. Colombino Wiski trok het binnenland binnen van Afrika, 200 kilometer achter de Gambia waar hij de er aanwezige volkeren als materieel hoger beschaafd beoordeelde.


{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q66023550 }}
Hij vestigde zich temidden van de kleine stam Nalu, meer bepaald aan de monding van de Rio Cacine (Cassini), aan de rechteroever. Zijn factorij staat vermeld op de kaart van Regnauld de Lannoy de Bissy.3 Volgens gouverneur Honório Pereira Barreto streek Wiski daar neer als de eerste niet-Portugees. Wiski werkte als tolk-vertaler van opperchef Lamina Towel (Tawili) en was één van de ondertekenaars van het pachtverdrag dat luitenant-ter-zee eerste klasse Joseph Van Haverbeke namens de Belgische koning Leopold I en zijn regering sloot te Caniope, aan de gelijknamige zijarm van de Rio Nunez.4 Te Sougouboly, daar tegenover, was Colombino langs de Rio Nunez landbouwgrond toegewezen: Colombinia. Ook dreef hij handel met Belgische zakenlui. De in de jaren 1850' in België en West-Afrika operationele Franse zakenman Abraham Cohen, spoorde hem aan zijn slaven voor de katoenteelt in te zetten.


{{DEFAULTSORT:Wiski, Colombino}}
In september 1856 meldde Alexandre Walewski Frans buitenlandminister aan zijn ambtsgenoot voor marine en kolonies, Alphonse Hamlin, dat Wiski samen met diens buur Victor Lecerf en John Nelson Bicaise, linkeroever, in de Rio Cacine (Cassini) transatlantische slavenhandel bedrijven en vroeg daarover uitleg. De raderstoomboot Le Diamath onder bevel van Aristide Vallon, voerde in 1857 een onverhoedse aanval uit op het drietal. Daarbij palmde Vallon op 25 maart 1857 namens Frankrijk de monding in van de toen nog steeds niet in kaart gebrachte Cacine (Cassini). De Portugese gouverneur te Bissao, Honorio Pereira Barreto die de Rio Cacine (Cassini) tot zijn invloedssfeer rekende, protesteerde vruchteloos. Evenzeer de Nalu die het hun land beschouwden en waarvan Vallon gijzelaars nam. Colombino Wiski wist naar de Verenigde Staten te ontvluchten waar hij overigens een twee maanden eerder reeds was van teruggekeerd. Dit samen met het voorschot voor te leveren slaven ten bedrage van 3000 £.
[[Categorie:Belgische koloniale geschiedenis]]
 
[[Categorie:Guinee-Bissau]]
Op 19 mei 1857 antwoordde Hamlin dat Wiski, Lecerf en Bicaise zo armoedig leefden dat het gewoon ondenkbaar was dat ze zich illegale slavenhandel konden veroorloven. Ze hadden gewoon zich langs de Rio Cacine (Cassini) genesteld om zich te beschermen tegen Portugese crediteurs die hen daarom van slavenhandel zouden hadden beschuldigd. De brief van Walewski is echter verdwenen.
 
Een portret noch een beschrijving van Colombino Wiski bestaan, maar hij was een 'nkir' of een blanke in het Nalu.
 
1Caswall Henry, The martyr of the Pongas, being a memoir of the rev. Hamble James Leacock, New York, Thomas N. Stanford, 1857, p. 208-209
 
2Capitaine Canot, Vingt ans de la vie d'un négrier, Paris, 1860, 258 p.
 
3Richard Regnauld de Lannoy de Bissy, Carte de l'Afrique, 1: 2000.000, Feuille 23, Freetown
 
4Camara Sankoumba, Kakandé au Rio Nunez. Prefecture de Boké. Mon village et ses origines au service des générations. Histoire. Comune de Boké, Presses de l'imprimerie CESIG, Conakry, 2001, 55p.

Versie van 13 aug 2019 22:35

COLOMBINO WiSKI

Colombino Wiski, ook bekend als Colombo, Colombino de Wiski, de Wiski Tawel, Wasky, De Wasky was een zakenman, slavenhandelaar en een avonturier.

Zijn nationaliteit blijft onduidelijk en verborgen. Aan Britse zendelingen stelde hij zich voor als Griek1 aan Amerikaanse methodisten als Pool. Zijn voornaam is echter ontegensprekelijk van Italiaanse-Genuese oorsprong. Mogelijk is die voornaam afkomstig van de Griekse familienaam Koulombis of Kolompijs en was hij slachtoffer van de genocide van Chios, 1822. Tussen Chios en Genua bestonden eeuwenlange banden. In ieder geval beweerde hij een dagboek bij te houden, deels in het Grieks opgesteld.

Colombino Wiski werkte samen met de beruchte Frans-Florentijnse slavenhaler Théodore Canot.2 Alles wijst op een zeeman met internationale handelservaring. Zijn reizen reikten van Oost-Indië tot New York en beschrijven avonturen, gebruiken, wilde dieren en gewelddaden. Colombino Wiski trok het binnenland binnen van Afrika, 200 kilometer achter de Gambia waar hij de er aanwezige volkeren als materieel hoger beschaafd beoordeelde.

Hij vestigde zich temidden van de kleine stam Nalu, meer bepaald aan de monding van de Rio Cacine (Cassini), aan de rechteroever. Zijn factorij staat vermeld op de kaart van Regnauld de Lannoy de Bissy.3 Volgens gouverneur Honório Pereira Barreto streek Wiski daar neer als de eerste niet-Portugees. Wiski werkte als tolk-vertaler van opperchef Lamina Towel (Tawili) en was één van de ondertekenaars van het pachtverdrag dat luitenant-ter-zee eerste klasse Joseph Van Haverbeke namens de Belgische koning Leopold I en zijn regering sloot te Caniope, aan de gelijknamige zijarm van de Rio Nunez.4 Te Sougouboly, daar tegenover, was Colombino langs de Rio Nunez landbouwgrond toegewezen: Colombinia. Ook dreef hij handel met Belgische zakenlui. De in de jaren 1850' in België en West-Afrika operationele Franse zakenman Abraham Cohen, spoorde hem aan zijn slaven voor de katoenteelt in te zetten.

In september 1856 meldde Alexandre Walewski Frans buitenlandminister aan zijn ambtsgenoot voor marine en kolonies, Alphonse Hamlin, dat Wiski samen met diens buur Victor Lecerf en John Nelson Bicaise, linkeroever, in de Rio Cacine (Cassini) transatlantische slavenhandel bedrijven en vroeg daarover uitleg. De raderstoomboot Le Diamath onder bevel van Aristide Vallon, voerde in 1857 een onverhoedse aanval uit op het drietal. Daarbij palmde Vallon op 25 maart 1857 namens Frankrijk de monding in van de toen nog steeds niet in kaart gebrachte Cacine (Cassini). De Portugese gouverneur te Bissao, Honorio Pereira Barreto die de Rio Cacine (Cassini) tot zijn invloedssfeer rekende, protesteerde vruchteloos. Evenzeer de Nalu die het hun land beschouwden en waarvan Vallon gijzelaars nam. Colombino Wiski wist naar de Verenigde Staten te ontvluchten waar hij overigens een twee maanden eerder reeds was van teruggekeerd. Dit samen met het voorschot voor te leveren slaven ten bedrage van 3000 £.

Op 19 mei 1857 antwoordde Hamlin dat Wiski, Lecerf en Bicaise zo armoedig leefden dat het gewoon ondenkbaar was dat ze zich illegale slavenhandel konden veroorloven. Ze hadden gewoon zich langs de Rio Cacine (Cassini) genesteld om zich te beschermen tegen Portugese crediteurs die hen daarom van slavenhandel zouden hadden beschuldigd. De brief van Walewski is echter verdwenen.

Een portret noch een beschrijving van Colombino Wiski bestaan, maar hij was een 'nkir' of een blanke in het Nalu.

1Caswall Henry, The martyr of the Pongas, being a memoir of the rev. Hamble James Leacock, New York, Thomas N. Stanford, 1857, p. 208-209

2Capitaine Canot, Vingt ans de la vie d'un négrier, Paris, 1860, 258 p.

3Richard Regnauld de Lannoy de Bissy, Carte de l'Afrique, 1: 2000.000, Feuille 23, Freetown

4Camara Sankoumba, Kakandé au Rio Nunez. Prefecture de Boké. Mon village et ses origines au service des générations. Histoire. Comune de Boké, Presses de l'imprimerie CESIG, Conakry, 2001, 55p.