Boeddhisme en vegetarisme

Vegetarisme is in het boeddhisme niet verplicht. In het boeddhisme is het doden van een levend wezen tegen de vijf voorschriften waaraan elke boeddhist zich zou moeten houden. Het eten van vlees of vis is echter niet hetzelfde als het doden van een levend wezen.

Theravada

Volgens het Theravada (en sommige stromingen in het Mahayana) is het eten van vlees een ethisch neutrale actie, die geen slecht karma veroorzaakt. De belangrijkste factor bij karma is intentie, en bij het eten van vlees is er geen intentie om een levend dier te doden. Het werkelijk intentioneel doden van een levend wezen is echter wèl een slechte daad, die nare gevolgen brengt in het heden en de toekomst.

Een voorname soetra over het eten van vlees door de Boeddha en zijn monniken in het Pali Canon is de Jivaka Sutta, waarin de Boeddha nadere uitleg geeft aan dokter Jivaka, die bezorgd is omdat hij heeft gehoord dat mensen dieren slachten om vlees aan de Boeddha te geven. De Boeddha legt aan Jivaka uit over wat voor vlees voor monniken toegestaan is, en zegt hem dat het slachten van dieren voor monniken op vijf manieren een hele slechte daad is.

Mahayana

Over het algemeen wordt het eten van vlees in het Mahayana-boeddhisme als iets slechts gezien. Omdat er in Tibet wegens de hoge ligging en de vaak voor de landbouw ongeschikte grond weinig groenten beschikbaar zijn, eten veel Tibetaanse Mahayana-boeddhisten toch vlees.

In de Lankavatara Sutra, een soetra die lang na het leven van de Boeddha geschreven werd, en die in het Chinese Chan (later zen) Boeddhisme een grote rol speelt, wordt expliciet tegen het eten van vlees geageerd.

Externe links

• Jivaka Sutta over vlees eten door de Boeddha en zijn monniken
• Lankavatara Soetra over vegetarisme volgens Mahayana