Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bad quarto

Uit Wikisage
Versie door Guido den Broeder (overleg | bijdragen) op 20 nov 2009 om 03:36 (- catspam)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bad quarto is een term waarmee 20e-eeuwse Shakespeare-onderzoekers het probleem van verschillende versies van vroege teksten van Shakespeare trachtten uit te leggen. Veel van die vroege teksten die door derden werden gepubliceerd uit winstbejag, waren van slechte kwaliteit, al zijn zij voor onderzoekers zeker interessant.

Van Hamlet bestonden er bijvoorbeeld wel 7 edities vóór 1642, waaronder de First quarto van 1603, een ‘bad’ quarto, gedrukt op basis van een manuscript dat door acteurs uit het geheugen was samengesteld.

Het was de Engelse bibliograaf Alfred W. Pollard die in 1909 de "bad quarto" bedacht om teksten aan te duiden die hij ervan verdacht corrupt te zijn.
Hij concentreerde zich daarbij in hoofdzaak op 4 vroege quarto's:

  • Romeo and Juliet (1597)
  • Henry V (1600)
  • The Merry Wives of Windsor (1602)
  • Hamlet (1603)

Deze uitgaven bestempelde hij als "slecht" omdat er volgens hem opvallende fouten in zaten: er ontbraken stukken zin, de woordvolgorde klopte niet, proza in druk werd weergegeven als poëzie en vice versa. In de loop van de 20e eeuw kwam tegen deze theorie al reactie van andere Shakespearekenners, waaronder de biograaf W. W. Greg Walter en R. C. Rhodes. Zij nuanceerden Pollards "bad" quarto-stelling, door er op te wijzen dat de minder belangrijke delen, de bijrollen, wel waarheidsgetrouw leken, wat hen deed veronderstellen dat het deze acteurs waren geweest die de quarto's uit het geheugen hadden samengesteld.