Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amp Smit: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&diff=cur&oldid=46900767 12 jun 2016)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&diff=cur&oldid=46904577 13 jun 2016 Henriduvent)
Regel 1: Regel 1:
'''Antonie Theodorus Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een veelzijdig Nederlands kunstenaar. Hij begon als tekenaar en decorateur, maar ontplooide zich al snel tot dichter, plateelschilder en –ontwerper, beeldhouwer, grafisch ontwerper, etaleur, emailleur, houtskooltekenaar en schilder (olieverf en aquarel)
'''Antonie Theodorus (Amp) Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een veelzijdig Nederlands kunstenaar. Hij begon als tekenaar en decorateur, maar ontplooide zich al snel tot dichter, plateelschilder en –ontwerper, beeldhouwer, grafisch ontwerper, etaleur, emailleur, houtskooltekenaar en schilder (olieverf en aquarel)
   
   
== Levensloop ==
== Levensloop ==
=== Jeugd en studie ===
=== Jeugd en studie ===
Amp Smit is geboren in Utrecht op 6 mei 1903 als Antonie Theodorus Smit.  
Amp Smit is geboren in Utrecht op 6 mei 1903 als Antonie Theodorus Smit.  
Zijn vader, Anton Smit, was tekenleraar en leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de Fa. de Gruyter (van 1910 tot ong. 1920).
Zijn vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de [[De Gruyter (winkelketen)|Firm De Gruyter]].
Amp Smit volgde de Kunstnijverheidsschool in Utrecht (1916) en had onder meer les van T. van der Laan, Houtzagers en de Haas.
 
Hij haalde vervolgens in korte tijd zijn diploma aan het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen. Op advies van directeur Piersma gaat hij studeren op de Rijksacademie te Amsterdam(1920-1922) en kreeg daar les van o.a. Gerard Westerman, Johannes Jurres, Theo Molkenboer en van der Pol.
In zijn jeugd was Amp Smit een zorgenkindje; hij heeft amper de Spaanse griep overleefd.
Op de Rijksacademie komt hij in contact met Prof. Derkinderen, die de Rijksacademie leidde en inspireerde.
 
De idealistische kunstenaars van die tijd streven naar gemeenschapskunst. Wandschilderingen in openbare gebouwen waren een ideale manier om een groot publiek kennis te laten maken met kunst. De wanddecoraties verplaatsten zich van kerken naar openbare gelegenheden. Tijdens zijn studie heeft Amp Smit wanddecoraties ontworpen en uitgevoerd voor o.a Bioscoop Tuschinsky in Amsterdam en Hotel L'Europe in Utrecht. Ook ontwierp hij glas- en loodramen en tegeltableaus voor de Fa. de Gruyter en Krasnapolsky.
Amp Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen. Hij vervolgde zijn opleidng op de [[Rijksakademie van beeldende kunsten]] (1920-1922). Hij kwam in contact [[Antoon Derkinderen]] die de Rijksacademie leidde en inspireerde.
Amp Smit volgde tevens lessen kostuumleer en vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij heeft daar een groot deel van de bevolking, vnl. vissers, in houtskool geportretteerd. Een half jaar later (1927) exposeerde hij al zijn werk in Kunstliefde in Utrecht, alwaar alles binnen twee weken was verkocht. Dit financiële succes verschafte hem de mogelijkheid in contact te komen met buitenlandse schilders.
 
Tijdens zijn studie heeft Amp Smit enkele wanddecoraties ontworpen en uitgevoerd voor onder andere [[Theater Tuschinski]] in Amsterdam en [[Hotel L'Europe]] in Utrecht. Ook ontwierp hij glas- en loodramen en tegeltableaus voor De Gruyter en [[Krasnapolsky]]. Amp Smit volgde tevens lessen kostuumleer.


=== Carriere tot 1930 ===
=== Carriere tot 1930 ===
In Amps werk uit die periode is de invloed van Derkinderen en Jan Toorop duidelijk zichtbaar. Ook bewonderde hij het werk van Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Hij ontwerpt naast tegeltableaus voor de Fa. de Gruyter ook glas- en loodramen (1924).
In Amps werk uit de periode tot 1930 zijn talloze inspiraties en stijlen zichtbaar.
Door zijn avontuurlijke instelling komt Amp al snel in aanraking met andere idealisten. Hij raakt bevriend met de onderwijshervormer Kees Boeke. En de theosofie speelt een grote rol in zijn leven. Hij neemt deel aan de kampen van Krishnamurti in 1919 in Ommen.
Invloed op Smit hadden Derkinderen, [[Jan Toorop]], [[Willem van Konijnenburg]] en [[R.N. Roland Holst]]. Hij kreeg in de periode tevens belangstelling voor de onderwijshervormer [[Kees Boeke]] en stromingen als de [[theosofie]] en nam deel aan kampen van [[Krishnamurti]] in 1919 in Ommen. Stilistisch voelde hij zich bovendien verwant met de [[Amsterdamse school]] hetgeen vooral tot uiting kwam in zijn grafisch werk.  
Hij vertrekt voor korte tijd als kunstenaar naar Parijs en Antwerpen en bezoekt daar de kunstacademies. Over die reizen zijn geen details bekend. Hij verblijft maanden in Spakenburg (1926 ??????) om de bevolking te schilderen. De tentoonstelling naar aanleiding van dit verblijf is een groot succes. Amp wordt betiteld als “zeer getalenteerd” en verkoopt al zijn werk.
Vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar een groot deel van de bevolking, veelal vissers, in houtskool. Zijn expositie van dit werk in 1927 was zeer succesfol, ook financieel.
Qua stijl voelt hij zich het meest aangetrokken tot de Amsterdamse School. Waarschijnlijk speelt ook de mystieke uitstraling van deze stijl een grote rol. Vooral in zijn grafisch werk komt de invloed van de Amsterdamse School zeer duidelijk naar voren. De ontwerpen die hij voor de wanden van Hotel L’Europe in Utrecht maakte (1928)sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon. Voor het burgerlijke Utrecht moet zoveel naakt toch wel een schok zijn geweest. Naast zijn vrije werk is hij af en toe in dienst van andere decorateursbedrijven. En vader Anton Smit heeft nog steeds veel opdrachten van de kruideniersfirma De Gruyter en schuift Amp vaak wat opdrachten toe om aan inkomsten te komen.
 
Nederland is al snel te klein voor Amp. Hij wil naar Berlijn. De stad waar op dat moment alles lijkt te gebeuren. De brieven van vader Smit aan Amp in het verre Berlijn laten vooral bezorgdheid doorschemeren (‘Kleine Liebe ist grosse Liebe’ Brievenboek uitg. 2010)
Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, zoals tegeltableaus, en ontwierp daarnaast glas- en loodramen. De ontwerpen voor de wanden van Hotel L’Europe in Utrecht maakte in 1928 sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon.
Op jonge leeftijd overleefde Amp ternauwernood de Spaanse griep. Sindsdien is hij een zorgenkind dat zich echter qua ondernemendheid en energie moeilijk laat sturen.
 
Hij reist van 1926 t/m 1929 heen en weer tussen Berlijn en Nederland en had zich ingeschreven als gast aan de Kunstakademie Am Knie. Hij wordt verliefd op een mooie vrouw, die hij met veel moeite heeft overgehaald om model voor hem te zijn. Hij wilde een ‘Mona Lisa’ schilderen. Zij kwam uit een goede familie en kwam alleen in zijn atelier als zij gechaperonneerd werd door een van haar broers. Hij werkte tussendoor in Berlijn aan muurschilderingen voor een bioscoop in de Uhlandstrasse en maakte reclameschilderingen op straatmuren.
Smit werkte en studeerde ook in het buitenland. Hij verbleef in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte in Berlijn aan muurschilderingen voor een bioscoop in de Uhlandstrasse en maakte reclameschilderingen op straatmuren.
Om meer inkomen te hebben om met haar te kunnen trouwen, werkt hij in Nederland bij o.a. Dirk-Jan van der Laan en had contacten met Jaap Gidding. Ook ontwerpt hij in 1929 glas- en loodramen voor Krasnapolsky en werkt als schilder in Tuschinsky. In 1929 neemt hij zijn geliefde mee naar Nederland, trouwt met haar en gaat wonen in Reewijk.
Om meer inkomen te hebben om met zijn in Berlijn gevonden vrouw te kunnen trouwen, werkte hij in Nederland bij o.a. Dirk-Jan van der Laan. Ook ontwierp hij in 1929 glas- en loodramen voor Krasnapolsky en werkte hij als schilder in Tuschinsky. In 1929 vestigde hij zich met zijn geliefde in Reewijk.
Zijn vader raadt hem aan om als getrouwd man vast werk te zoeken en brengt hem op advies van De Gruyter in aanraking met W.A. Hoyng, directeur van de Goudse plateelfabriek Zuid-Holland. Amp komt te werken op de ontwerpafdeling. Op bestaande modellen past hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikt sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam is in de fabriek ( maart 1929- oktober 1930) zijn het best te omschrijven als een creatieve explosie. Hij ontwerpt ook zelf modellen van vazen, kandelaars en sculpturen en beschildert en ontwerpt patronen. Helaas slaat de crisis toe. En Amp moet vertrekken. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject van plateelaardewerk.
 
Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en vond dit bij de Goudse plateelfabriek Zuid-Holland. waar hij ging werken op de ontwerpafdeling. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929- oktober 1930) zijn het best te omschrijven als een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf modellen van vazen, kandelaars en sculpturen en beschilderde en ontwiep patronen. Door de crisis moest Amp vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject van plateelaardewerk.


=== Ontwikkeling na 1930 ===
=== Ontwikkeling na 1930 ===
Amp Smit woonde na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid Holland in Bilthoven samen met Gretchen Weese en hun eerste zoon Antonie Gunther Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij vlak voor de oorlog (1939) naar Amsterdam.
Amp Smit woonde na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid Holland in Bilthoven samen met zijn vrouw Gretchen Weese en hun eerste zoon Antonie Gunther Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij vlak voor de oorlog (1939) naar Amsterdam.
1940-1945:
 
Hij weigerde zich in te schrijven bij de ‘Kultuurkamer’; het nationaalsocialistische regime verplichtte beroepskunstenaars zich aan te melden bij de ‘Kultuurkamer’. Wie zich niet inschreef kreeg een beroepsverbod. Amp Smit heeft in de oorlogsjaren gewerkt als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.
Hij weigerde zich gedurende de Tweede Wereldoorlog in te schrijven bij de ‘[[Kultuurkamer]]’, wat door het nationaalsocialistische regime voor beroepskunstenaars verplicht gesteld werd.
Na 1945: De naoorlogse jaren staan in het teken van wederopbouw. Bij gebrek aan een atelier begon hij thuis met emailleren van voorwerpen en plaquettes. Omdat de goudverf giftig was, ging hij vervolgens houtskooltekeningen maken. De  houtskooltekeningen hebben een grootse opzet en zijn getekend op krantenpapier.  
Smit heeft in de oorlogsjaren gewerkt als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.
Hij huurde in 1948 een eigen atelier in de Van Der Hoopstraat in Amsterdam en begon twee jaar later (1950) met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te gaan schilderen, omdat zijn rechterhand inmiddels te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson.
 
Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij o.a. geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger.
De de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en plaquettes. Ook maakte hij houtskooltekeningen, getekend op krantenpapier.  
Thuis maakte hij in de avonduren kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht. Als ondersteuning kocht het Rijk vele olieverfschilderijen en aquarellen aan. Hij werd lid van de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij geregeld exposeerde.  
Hij huurde in 1948 een eigen atelier in de Van Der Hoopstraat in Amsterdam en begon twee jaar later (1950) met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te gaan schilderen, omdat zijn rechterhand inmiddels te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij o.a. geïnspireerd werd door [[Picasso]], [[Chagall]] en [[Fernand Léger]].
Naast vele tentoonstellingen won hij in 1956 de eerste prijs voor de schilderkunst van het Unesco Centrum Nederland ten gunste van het 10-jarig bestaan.
 
Ook maakte hiju kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht. Hij werd lid van de kunstenaarsverenigingen [[Arti et Amicitiae]], [[De Onafhankelijke]], [[De Stuwing]], en [[St. Lucas]], waar hij geregeld exposeerde.  
 
Hij exposeerde veel op tentoonstellingen en won in 1956 de eerste prijs voor de schilderkunst van het Unesco Centrum Nederland vamwege het 10-jarig bestaan.
Tot zijn dood in 1976 bleef Amp Smit beroepskunstenaar.
Tot zijn dood in 1976 bleef Amp Smit beroepskunstenaar.


=== Levensfilosofie ===
=== Levensfilosofie ===
'Eenvoud is onuitputtelijk' is een uitspraak van [[Krishnamurti]] en is typerend voor de kunstenaar Amp Smit.
'Eenvoud is onuitputtelijk' is een uitspraak van [[Krishnamurti]] en is typerend voor de kunstenaar Amp Smit.
Gedurende zijn leven heeft hij een onuitputtelijke inspiratie gehad en die kenmerkt zich door de hoeveelheid kunstwerken die hij gemaakt heeft. Zijn werk heeft als onderwerp De Mens in al zijn dagelijkse bezigheden.  
Gedurende zijn leven heeft hij een onuitputtelijke inspiratie gehad en die kenmerkt zich door de hoeveelheid kunstwerken die hij gemaakt heeft. Zijn werk heeft als onderwerp De Mens in al zijn dagelijkse bezigheden.
 
== Kunstvormen en technieken ==
== Kunstvormen en technieken ==
Smit beoefende de volgende kunstvormen en beroepen:
=== Tekenaar en decorateur ===
=== Tekenaar en decorateur ===
Tekst en plaatjes
=== Dichter ===
=== Dichter ===
Gedichten
=== Plateelschilder en –ontwerper ===
=== Plateelschilder en –ontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Grafisch ontwerper ===
=== Grafisch ontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Beeldhouwer ===
=== Beeldhouwer ===
Tekst en plaatjes
=== Etaleur/reclameontwerper ===
=== Etaleur/reclameontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Houtskooltekenaar ===
=== Houtskooltekenaar ===
Tekst en plaatjes
=== Schilder (olieverf en aquarel) ===
=== Schilder (olieverf en aquarel) ===
Tekst en plaatjes
 
== Tentoonstellingen ==
== Tentoonstellingen ==
* Vanaf 1950 Arti et Amicitiae; Amsterdam
* Vanaf 1950 Arti et Amicitiae; Amsterdam
Regel 77: Regel 76:
* RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag
* RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag
* Vormen uit Vuur; Tijdschrift nr. 230 (?????)
* Vormen uit Vuur; Tijdschrift nr. 230 (?????)
* Website Amp Smit; www.ampsmit.nl
* Website Amp Smit; [http://ampsmit.nl/]

Versie van 14 jun 2016 09:53

Antonie Theodorus (Amp) Smit (Utrecht, 6 mei 1903Amsterdam, 25 maart 1976) was een veelzijdig Nederlands kunstenaar. Hij begon als tekenaar en decorateur, maar ontplooide zich al snel tot dichter, plateelschilder en –ontwerper, beeldhouwer, grafisch ontwerper, etaleur, emailleur, houtskooltekenaar en schilder (olieverf en aquarel)

Levensloop

Jeugd en studie

Amp Smit is geboren in Utrecht op 6 mei 1903 als Antonie Theodorus Smit. Zijn vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de Firm De Gruyter.

In zijn jeugd was Amp Smit een zorgenkindje; hij heeft amper de Spaanse griep overleefd.

Amp Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen. Hij vervolgde zijn opleidng op de Rijksakademie van beeldende kunsten (1920-1922). Hij kwam in contact Antoon Derkinderen die de Rijksacademie leidde en inspireerde.

Tijdens zijn studie heeft Amp Smit enkele wanddecoraties ontworpen en uitgevoerd voor onder andere Theater Tuschinski in Amsterdam en Hotel L'Europe in Utrecht. Ook ontwierp hij glas- en loodramen en tegeltableaus voor De Gruyter en Krasnapolsky. Amp Smit volgde tevens lessen kostuumleer.

Carriere tot 1930

In Amps werk uit de periode tot 1930 zijn talloze inspiraties en stijlen zichtbaar. Invloed op Smit hadden Derkinderen, Jan Toorop, Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Hij kreeg in de periode tevens belangstelling voor de onderwijshervormer Kees Boeke en stromingen als de theosofie en nam deel aan kampen van Krishnamurti in 1919 in Ommen. Stilistisch voelde hij zich bovendien verwant met de Amsterdamse school hetgeen vooral tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar een groot deel van de bevolking, veelal vissers, in houtskool. Zijn expositie van dit werk in 1927 was zeer succesfol, ook financieel.

Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, zoals tegeltableaus, en ontwierp daarnaast glas- en loodramen. De ontwerpen voor de wanden van Hotel L’Europe in Utrecht maakte in 1928 sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon.

Smit werkte en studeerde ook in het buitenland. Hij verbleef in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte in Berlijn aan muurschilderingen voor een bioscoop in de Uhlandstrasse en maakte reclameschilderingen op straatmuren. Om meer inkomen te hebben om met zijn in Berlijn gevonden vrouw te kunnen trouwen, werkte hij in Nederland bij o.a. Dirk-Jan van der Laan. Ook ontwierp hij in 1929 glas- en loodramen voor Krasnapolsky en werkte hij als schilder in Tuschinsky. In 1929 vestigde hij zich met zijn geliefde in Reewijk.

Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en vond dit bij de Goudse plateelfabriek Zuid-Holland. waar hij ging werken op de ontwerpafdeling. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929- oktober 1930) zijn het best te omschrijven als een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf modellen van vazen, kandelaars en sculpturen en beschilderde en ontwiep patronen. Door de crisis moest Amp vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject van plateelaardewerk.

Ontwikkeling na 1930

Amp Smit woonde na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid Holland in Bilthoven samen met zijn vrouw Gretchen Weese en hun eerste zoon Antonie Gunther Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij vlak voor de oorlog (1939) naar Amsterdam.

Hij weigerde zich gedurende de Tweede Wereldoorlog in te schrijven bij de ‘Kultuurkamer’, wat door het nationaalsocialistische regime voor beroepskunstenaars verplicht gesteld werd. Smit heeft in de oorlogsjaren gewerkt als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.

De de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en plaquettes. Ook maakte hij houtskooltekeningen, getekend op krantenpapier. Hij huurde in 1948 een eigen atelier in de Van Der Hoopstraat in Amsterdam en begon twee jaar later (1950) met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te gaan schilderen, omdat zijn rechterhand inmiddels te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij o.a. geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger.

Ook maakte hiju kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht. Hij werd lid van de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij geregeld exposeerde.

Hij exposeerde veel op tentoonstellingen en won in 1956 de eerste prijs voor de schilderkunst van het Unesco Centrum Nederland vamwege het 10-jarig bestaan. Tot zijn dood in 1976 bleef Amp Smit beroepskunstenaar.

Levensfilosofie

'Eenvoud is onuitputtelijk' is een uitspraak van Krishnamurti en is typerend voor de kunstenaar Amp Smit. Gedurende zijn leven heeft hij een onuitputtelijke inspiratie gehad en die kenmerkt zich door de hoeveelheid kunstwerken die hij gemaakt heeft. Zijn werk heeft als onderwerp De Mens in al zijn dagelijkse bezigheden.

Kunstvormen en technieken

Smit beoefende de volgende kunstvormen en beroepen:

Tekenaar en decorateur

Dichter

Plateelschilder en –ontwerper

Grafisch ontwerper

Beeldhouwer

Etaleur/reclameontwerper

Houtskooltekenaar

Schilder (olieverf en aquarel)

Tentoonstellingen

  • Vanaf 1950 Arti et Amicitiae; Amsterdam
  • 1952 Arti; Nobelstraat 27; Utrecht
  • 1956 Oudemanhuispoort; Leiden
  • 1957 De Kelder; Hilversum
  • 1957 Lustrum studentenvereniging Catena; Leiden
  • 1959 De Groene Fles; Almelo
  • 1960 Guildhall Galaries; Chicago; USA
  • 1967 Gemeentehuis; Weesp
  • 1970 Architect Zandstra; Amsterdam
  • 1975 Museum ‘t Coopmanshuys; Franeker
  • 2016 Museum Gouda; Gouda
  • Talloze groepstentoonstellingen van o.a. Arti et Amicitiae; St. Lucas; De Stuwing; De Onafhankelijken.

Bronnen en literatuur

  • Pieter Scheen Lexicon deel 2 pag. 358
  • C.A. Scharten 1996 pag. 130
  • P.M.J.E. Jacobs 2000 deel5 pag 435
  • Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe” 2010
  • Monografie van Jan Juffermans 1975
  • RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag
  • Vormen uit Vuur; Tijdschrift nr. 230 (?????)
  • Website Amp Smit; [1]