Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amp Smit: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&diff=cur&oldid=46925529 Ellywa 16 jun 2016)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&oldid=46928719 Henriduvent 17 jun 2016)
 
Regel 1: Regel 1:
'''Antonie Theodorus (Amp) Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een Nederlands kunstenaar.<ref>http://ampsmit.nl/</ref> Hij begon als tekenaar en [[Decoratie|decorateur]], maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, zoals [[plateel]]schilderkunst en –ontwerp, grafisch ontwerp, etaleren, [[[[Email (glazuur)|emailleren]], houtskooltekeningen en schilderkunst ([[olieverf]] en [[aquarel]]).
'''Antonie Theodorus (Amp) Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een Nederlands kunstenaar.<ref>[http://ampsmit.nl/ Website Stichting Amp Smit]</ref> Smit begon als tekenaar en [[Decoratie|decorateur]], maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, en was [[keramist]], [[grafisch ontwerper]],[[Muurschildering|wandschilder]], [[beeldhouwer]], [[Email (glazuur)|emailleur]], schilder, houtskooltekenaar en [[aquarellist]].<ref>https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292</ref>
 
== Levensloop ==
== Levensloop ==
=== Jeugd en studie ===
=== Jeugd en studie ===
Amp Smits vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de [[De Gruyter (winkelketen)|Firma De Gruyter]]. Amp Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen in Amsterdam.<ref>{{Citeer web|url=http://www.spuitglazuur.nl/plateelbakkerij-zuid-holland/amp-smit/|titel=Amp Smit|bezochtdatum=2016-06-13|werk=Experimenteel Kunstaardewerk|taal=nl-NL}}</ref> Hij vervolgde zijn opleiding op de [[Rijksakademie van beeldende kunsten]] (1920-1922) ook in Amsterdam, waar hij in contact kwam met de directeur, [[Antoon Derkinderen]], die hem zeer zou inspireren. Hij volgde er tevens lessen kostuumleer.
Smits vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de [[De Gruyter (winkelketen)|firma De Gruyter]]. Smit volgde een opleiding aan de [[Kunstnijverheidsschool]] in Utrecht en het [[Instituut Piersma]], de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen in Amsterdam.<ref>{{Citeer web|url=http://www.spuitglazuur.nl/plateelbakkerij-zuid-holland/amp-smit/|titel=Amp Smit|bezochtdatum=2016-06-13|werk=Experimenteel Kunstaardewerk|taal=nl}}</ref> Hij vervolgde zijn opleiding op de [[Rijksakademie van beeldende kunsten]] (1920-1922) ook in Amsterdam, waar hij in contact kwam met de directeur, [[Antoon Derkinderen]], die hem zeer zou inspireren. Hij volgde er tevens lessen kostuumleer.


=== Carrière tot 1930 ===
=== Carrière tot 1930 ===
Smit liet zich in de periode tot 1930 inspireren door uiteenlopende personen, kunstvormen en nijverheid. Behalve door Derkinderen werd hij beïnvloed door [[Jan Toorop]], [[Willem van Konijnenburg]] en [[R.N. Roland Holst]]. Daarnaast was hij bevriend met de onderwijshervormer [[Kees Boeke]] en had hij belangstelling voor esoterische stromingen als de [[theosofie]]. Van [[Krishnamurti]] nam hij het motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' over, wat hem ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' als thema te kiezen en leidde tot een enorme productie. Informatie over Smit in de periode 1926 tot 1929 komt voornamelijk uit Het Brievenboek (2010), waarin zijn familie de briefwisseling tussen Amp en zijn verloofde in Berlijn en met zijn vader in Utrecht heeft gebundeld. Zijn jongste zoon, Hildebrand Smit, heeft in 1969 voor het eindexamen van de Kweekschool te Amsterdam een omvangrijk werkstuk over zijn vader gemaakt.
Smit liet zich in de periode tot 1930 inspireren door uiteenlopende personen, kunstvormen en nijverheid. Behalve door Derkinderen werd hij beïnvloed door [[Jan Toorop]], [[Willem van Konijnenburg]] en [[R.N. Roland Holst]]. Daarnaast was hij bevriend met de onderwijshervormer [[Kees Boeke]] en had hij belangstelling voor esoterische stromingen als de [[theosofie]]. Van [[Krishnamurti]] nam hij het motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' over, wat hem ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' als thema te kiezen en leidde tot een enorme productie.<ref>Informatie over Smit in de periode 1926 tot 1929 komt voornamelijk uit Het ''Brievenboek'' (2010), waarin zijn familie de briefwisseling tussen Smit en zijn verloofde in Berlijn en met zijn vader in Utrecht heeft gebundeld. Zijn jongste zoon, Hildebrand Smit, heeft in 1969 voor het eindexamen van de Kweekschool te Amsterdam een omvangrijk werkstuk over zijn vader gemaakt.</ref>


Smit voelde zich verder verwant met de [[Amsterdamse school]], hetgeen tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in [[klederdracht]]en besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar veel inwoners, veelal vissers, in houtskool. Op de tentoonstelling van dit werk in 'Kunstliefde' te Utrecht is al zijn werk verkocht. Hiermee financierde hij zijn volgende studiereizen naar het buitenland.
Smit voelde zich verder verwant met de [[Amsterdamse school]], hetgeen tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in [[klederdracht]]en besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar veel inwoners, veelal vissers, in houtskool. Met de opbrengsten van dit werk op de tentoonstelling in 'Kunstliefde' te Utrecht financierde hij zijn studiereizen naar het buitenland.


Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, onder meer voor [[tegeltableau]]s, en ontwierp daarnaast [[Glas in lood|glas-in-lood]]ramen. De ontwerpen voor de wanden van [[Hotel L’Europe]] in Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van [[exotisme]] en hadden een [[esoterisch]]e en [[erotisch]]e ondertoon.
Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, onder meer voor [[tegeltableau]]s, en ontwierp daarnaast [[Glas in lood|glas-in-lood]]ramen. De ontwerpen voor de wanden van [[Hotel de l'Europe]] aan de Vreedenburg te Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van [[exotisme]] en hadden een [[esoterisch]]e en [[erotisch]]e ondertoon.


Smit werkte en studeerde in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte er aan muurschilderingen, deels als reclame-uiting. In 1929 vestigde hij zich met zijn vrouw Gretchen Weese in Reewijk. Hij ontwierp dat jaar glas-in-loodramen voor [[Krasnapolsky]] en werkte hij als schilder in [[Tuschinsky]].  
Smit werkte en studeerde enige tijd in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte er aan muurschilderingen, deels als reclame-uiting. In 1929 vestigde hij zich met zijn vrouw Gretchen Weese in Reewijk. Hij ontwierp dat jaar glas-in-loodramen voor [[Krasnapolsky]] en werkte hij als schilder in [[Tuschinsky]].


Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en dit vond hij op de ontwerpafdeling van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte [[Sjabloon|sjablonen]] in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929 - oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf vazen, kandelaars en sculpturen en ontwierp en schilderde patronen. Door de crisis moest hij vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject.
Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en dit vond hij op de ontwerpafdeling van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte [[Sjabloon|sjablonen]] in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929 - oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf vazen, kandelaars en sculpturen en ontwierp en schilderde patronen. Door de crisis moest hij vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject.
Regel 21: Regel 21:
Gedurende de [[Tweede Wereldoorlog]] weigerde hij zich in te schrijven bij de ''[[Kultuurkamer]]'', wat het nationaalsocialistische regime verplicht stelde voor beroepskunstenaars. In de oorlogsjaren werkte hij als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.
Gedurende de [[Tweede Wereldoorlog]] weigerde hij zich in te schrijven bij de ''[[Kultuurkamer]]'', wat het nationaalsocialistische regime verplicht stelde voor beroepskunstenaars. In de oorlogsjaren werkte hij als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.


Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en [[plaquette]]s. Ook maakte hij houtskooltekeningen op krantenpapier. In 1948 huurde hij een atelier in de [[Van der Hoopstraat]] en twee jaar later begon hij met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te schilderen, omdat zijn rechterhand te zeer ging beven door de [[ziekte van Parkinson]]. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij onder andere geïnspireerd werd door [[Picasso]], [[Chagall]] en [[Fernand Léger]]. Ook maakte hij kleine [[aquarel]]len die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht.  
Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en [[plaquette]]s. Ook maakte hij houtskooltekeningen op krantenpapier. In 1948 huurde hij een atelier in de [[Van der Hoopstraat]] en twee jaar later begon hij met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te schilderen, omdat zijn rechterhand te zeer ging beven door de [[ziekte van Parkinson]]. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij onder andere geïnspireerd werd door [[Picasso]], [[Chagall]] en [[Fernand Léger]]. Ook maakte hij kleine [[aquarel]]len die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht.


In 1956 won hij de eerste prijs voor de schilderkunst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Unesco Centrum Nederland.
In 1956 won hij de eerste prijs voor de schilderkunst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Unesco Centrum Nederland.
Regel 41: Regel 41:
* 2016 Museum Gouda<ref>{{Citeer web|url=http://www.museumgouda.nl/agenda/2016-03-04/amp-smit-veelzijdigheid-op-de-grens-van-abstractie/|titel=Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016|bezochtdatum=2016-06-13|werk=www.museumgouda.nl}}</ref>
* 2016 Museum Gouda<ref>{{Citeer web|url=http://www.museumgouda.nl/agenda/2016-03-04/amp-smit-veelzijdigheid-op-de-grens-van-abstractie/|titel=Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016|bezochtdatum=2016-06-13|werk=www.museumgouda.nl}}</ref>
* Talloze groepstentoonstellingen van onder andere Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Stuwing en De Onafhankelijken.
* Talloze groepstentoonstellingen van onder andere Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Stuwing en De Onafhankelijken.
== Link ==
{{Link RKD|id=73292}}
{{Appendix|1=alles|2=
{{Appendix|1=alles|2=
;Gebruikte bronnen  
'''Gebruikte bronnen'''
*[[Pieter Scheen]], ''Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars (1750-1950)'', deel 2 pag. 358
* [[Pieter Scheen]], ''Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars (1750-1950)'', deel 2 pag. 358
*C.A. Scharten, ''Register van overlijden bij P.A. Scheen's lexicon'', 1996 pag. 130
* C.A. Scharten, ''Register van overlijden bij P.A. Scheen's lexicon'', 1996 pag. 130
*P.M.J.E Jacobs, ''Beeldend Benelux, biografisch handboek - 6 delen'', 2000 deel 5 pag. 435
* P.M.J.E Jacobs, ''Beeldend Benelux, biografisch handboek - 6 delen'', 2000 deel 5 pag. 435
*''Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe”'', 2010
* ''Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe”'', 2010
*[[Jan Juffermans]], ''Monografie over Amp Smit'', 1975
* [[Jan Juffermans]], ''Monografie over Amp Smit'', 1975
*[https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292 Amp Smit op website RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag]  
* [https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292 Amp Smit op website RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag]
*Artikel in Tijdschrift Vormen uit Vuur, juni 2016, nr. 231.
* Artikel in Tijdschrift Vormen uit Vuur, juni 2016, nr. 231.
----
----
{{References}}
{{References}}
}}
{{Wikidata|}} }}
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q }}
{{DEFAULTSORT:Smit, Amp}}
[[Categorie:Nederlands kunstenaar]]
[[Categorie:Nederlands kunstschilder]]

Huidige versie van 18 jun 2016 om 09:55

Antonie Theodorus (Amp) Smit (Utrecht, 6 mei 1903Amsterdam, 25 maart 1976) was een Nederlands kunstenaar.[1] Smit begon als tekenaar en decorateur, maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, en was keramist, grafisch ontwerper,wandschilder, beeldhouwer, emailleur, schilder, houtskooltekenaar en aquarellist.[2]

Levensloop

Jeugd en studie

Smits vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de firma De Gruyter. Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma, de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen in Amsterdam.[3] Hij vervolgde zijn opleiding op de Rijksakademie van beeldende kunsten (1920-1922) ook in Amsterdam, waar hij in contact kwam met de directeur, Antoon Derkinderen, die hem zeer zou inspireren. Hij volgde er tevens lessen kostuumleer.

Carrière tot 1930

Smit liet zich in de periode tot 1930 inspireren door uiteenlopende personen, kunstvormen en nijverheid. Behalve door Derkinderen werd hij beïnvloed door Jan Toorop, Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Daarnaast was hij bevriend met de onderwijshervormer Kees Boeke en had hij belangstelling voor esoterische stromingen als de theosofie. Van Krishnamurti nam hij het motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' over, wat hem ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' als thema te kiezen en leidde tot een enorme productie.[4]

Smit voelde zich verder verwant met de Amsterdamse school, hetgeen tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar veel inwoners, veelal vissers, in houtskool. Met de opbrengsten van dit werk op de tentoonstelling in 'Kunstliefde' te Utrecht financierde hij zijn studiereizen naar het buitenland.

Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, onder meer voor tegeltableaus, en ontwierp daarnaast glas-in-loodramen. De ontwerpen voor de wanden van Hotel de l'Europe aan de Vreedenburg te Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon.

Smit werkte en studeerde enige tijd in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte er aan muurschilderingen, deels als reclame-uiting. In 1929 vestigde hij zich met zijn vrouw Gretchen Weese in Reewijk. Hij ontwierp dat jaar glas-in-loodramen voor Krasnapolsky en werkte hij als schilder in Tuschinsky.

Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en dit vond hij op de ontwerpafdeling van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929 - oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf vazen, kandelaars en sculpturen en ontwierp en schilderde patronen. Door de crisis moest hij vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject.

Ontwikkeling na 1930

Na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid-Holland woonde Smit met zijn vrouw en zoon Antonie Gunther in Bilthoven. Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij in 1939 naar Amsterdam.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog weigerde hij zich in te schrijven bij de Kultuurkamer, wat het nationaalsocialistische regime verplicht stelde voor beroepskunstenaars. In de oorlogsjaren werkte hij als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.

Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en plaquettes. Ook maakte hij houtskooltekeningen op krantenpapier. In 1948 huurde hij een atelier in de Van der Hoopstraat en twee jaar later begon hij met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te schilderen, omdat zijn rechterhand te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij onder andere geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger. Ook maakte hij kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht.

In 1956 won hij de eerste prijs voor de schilderkunst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Unesco Centrum Nederland.

Tot zijn dood in 1976 bleef Smit beroepskunstenaar.

Tentoonstellingen

Smit exposeerde onder meer via de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij lid van was.

  • Vanaf 1950 Arti et Amicitiae, Amsterdam
  • 1952 Arti; Nobelstraat 27, Utrecht
  • 1956 Oudemanhuispoort, Leiden
  • 1957 De Kelder, Hilversum
  • 1957 Lustrum studentenvereniging Catena, Leiden
  • 1959 De Groene Fles, Almelo
  • 1960 Guildhall Galaries, Chicago
  • 1967 Gemeentehuis, Weesp
  • 1970 Architect Zandstra, Amsterdam
  • 1975 Museum ‘t Coopmanshuys, Franeker
  • 2016 Museum Gouda[5]
  • Talloze groepstentoonstellingen van onder andere Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Stuwing en De Onafhankelijken.

Link

Informatie over deze kunstenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Gebruikte bronnen


  1. º Website Stichting Amp Smit
  2. º https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292
  3. º (nl) Amp Smit. Experimenteel Kunstaardewerk Geraadpleegd op 2016-06-13
  4. º Informatie over Smit in de periode 1926 tot 1929 komt voornamelijk uit Het Brievenboek (2010), waarin zijn familie de briefwisseling tussen Smit en zijn verloofde in Berlijn en met zijn vader in Utrecht heeft gebundeld. Zijn jongste zoon, Hildebrand Smit, heeft in 1969 voor het eindexamen van de Kweekschool te Amsterdam een omvangrijk werkstuk over zijn vader gemaakt.
  5. º Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016. www.museumgouda.nl Geraadpleegd op 2016-06-13
rel=nofollow

Zoek op Wikidata

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow