Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Albert de Vleeschauwer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Albert Jozef baron de Vleeschauwer van Braekel (Nederbrakel, 1 januari 1897 - Kortenberg, 24 februari 1971) was een Belgisch politcius en minister voor de Katholieke Partij en de CVP.

Biografie

Vroege carrière

De Vleeschauwer was doctor in de rechten en advocaat en was een tijdlang medewerker en hoofd van de studiedienst bij de Boerenbond. Hij was hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven (hij doceerde onder andere handelsrecht)en volksvertegenwoordiger in het arrondissement Leuven voor de Katholieke Partij en de CVP van 1932 tot 1961. De Vleeschauwer was minister van Koloniën (1938-1939 en 1939-1945), van Justitie (1940-1942), van Openbaar onderwijs (1942-1944), van Binnenlandse zaken (1949-1950) en van Landbouw (1958-1960).

Tweede Wereldoorlog

Na de Duitse inval op 10 mei 1940 vluchtte De Vleeschauwer met de Belgische regering naar Frankrijk. Toen duidelijk werd dat Frankrijk de strijd aan het verliezen was besloot de regering op 15 juni om naar Engeland te vluchten. Maar een paar dagen later, toen Maarschalk Pétain aankondigde dat Frankrijk de wapens zou neerleggen, veranderde ze van idee. De ministers Camille Gutt, Marcel-Henri Jaspar en De Vleeschauwer verzetten zich daartegen en wilden toch doorvechten. Jaspar vluchtte op eigen houtje naar Engeland en werd daarvoor "uitgesloten" uit de regering. Gutt en De Vleeschauwer legden zich neer bij de regeringsbeslissing, maar De Vleeschauwer mocht toch uit Frankrijk vertrekken, met een speciaal statuut van "administrateur-generaal' van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi. Zijn opdracht was uitsluitend om de kolonie uit vreemde handen te houden.Hij zag spoedig in dat hij zijn opdracht maar tot een goed einde kon brengen als hij de steun had van de Britten.Op 4 juli vertrok hij vanuit Lissabon naar Londen. Daar ontmoette hij Winston Churchill op 8 juli. Hij beloofde hem de steun van Belgisch Congo. Hij beloofde hem ook dat er meer Belgische ministers zouden volgen. Bij een ontmoeting aan de Frans-Spaanse grens in Le Perthus, op 2 augustus 1940, slaagde hij er in zijn collega's Paul-Henri Spaak en Hubert Pierlot te overtuigen. Gutt hoefde niet meer overhaald te worden en reisde met hem mee terug naar Londen. Spaak en Pierlot zouden pas eind oktober 1940 in Londen arriveren. Al die tijd hielden Gutt en De Vleeschauwer onder hun twee de Belgische regering boven water aan de geallieerde zijde. Vanaf 31 oktober 1940 ging de vierkoppige regering Pierlot-Spaak-De Vleeschauwer en Gutt van start in Londen. De Vleeschauwers "soortelijk gewicht" als minister was in Londen veel groter dan in Brussel omdat Belgisch Congo de belangrijkste bron van inkomsten zou worden voor de Belgische regering-in-ballingschap. De Vleeschauwers beleid was omstreden, zowel in Congo als in Londen. Hij leek lange tijd de rol van scheidsrechter te willen spelen tussen de twee. Londen wilde de kolonie resoluut ondergeschikt maken aan de oorlogsvoering. In Congo probeerde men ook de eigen zelfstandige zakelijke en 'staatkundige' belangen te vrijwaren.

Na de oorlog

In de koningskwestie was De Vleeschauwer een absoluut voorman van de Leopoldistische beweging, die koning Leopold onvoorwaardelijk steunde. Na onduidelijkheid over zijn betrokkenheid bij een faillissement van een koloniale onderneming verdween hij in 1960 van het voorplan. Toch werd hij later vrijgesproken in deze zaak. Hij werd in 1954 in de adelstand verheven.

Voorganger:
Charles du Bus de Warnaffe
Minister van Koloniën
1938-1939
Opvolger:
Gaston Heenen
Voorganger:
Gaston Heenen
Minister van Koloniën
1939-1945
Opvolger:
Edouard De Bruyne
Voorganger:
Hubert Pierlot
Minister van Openbaar Onderwijs
1942-1944
Opvolger:
Victor de Lavaleye
Voorganger:
Piet Vermeylen
Minister van Binnenlandse Zaken
1949-1950
Opvolger:
Maurice Brasseur
Voorganger:
Paul-Emile Janson
Minister van Justitie
1940-1942
Opvolger:
Antoine Delfosse
Voorganger:
René Lefebvre
Minister van Landbouw
1958-1960
Opvolger:
Charles Héger