Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Aśoka

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 13 okt 2020 om 19:08
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Koning Ashoka (Sanskriet: अशोक, Aśoka, ook geschreven als Asoka) was een heerser in de Indische dynastie van de Maurya. Door zijn invloed kon het boeddhisme zich uitbreiden.

Leven

Naar verluidt werd Ashoka geboren in 304 v.Chr. als zoon van keizer Bindusara en Dharmma, één van zijn vrouwen van een relatief lage status. Ashoka had vele oudere halbroers met verschillende moeders.

Ashoka’s grootvader, Chandragupta Maurya, had het land beschermd tegen de invallen van Alexander de Grote. Volgens een legende zou Chandragupta zijn zwaard hebben weggegooid en voor het jaïnistische kloosterleven hebben gekozen. Ashoka zou het zwaard gevonden en voor zichzelf gehouden hebben.

Reeds op jonge leeftijd zou Ashoka het talent hebben getoond om een succesvol generaal en verstandig beheerder te worden. Een aantal halfbroers werd jaloers op hem. Vooral zijn oudste broer, Susima, die het meest te verliezen had, ging zich tegen hem verzetten. Susima zorgde ervoor dat Ashoka naar Taxila (in het huidige Pakistan) werd gestuurd om een opstand neer te slaan. Toen Ashoka daar aankwam, werd hij met open armen ontvangen en de opstand werd opgelost zonder bloedvergieten.

Daarna kon Susima zijn vader overtuigen om Ashoka in ballingschap te sturen. Wegens een gewelddadige opstand in Ujjain in 276 v.Chr., liet Bindusara Ashoka terugkomen. Ashoka kon de opstand neerslaan, maar werd gewond in de strijd. In die periode werd hij verzorgd door boeddhistische monniken, wat waarschijnlijk zijn eerste contact was met het boeddhisme.

Toen Bindusara in 275 v.Chr. overleed, brak een strijd uit over de opvolging. Volgens de legenden was Ashoka bijzonder wreed en liet verschillende van zijn broers – een legende maakt melding van 99 halfbroers[1] – vermoorden om zelf plaats te kunnen nemen op de koningstroon.[2] Alleen zijn jongere broer Vitashoka zou gespaard gebleven zijn.[1]

In 274 v.Chr. werd Ashoka tot koning (raja) gekroond en werd hij de derde „keizer” van het Maurya-rijk. Gedurende de aanvangstijd van zijn regering zette hij zich in om het groeiende rijk door nieuwe veroveringen uit te breiden. Een laatste veldslag was de inname van het koninkrijk Kálinga, met de hoofdstad Toshali, in het oosten van India (gebied van het huidige Orissa) in 261 v.Chr. Hierbij vielen meer dan 200 000 slachtoffers.

Moe van al dit bloedvergieten, en zich bewust van het lijden dat hij de overwonnenen had aangedaan, had hij zo sterke wroeging dat hij gewapende veroveringen voortaan afzwoer en besloot het rijk in vrede te regeren. In die periode werd hij overtuigd van het boeddhisme. Hij bouwde hospitalen voor mensen en dieren, rustplaatsen voor reizigers langs de wegen en liet waterputten graven. Hij zette zich in voor dieren en het milieu: moederdieren mochten niet worden gedood, bossen mochten niet zomaar, of om dieren te doden, worden afgebrand, het ene dier mocht niet gebruikt worden om het andere te voederen.[3][4]

Hij liet een aantal stoepa’s en kloosters bouwen en nam maatregelen om de schisma’s binnen de sangha (de boeddhistische gemeenschap) op te lossen.

In 250 v.Chr. vond in Pataligama, Ashoka’s hoofdstad, een derde boeddhistische raadsvergadering („concilie”) plaats onder zijn bescherming. Na afloop stuurde koning Ashoka groepen van ervaren monniken als missionarissen naar alle windrichtingen, in het Westen zelfs tot in Syrië, Egypte en Macedonië. Terwijl de missies in het Westen weinig succes hadden, vond men in Azië een groot gehoor. Zijn eigen zoon, Mahinda, en zijn dochter Sanghamitta brachten als zendelingen het boeddhisme naar Sri Lanka. Het boeddhisme ontwikkelde zich hierdoor van een plaatselijke religie tot een wereldreligie. Tegenover andere religies nam Ashoka een respectvolle houding aan en garandeerde hen de vrijheid om volgens hun eigen principes te leven.

In latere generaties werd hij in het boeddhisme als „ideale heerser” beschouwd.

Zuilen van Ashoka

Lange tijd waren legenden de enige informatiebron over koning Ashoka, tot in de 19e eeuw vele van zijn besluiten teruggevonden werden in de vorm van inscripties op zuilen en rotsen.[2] Sommige van de zuilen die hij in het „Middenland” (Majjhamidesa) liet oprichten, waren wel 15 meter hoog. Ze werden gemaakt in de steengroeven van Varanasi (Kasi) en van daaruit naar de plaats gesleept waar ze opgesteld werden, soms wel honderden kilometers. De zuilen werden versierd met een kapiteel, bijvoorbeeld een gebeeldhouwde stier of leeuw.

Weblinks

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 Ashoka the Great: From Cruel King to Benevolent Buddhist op ancient-origins.net
  2. 2,0 2,1 The Edicts of King Ashoka. Introduction, The Wheel Publication No. 386/387, Buddhist Publication Society, Kandy, Sri Lanka, 1993, ISBN 955-24-0104-6, op cs.colostate.edu
  3. º Editen van Ashoka, Zuil vijf
  4. º Maximilian Bircher-Benner, Fruit Dishes and Raw Vegetables p. 2