Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johanna Brandt

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Johanna Brandt, meisjesnaam van Warmelo, (Heidelberg (Transvaal), 18 november 1876 – Nuweland (Kaapstad), 23 januari 1964) was een Zuid-Afrikaanse verpleegster, spionne tijdens de Boerenoorlogen, en controversieel schrijfster over gezondheidsonderwerpen.

Leven

Johanna Brandt was de jongste dochter van de uit Gouda (Nederland) afkomstige dominee Nicolaas Jacobus van Warmelo en zijn tweede echtgenote, Maria Magdalena Elizabeth Maré, wiens ouders uit Frankrijk naar Transvaal (Zuid-Afrika) waren uitgeweken.

Zij groeide op in Heidelberg in Transvaal en volgde dan twee jaar opleiding aan het Good Hope Seminary for Young Ladies in Kaapstad. In 1892 overleed haar vader. In 1895 ging zij met haar moeder op het landgoed „Harmonie” wonen, in wat nu de wijk Sunnyside is in Pretoria. In 1897 maakte zij met haar moeder een eerste reis naar Europa, zes maanden lang, en leerde op deze reis de theologiestudent Louis Ernst Brandt kennen. In hun briefwisseling beloofden zij met elkaar te trouwen.

Spionage in de Boerenoorlog

Zij was verpleegster en was in die functie actief in de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog in 1899 tot de Britten Pretoria, de hoofdstad van Transvaal, innamen. Maar de Afrikaners gaven zich nog niet gewonnen, en er begon een langdurige guerrilla-oorlog. In deze fase van de Boerenoorlog werd zij actief in het organiseren van spionage op Britse soldaten en bood een schuilplaats aan voortvluchtige gevangenen. Zij gebruikte een systeem met citroensap als onzichtbare inkt, om informatie over troepenbewegingen en hoeveelheden wapens toe te voegen aan de brieven aan haar verloofde.

De Britse soldaten gingen er als vanzelfsprekend van uit dat de beide dames, die afgesneden op het landgoed „Harmonie” woonden, onschadelijk waren, en lieten hen met rust.

Door informatie die ze in een sigarettendoosje naar de Engelse journalist W. T. Stead smokkelde, schreef hij een aangrijpend verslag in de Review of Reviews over de erbarmelijke toestand in het gevangenenkamp Irene, met als gevolg dat de Britse steun aan de oorlog achteruitging.

In februari 1901 woonden 891 mensen, onder wie 315 vrouwen en 390 kinderen, in het gevangenenkamp, waarvoor de Engelsen het woord concentration camp gebruikten. Een twintigtal gevangenen moesten samen in een tent wonen. De levensmiddelen waren beperkt en de ziekten breidden zich snel uit. Door een oproep van een hulpcomité, mochten zes verpleegsters in het kamp werken, onder wie vanaf 24 april ook Johanna Brandt. In het begin van de winter moesten de meeste gevangenen zonder beddengoed op de grond slapen. De overlijdensstatistiek telde in de ergste maand, tussen 7 juni en 11 juli, 182 doden, onder wie 161 kinderen. De toestand in de kampen was geen bewuste vernietigingsstrategie, maar eerder omdat het Britse militaire bestuur dit niet georganiseerd kreeg.

Nog voor de Boerenoorlog door het vredesbesluit van Vereeniging werd beëindigd, reisde zij in juni 1902 van Kaapstad via Engeland naar Nederland, waar op 28 augustus in Arnhem de bruiloft werd gevierd. Dat zij toen reeds een bekende persoonlijkheid was, blijkt uit het feit dat zij de gelukwensen kreeg van koningin Wilhelmina en van de Zuid-Afrikaanse president Paul Kruger, die toen in Nederland verbleef.

Nadat de oudste zoon in Nederland werd geboren, kon Johanna haar man ervan overtuigen om naar Zuid-Afrika te verhuizen, waar hij dominee werd te Pietersburg. Hij overleed in 1939. Louis en Johanna Brandt brachten zeven kinderen groot.

Kanker en de druivenkuur

Haar moeder kreeg kanker en moest zware operaties ondergaan. Dit maakte een diepe indruk op Johanna.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd ook bij haar maagkanker gediagnosticeerd. Omdat zij zich herinnerde aan wat er met haar moeder was gebeurd, weigerde zij de traditionele behandelingswijzen.

In 1915 was zij in Johannesburg een medeoprichtster en partijvoorzitter van de Women’s National Party, in 1916 richtte zij in Pretoria the World Harmony Movement op. Zij stichtte ook de Harmony school of Naturopathy.

Volgens haar eigen beschrijving kreeg zij, toen zij op 7 december 1917 aan het ziekbed van haar moeder zat, bezoek van een engel, die haar een boodschap gaf in verband met de tweede Komst van Jezus Christus. In 1918 gaf zij hierover op eigen kosten het boek Millennium uit, omdat geen enkele uitgeverij het wilde uitgeven. Het boek werd in dagbladen van alle strekkingen verguisd. De gereformeerde kerkleiding uitte geen mening over het boek.

In 1921 werd zij in het Algemeen Ziekenhuis van Johannesburg onderzocht, en de artsen stelden dat ze nog slechts zes weken te leven had. Haar maag was inmiddels in twee gedeeld door een grote tumor.

Johanna begon met lange vastenkuren. Hoewel ze tijdens de dagenlange en zelfs wekenlange vastenperiodes verzwakte, stelde ze vast dat de tumor verkleinde.

Toen ze zes maanden later opnieuw onderzocht werd, bleek dat het gezwel verdwenen was. Maar toen ze terugkeerde tot een normaal voedingspatroon, verscheen de tumor weer. Zij herbegon daarop met vastenkuren waardoor de tumor weer tijdelijk verkleinde. Tot 1925 bleef ze ijverig zoeken naar een voedingsmiddel dat ze zou kunnen gebruiken, dat gifstoffen zou afvoeren en nieuw weefsel zou vormen, maar zonder dat het kankergezwel daardoor zou groeien.

Dit bleek de druif te zijn. Deze bleek het lichaam te kunnen voeden zonder de tumormassa te laten groeien.

Door enkel druiven te eten kon zij zich voldoende voeden, terwijl de tumor bleef afnemen. De uitputtingsgrens kon dus in ruime mate worden verlegd, waardoor de tumormassa langdurig uitgehongerd kon worden, wat uiteindelijk tot haar complete genezing gevoerd heeft.

Na haar volledige herstel van de kanker leefde zij nog veertig jaar. Deze gebruikte ze volledig om bekendheid te geven aan de druivenkuur. Zij schreef ongeveer twintig pamfletten over natuurgeneeskunde en gezondheidsthema’s. Johanna Brandt overleed op 87-jarige leeftijd.

Erkenningen

In het jaar 2000 gaf de Zuid-Afrikaanse post een serie postzegels uit over schrijvers tijdens de Boerenoorlog. Onder hen waren o.a. Sir Arthur Conan Doyle en Winston Churchill. Johanna Brandt staat op de postzegel van 1,30 rand, samen met Sol Plaatje en een afbeelding van de Anglo-Boer War Medal.[1]

Werken

De meeste boeken van Johanna Brandt verschenen oorspronkelijk in het Engels, met later een Nederlandse vertaling. Pas na haar overlijden verschenen Afrikaanse vertalingen.

  • The Irene Concentration Camp, 1904
  • The fasting book, 1912, gezondheidsboek
  • The petticoat commando, or Boer women in secret service, 1913, verschenen in het Afrikaans als: Die kappie kommando, of Boerevrouwen in geheime dienste, 1958
  • The millennium; Die smeltkroes, 1918; 1920
  • The crucible, 1920
  • Die nieuwe wyn, 1921, politiek pamflet
  • Patricia, novelle, twee delen, 1923, 1928, onder het pseudoniem Marcus Romondt
  • The grape cure, 1928, gezondheidsboek
  • The Paraclete, or the Coming World Mother, 1936, religieus boek
  • Elinda, 1938, novelle

Verwijzingen

Bronnen

rel=nofollow