Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ernest Dieltiens

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 6 sep 2015 om 21:42 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ernest_Dieltiens&oldid=44755671 EvilFreD - 23 aug 2015)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Frans-Ernest Dieltiens (Franciscus Ernestus Dieltiens) (Grobbendonk, 19 april 1848 - Pulderbos, 3 augustus 1920) was een Belgische architect die omstreeks de overgang van de 19e naar de 20e eeuw voornamelijk in Antwerpen maar ook in de noordelijke Kempen actief was.

Biografie

Ernest Dieltiens was een telg uit een zeer oude familie, die zich reeds in de 17e eeuw in de omgeving van Grobbendonk bezighield met schrijnwerk, beeldhouwkunst en het snijden van kerkbeelden uit hout. Geboren als derde van twaalf kinderen in een welstellend koopmansgezin, was hij de zoon van Joseph Corneel Dieltiëns (1817 - 1900) en Maria Regina Verhoeven (1823 - 1894).[1].

Hij trouwde met Leonardine De Cuyper met wie hij acht kinderen kreeg, waarvan zoon Maurice[2] in vaders voetsporen trad en eveneens architect werd. Te Antwerpen woonde Ernest onder meer in het huis genaamd "De Winter". Dit is een hoekwoning op het kruispunt van de Generaal Van Merlenstraat met de Waterloostraat (Zurenborg). Zijn laatste woonplaats was het "Cuypershof" (thans verdwenen) aan de Isabellalei 1. Ernest Dieltiens overleed onverwacht te Pulderbos, op 72-jarige leeftijd, tijdens de zomer van 1920. De lijkdienst vond plaats in de parochiekerk van Sint-Jozef te Antwerpen, op vrijdag, 6 augustus 1920 om 10 uur. Een tweede dienst vond drie dagen later plaats, op maandag 9 augustus, eveneens om 10 uur, in de door hem vergrote Onze-Lieve-Vrouwekerk van Pulderbos. Hij werd ter aarde besteld op de begraafplaats van Berchem (Antwerpen).

Carrière

Zijn uitzonderlijke talent werd reeds op zeer jonge leeftijd opgemerkt. In 1859, nauwelijks 11 jaar, behaalde hij de tweede prijs in een wedstrijd georganiseerd voor de dertien scholen van het lager onderwijs, in het kanton Herentals. In 1860, bekwam hij de eerste plaats voor een prijskamp gehouden voor de scholen lager onderwijs in de kantons Herentals, Geel en Westerlo.

Later, in 1864, ving hij zijn studie 'architectuur' aan te Antwerpen. Hij bezocht daar gedurende vier jaren de praktijk van bouwmeester Proost, en gedurende drie jaren de werkplaats der architecten Jan-Lodewijk - en Frans Baeckelmans.

Omstreeks 1870 veroverde hij de eerste prijs van de driejaarlijkse proef, georganiseerd door de Maatschappij voor Schone Kunsten te Antwerpen, en het jaar nadien werd hij de primus voor de Prix de Rome, hetgeen hem toeliet op kosten van het rijk, buitenlandse studiereizen te ondernemen.

Ernest Dieltiens' verblijf te Antwerpen viel samen met een periode van stedelijke expansie. Dit gegeven, gecombineerd met zijn uitzonderlijke bekwaamheid, leverde hem een aanzienlijke tewerkstelling op. In 1881 werd met name door de adellijke families Cogels en Osy de Naamloze Bouwmaatschappij van het Oosten van Antwerpen opgericht. Deze onderneming had tot doel het rurale gebied Zurenborg om te vormen tot een stedelijk gebied. Het jaar nadien keurde het stadsbestuur een nieuw stratenplan goed, wat het licht op groen zette voor bouwactiviteiten in de betrokken omgeving. De vastgoedmaatschappij werkte doorgaans met dezelfde geselecteerde architecten en Ernest Dieltiens was één van hen.

In de'Cogels-Osylei, evenals in de genoemde Zurenborgwijk, ontwierp Ernest Dieltiens een zeer groot aantal woningen voor de welstellende burgerij. Deze werden vaak gekenmerkt door een topgevel en/of torentjes. Hij ontwierp niet allen huizen, maar ook omvangrijke constructies zoals bejaarden- en weeshuizen, kerken en een kasteel. In 1898 werd hij aangezocht voor het maken van plannen voor het toenmalige Ooststation te Antwerpen dat door de uitbreiding van de stad, thans het Centraal Station genoemd wordt. Zijn plannen werden aanvaard door de Commissie der Monumenten, maar doordat de geraamde kostprijs voor de afwerking hoger was dan toegestaan, werd het werk verder gezet door architect Louis Delacenserie. Dit belette evenwel niet, dat ook onder deze laatste uitsluitend het "onder dak plaatsen" van het station destijds bijna zes miljoen Belgische frank kostte.

De Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen verwelkomde Ernest als professor van 1885 tot 1920 (het jaar van zijn overlijden).

Voor zijn buitengewone architecturale prestaties werd hij door de koning gelauwerd met de rang van Ridder in de Leopoldsorde.

Functies

Werken (selectie)

  1. Antwerpen:
    • 1876-1882: Albert Grisardstraat 17-23 (Antwerpen): Meisjesweeshuis (later kinderziekenhuis Good-Engels) in neogotische stijl;
    • 1880: Walvisstraat 37, 39, 41, 43, 45, 47, 49, 53: burgershuizen in neo-Vlaamserenaissance en neoclassicistische stijl;
    • 1897-1899: Cogels-Osylei 32 tot 40 en 33 tot 43: aan de rotonde: monumentale burgershuizen in neoclassicistische stijl;
    • 1882: Waalse Kaai 14: Zuiderpershuis. Vanaf ~ 1975 benut als Theatercollectief en Wereldculturencentrum;
    • 1884: Dageraadplaats 26, 27, 28: woningen in neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1884-1885: Kleinebeerstraat 43 tot 59: woningen in neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1887: Grotehondstraat 57, 59, 61: drie burgershuizen in neoclassicistische stijl;
    • 1887: Filomenastraat 11 en 15: burgershuizen in neoclassicistische stijl;
    • 1887-1889: Kleinehondstraat 8 tot 18: woningen in neo-Vlaamserenaissance -, neoclassicistische en eclectische stijl;
    • 1888-1889: Grotebeerstraat 55 tot 83: burgershuizen in neoclassicistische, neorenaissance en eclectische stijl;
    • 1888: Lange Van Ruusbroecstraat 54 tot 78: burgershuizen in neoclassicistische en neorenaissance-stijl;
    • 1888: Ramstraat 3 tot 15: neoclassicistische woningen;
    • 1890: Filomenastraat 17, 23 en 25: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1890: Leemputstraat 35 tot 73: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1890: Grotehondstraat 51 en 53: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1890-1892: Wolfstraat 3 alsook 7 tot 35, Nottebohmstraat 30, 34, 38, 40, 44 tot 54: burgershuizen in neo-Vlaamserenaissance - en neoclassicistische stijl;
    • 1891: Uitbreidingstraat 472 tot 508: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1891: Filomenastraat 4 en 6: huizen in neoclassicistische stijl;
    • 1892: Grotehondstraat 12, 14 en 16: burgershuizen in neoclassicistische stijl;
    • 1892: Nottebohmstraat 28: burgershuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1892: Dolfijnstraat 1 tot 17: burgerhuizen in neoclassicistische - en neorenaissancestijl;
    • 1892: Lange Altaarstraat 29: hoekhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1894: Tweelingenstraat 31 tot 43: burgershuizen in neoclassicistische- en neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1894: Grotehondstraat 22 tot 26: burgershuizen in neoclassicistische stijl;
    • 1894: Schorpioenstraat 26 tot 38: burgershuizen in neoclassicistische - en neo-Vlaamserenaissance-stijl;
    • 1900: Leemputstraat 23 tot 33: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1901: Uitbreidingsstraat 44 tot 50: woningen in neoclassicistische stijl;
    • 1901: Generaal Van Merlenstraat 31, 33, 35, 37, 46: burgershuizen in neorococo-stijl;
    • 1901: Leysstraat 28: monumentaal hoekgebouw in neobarokstijl;
    • 1901-1904: Dageraadplaats: Sint-Norbertuskerk in neogotische stijl;
    • 1905: Cogels Osylei 77, 79, 81; burgershuizen in eclectische stijl;
    • Waalse kaai: verscheidene pakhuizen.
    • Rubenslei en Van Eycklei: een aantal woningen (thans verdwenen).
  2. Elders:
    • 1878: Grobbendonk (langs de weg van Herentals naar Nijlen): Goorkasteel, ook kasteel Den Huger genoemd. Gebouwd in samenwerking met Eugeen Dieltiens;
    • ~1900: Lille, Rechtestraat 48: villa in samenwerking met Eugeen Dieltiens;
    • 1901: Arendonk: kerk van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Job;
    • 1909-1910: Halle (Zoersel): Gemeentehuis in electische stijl (thans bibliotheek);
    • 1911-1913: wederopbouw van de Sint-Martinuskerk te Halle-Zoersel;
    • 1912-1914: Lille: Sint-Pieterskerk (met uitzondering van de toren);
    • 1913: Pulderbos (Zandhoven): vergroting en wederopbouw van de neogotische Onze-Lieve-Vrouwekerk.

Zie ook

Zurenborg

Galerij


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

Noten
  1. º De familienaam werd in de loop der eeuwen gespeld overeenkomstig de evolutie van de uitspraak: Dieltkens, Dieltiëns, Dieltjens...) en muteerde in Ernests generatie opnieuw. Het trema op de tweede "e" van 'Dieltiëns' kwam nog wel voor op de naam van de vader maar werd niet hernomen in de geboorteopgaven der kinderen. Ingevolge deze variaties vermelden sommige bronnen voor Frans-Ernest Dieltiens ten onrechte een afwijkende spelling. Ook vermeldt een minderheid der bronnen 18 april 1848 als geboortedatum; de meerderheid alsook het overlijdensbericht vermelden 19 april.
  2. º Maurice Dieltiens (1889 - 1947)
  3. º Ludovicus Eugenius Dieltiens (1855 - 1949)
  4. º Hendrik Jozef Huygh, 1885 - 1949
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Ernest Dieltiens op Wikimedia Commons.

rel=nofollow