Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Scheepswerf De Pijp

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 14 mrt 2015 om 09:00 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Scheepswerf_De_Pijp&oldid=43452691 Wouter Bauke 26 feb 2015)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Scheepswerf De Pijp (Fries: De Piip) was een scheepswerf in Drachten. Veel van de vandaag nog in wedstrijdverband uitkomende skûtsjes werden in het begin van de twintigste eeuw gebouwd op deze werf van de Gebroeders Roorda aan het Moleneind in Drachten.

Historie

Scheepswerf De Pijp werd opgericht door Bauke Roorda (1878-1958). Zijn vader Berend Tjeerds Roorda (1849-1928) was al werkzaam in de scheepsbouw. Eind 19e eeuw bouwde Berend Roorda op een kleine houtbouwhelling aan de Noorderdwarsvaart in Drachten vooral pramen.

In 1901 kocht Berend Roorda een stuk grond aan het Moleneind in Drachten, vlakbij de Pijpster Brug. Hij vroeg op 28 januari 1902 een vergunning aan om hier een "scheepstimmeraffaire" op te richten. Op het terrein stond een stelpboerderij en daarnaast bouwde Berend Roorda een werfloods met timmerschuur, die hij voor 900 gulden had gekocht uit een voor afbraak bestemd werfbedrijf bij Scharsterbrug. Zelf legde hij nog twee sleephellingen aan. De werf richtte zich zowel op nieuwbouw, onderhoud als reparatie van houten schepen.

Bauke Roorda werkte aanvankelijk mee op de houtbouwwerf van zijn vader aan de Noorderdwarsvaart in Drachten. In 1897 vertrok hij naar Joure om op de houtbouwwerf van Eeltje Holtrop van der Zee het vak te leren. Bauke Roorda keerde terug naar Drachten nadat zijn vader met de werf aan het Moleneind was begonnen. Hij zag echter in dat de slag van hout naar ijzer gemaakt moest worden en ging opnieuw in de leer. Ditmaal bij de IJzeren Scheepsbouwwerf (later Barkmeijer) in Vierverlaten. Hier bleef hij drie jaar en bekwaamde zich in het bewerken van ijzer. In de avonduren volgde hij lessen voor rekenen, technisch tekenen, wiskunde en bedrijfseconomie. In 1905 keerde hij terug naar Drachten om de werf van zijn vader de omschakeling te laten maken van hout naar ijzer.

Bauke Roorda ontwierp op basis van zijn kennis en ervaring een eigentijds gelijnd roefschip. Hij had een ideaalbeeld voor ogen met mooi gebogen lijnen en rondingen en benutte het nieuwe materiaal staal voor het realiseren van de door hem bedachte rondingen. Schippers hadden al gauw de unieke kwaliteiten van deze nieuwe schepen in de gaten. Vanaf 1909 begint een bloeiperiode van veertien jaar, waarin vele ook nu nog bekende skûtsjes van de werf glijden.

Tussen 1906 en 1925 bouwden Bauke en zijn broers Wouter (1886-1943) en Tjeerd (1881-1966) 42 ijzeren schepen: 26 tjalken (waar de skûtsjes onder vallen), 1 koftjalk, 5 aakschepen, 6 bolschepen, 3 klipperaken en een hevel aak. Ook werden er voor eigen rekening enige jachten gebouwd.

In 1911 ging de werf failliet. Een op de werf gebouwde klipper zonk in 1909 tijdens de eerste reis onderweg naar de Oostzee. Omdat het schip niet was afbetaald, was Berend Roorda nog steeds de eigenaar. Aangezien de opdrachtgever, in weerwil tot de gemaakte afspraken, niet de route via het Kielerkanaal had genomen maar die over zee, keerde de verzekering niet uit. Hierdoor werd de financiële situatie uiteindelijk onhoudbaar.

Het bedrijf maakte in juni 1911 een doorstart onder de naam Gebrs. B.T.W. en S. Roorda, Scheepsbouw- en Constructiewerkplaats. Ook Berends vierde zoon Sietze (1888-1964) participeerde nu in de onderneming. Bauke Roorda had de algehele leiding, ontwierp de schepen, verkocht ze en deed de inkoop. Tjeerd Roorda was verantwoordelijk voor het smids- en constructiewerk en Wouter Roorda verzorgde het scheepstimmerwerk. Sietze zat wel als vennoot in het bedrijf, maar verzorgde de boerderij die gelegen was naast de werf.

In 1921 trok Berend Roorda zich helemaal terug uit het bedrijf dat vanaf dan verder gaat onder de naam Gebrs. Roorda Scheepsbouw en Constructiewerkplaats. De nieuwbouw liep terug, waardoor onderhoud en reparatie de belangrijkste bronnen van inkomsten werden. Er volgde een nieuwe omschakeling van werkzaamheden richting constructiewerk. Dit waren vooral waterbouwkundige werken, zoals bruggen en sluizen. Verder ontwikkelde en maakte de werf baggermachines. In 1933 gleed het laatste nieuwe schip van de helling. In 1958 werd het bedrijf formeel opgeheven; het terrein van de werf was al in 1950 aan Philips verkocht.

Het Piipster Geheim

Het bijzondere van een Piipster skûtsje zit hem vooral in de achtersteven (ofwel "de kont"). De rondingen van het achterschip liggen meer naar voren, zodat de romp vanaf de waterlijn eerder naar boven buigt. Dit wordt betiteld als dat de kont mooi is "geveegd" en in een ideale lijn gepiekt uit het water loopt. Het schip laat daardoor het water eerder los, wat minder weerstand en dus meer snelheid geeft. Door het gebruik van ijzer/staal in de boeg kon deze extra rond worden geklopt. Boven de waterlijn werden op die manier "wangen" gecreëerd die in geladen toestand draagvermogen leveren, maar leeg geen extra weerstand geven. Ook valt het boeisel van de Piipster skûtsjes iets meer naar binnen dan bij de andere skûtsjes.

SKS en IFKS

In 2014 waren dertien van de veertien in de SKS-competitie deelnemende skûtsjes afkomstig van de werf van de Gebroeders Roorda. In de afgelopen twintig jaar won telkens een Piipster-skûtsje het klassement. Ook in de IFKS-competitie spelen de Piipster-skûtsjes een voorname rol.

Monument

Op 26 november 2014 werd bij de plaats waar de scheepswerf heeft gestaan aan het Moleneind een monument onthuld in de vorm van een zwaard van een skûtsje. Van de werf zelf is niets meer zichtbaar in het straatbeeld van Drachten.

Externe links