Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Willem Ernst Lüdeking

Uit Wikisage
Versie door Lidewij (overleg | bijdragen) op 28 sep 2012 om 12:40 (http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Willem_Ernst_L%C3%BCdeking&oldid=32763074 Hludeking)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Willem Ernst Lüdeking (Amsterdam, 17 juli 1802 - Brielle, 3 maart 1882)

Willem Ernst was Genees- Heel- en Vroedmeester, na werkzaam te zijn geweest in Hilversum, Middelie en Nieuwe- Tonge vestigde hij zich in Brielle.

Inhoud

Biografie

Na het overlijden van zijn vader, Ernst Hendrik Lüdeking ( 1808) en zijn moeder, Haassie Elisabeth Bloemhoff (1815), werd Willem Ernst (12 jaar) opgenomen in het Burgerweeshuis, waarschijnlijk samen met zijn, 1 jaar oudere, broer Jan Hendrik (1801-1829). In het Burgerweeshuis was Jan van Speijk (1802 – 1831) zijn slapie, zoals in onderstaande overlijdensadvertentie is genoemd.Het Burgerweeshuis was gelegen tussen de Kalverstraat, het Bagijnehof, de Nieuwezijds Voorburgwal en de Sint Luciënsteeg en is in 1580 in gebruik genomen. In het Burgerweeshuis konden alleen wezen terecht waarvan de ouders poorters waren geweest van de stad Amsterdam.

Ernst Hendrik Lüdeking was van beroep kuiper en werd door zijn huwelijk met Haassie Elisabeth poorter van de stad Amsterdam, GAA PB29 blz. 249. De vader van Haassie Elisabeth (Harmanus Bloemhoff) was van beroep comptoirbediende (Toonbank- of Balie medewerker) en poorter van de stad Amsterdam. Poorter betekent Burger van een stad en bracht bepaalde voordelen met zich mee, men genoot rechtsbescherming en kinderen kregen het recht om opgenomen te worden in het Burgerweeshuis. In het Burgerweeshuis kregen de kinderen een goede opleiding: de jongens leerden een ambacht, zoals houtbewerking en dergelijke, de meisjes kregen les in handwerken. De “wees-heeren” wensten Willem Ernst opgeleid te hebben tot het heelkundig vak. De opleiding tot geneesheer geschiedde in die tijd door zelf lessen te volgen bij goede leermeesters en indien voldoende kennis vergaard te hebben, examen te doen bij een Provinciale commissie. Amsterdam had toen nog geen universiteit (pas in 1877 werd het Atheneum omgevormd tot een gemeentelijke universiteit).

Willem Ernst werd, in 1818 op 16-jarige leeftijd, als assistent leerling geplaatst bij de beroemde Heel- en Verloskundige A. van der Hout.

Citaat uit een stukje autobiografie van Dr. Pieter Klazes Pel (assistent bij Dr. Anthonie van der Hout):

De leefregel in huis was stipt, morgens om 7½ uur boterham met koffij tot ontbijt, 2½ uur middagmaal, avonds 10½ uur botterham met thee. Reeds toen de oudste assistent leerling er nog was en nadat Pel onder geleide van dezen ongeveer 6 weken de praktijk mede waargenomen had, oefende Pel meest altijd geheel allen de Praktijk uit terwijl zijn mede assistent alzoo bij zijn studies voor ’t examen kon blijven. Na diens vertrek kreeg Pel een nog geheel groenen assistent leerling bij zich, een 16-jarige jongeling uit het gereformeerd Burger weeshuis, Willem Ludeking genaamd, deze hield zijn inwoning in en kreeg zijn geheel onderhoud uit het weeshuis en was een vlugge en flinke jongen, die de wees-heeren tot het heelkundig vak wenschten opgeleid te hebben.

Van Pel ontving hij gedurende diens verblijf bij den heer Van der Hout 4 á 5 maal in de week les in ’t latijn en de ontleed- en heelkunde, heeft later van de heer Van der hout les ontvangen en de collegies waargenomen en na te Amsterdam geexamineerd te zijn eene bestemming naar Oostindië gekregen alwaar hij als militair arts een uitmuntende carrière en naam gemaakt heeft.

In het maanblad van Amstelodamum, 61e Jaargang januari/februari 1974, is het verhaal van Anthonie van den Hout en Pieter Klazes Pel ook uitgebreid besproken.

De laatste opmerking: “eene bestemming naar Oostindië gekregen etc.” is niet juist, Pel heeft Willem waarschijnlijk verward met zijn zoon Everhardus Wijnandus Adrianus Lüdeking. Later hield Willem Ernst zich naast zijn praktijk bezig met wetenschappelijke studie, zoals blijkt uit de vermelding in het Nieuw Nederlands Biografisch Woorden boek.

Willem Ernst Lüdeking trouwt op 8 juli 1823 te Edam, Streekarchief Purmerend, DTB Edam 1823, akte 23, met Johanna van den Burgh, geboren op vrijdag 1 november 1799 te Amsterdam, GAA, DTB Amsterdam 1799, akte 298 p.312 nr.10. Willem Ernst trouwt in Edam de woonplaats van Johanna in de akte wordt als beroep genoemd Chirurgijn en in de huwelijksadvertentie wordt als beroep opgegeven Heel- en Vroedmeester. In de advertentie van de geboorte van zijn eerste zoon in 1824 staat als woonplaats genoemd Middelie en Axwijk, dit is een gemeente in de buurt van Purmerend. Van Middelie vertrekt de familie naar Nieuwe-Tonge in Zuid Holland op het eiland Goeree-Overflakkee. In de advertentie van zijn vierde zoon in 1828 staat vermeld; NieuweTong.

Vandaar uit gaat de familie voor een aantal jaren (1930-1931) naar Hilversum waar de vijfde (Everhardus Wijnandus Adrianus) en zesde zoon (Willem Ernst) worden geboren om zich ten slotte in mei 1834 definitief te vestigen in Brielle, in de advertentie van zijn zevende zoon in 1834 staat vermeld; Brielle.

Willem Ernst Lüdeking en Johanna van den Burgh wonen in Brielle in wijk 1 aan het Zuideinde 68. Jan Hendrik Lüdeking zoon van zijn oudere broer Harremannus Gerrit komt in 1929 na het overlijden van zijn moeder Cornelia Hendrika op vijf jarige leeftijd bij zijn oom Willem Ernst wonen, op dat moment, wonende in Hilversum.

Willem Ernst en Johanna kregen 12 kinderen, acht zonen en vier dochters, op drie zonen na overlijden alle kinderen kort na de geboorte.

Johanna overlijdt op zaterdag 29 juli 1865 op 65 jarige leeftijd, SAVPR, ovl. reg. Brielle 1865, akte 83, in de akte wordt Willem Ernst als weduwnaar genoemd.

Willem Ernst overlijdt op 80-jarige leeftijd in Brielle op 3 maart 1882, ’s avonds om elf uur, SAVPR, ovl. reg. Brielle 1882, akte 23. Zoals uit bovenstaande advertentie blijkt, “in tamelijk bekrompen omstandigheden” en waarschijnlijk eenzaam zonder enige familie (initialen zijn omgedraaid). Hij overleefde zijn drie zonen welke alle drie tussen de 40 en 46 jaar oud werden. Zijn oudste zoon Govert Hendrikus Everhardes,huisarts (Middelie 4 april 1824 – Veenendaal 10 maart 1870) was niet getrouwd, van zijn 2e zoon Evert Hendrik (Ernst), boekbinder (Middelie 24 september 1825 – Brielle 28 november 1864) waren alle kleinkinderen al op jonge leeftijd overleden en van zijn 4e zoon Everhardus Wijnandus Adrianus, Officier van gezondheid (Hilversum 29 mei 1830 – Soerabaja 16 februari 1877) had hij alleen kleinkinderen ver weg in Indonesië.

Bibliografie (onvolledig)'

  • De Dzondische geneeswijze tegen de venerische ziekten, op hoog bevel onderzocht: benevens gedane proefnemingen, verkregene resultaten, gedachten over de geneesmethode en een letterkundig onderzoek.
Door Alexander Ferdinand Kluge
Door W.E. Ludeking uit het Hoogduitsch vertaald met aanteekeningen
Uitgever: Leyden, Carel en Gottfried Menzel, 1830
  • Oordeelkundige beschouwing van de kennis en behandeling der stuipen, welke in de zwangerheid, onder en na de verlossing voorkomen, gegrond op stellingen en waarnemingen van voorname genees- en verloskundigen.
Door Willem Ernst Ludeking
Uitgever: Rotterdam, Mensing & Van Westreenen, 1840
  • Levensberigten en lettervruchten van Nederlandsche geneeskundigen, van de vroegste tijden tot op onze dagen. Eene bijdrage tot de geschiedenis van de geneeskunde in Nederland. 1e deel. Van de vroegste tijden tot de stichting van de Leidsche Hooge-school.
Door Willem Ernst Ludeking
Uitgever: Brielle, De Graaff, 1847

Trivia

Willem Ernst Lüdeking trouwt op 8 juli 1823 te Edam met Johanna van der Burgh,
zij krijgen 12 kinderen, acht zonen en vier dochters, op drie zonen na overlijden alle kinderen kort na de geboorte.

De 1e zoon, Govert Hendrik Everhardus Lüdeking wordt geboren op 4 april 1824 te Middelie en Axwijk bij Edam en wordt huisarts te Veenendaal. De 2e zoon, Evert Hendrik (Ernst) Lüdeking wordt geboren op 24 september 1825 te Middlie en wordt boekbinder te Brielle. De 3e zoon, Everhardus Wijnandus Lüdeking wordt geboren op 29 februari 1828 te Nieuwe Tonge en overlijdt daar na ruim 1 jaar. De 4e zoon, Everhardus Wijnandus Adrianus Lüdeking wordt geboren op 29 mei 1830 te Hilversum en officier bij de Geeneeskundige dienst Oost Indië. Het 5e kind wordt geboren in 1832 in Oostvoorne en de volgende in 1834 in Brielle waarna Willem Ernst zich definitief vestigt in Brielle en overlijdt daar op 3 maart 1882 op 80-jarige leeftijd.

Zijn oudste zus en eerst geborene Johanna (Jannetje) Lüdeking', geboren te Amsterdam op 2 januari 1790, is van beroep vroedvrouw, eerst in Amsterdam en later in Eibergen.


Bronnen

Biografie Willem Ernst Lüdeking; “Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek”.
Citaat uit een stukje autobiografie van Dr. Pieter Klazes Pel, ook in maanblad van Amstelodamum, 61e Jaargang januari/februari 1974.
Kopie uit doopboek; Gemeentelijk Archief Amsterdam.
Overlijdensadvertentie; het Nieuws van den dag, 07-03-1882. Schuingedrukte tekst