Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Leander van Eß: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


==Leven==
==Leven==
Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg. In 1790 ging hij in het [[benedictijn]]enklooster in Marienmünster bij Paderborn, waar hij de kloosternaam Leander aannam. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg. Hij nam in 1822 ontslag uit al zijn ambten en vestigde zich als privé-geleerde in Darmstadt, een overwegend protestantse stad. Hij verzamelde op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken. Hij werkte vooral aan een Duitse bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, en was zo een voorloper van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw. Hij de steun van het [[Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap]] voor zijn verspreiding van de Bijbel, maar later distantieerde hij zich van het Bijbelgenootschap omdat hij erop stond de katholieke Bijbelcanon (met [[deuterocanonieke boeken]]) te gebruiken.
Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg. In 1790 ging hij in het [[benedictijn]]enklooster in Marienmünster bij Paderborn, waar hij de kloosternaam Leander aannam. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg. Hij nam in 1822 ontslag uit al zijn ambten in Marburg en vestigde zich als privé-geleerde in Darmstadt, een overwegend protestantse stad, om zich vollediger te kunnen toeleggen op het verdedigen van zijn zienswijze over het lezen van de Bijbel door het volk en om de Bijbel in Duitse vertaling in omloop te brengen. Hij werkte vooral aan een Duitse bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, en was zo een voorloper van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw. Hij kreeg de steun van het [[Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap]] voor zijn verspreiding van de Bijbel, maar later distantieerde hij zich van het Bijbelgenootschap omdat hij erop stond de katholieke Bijbelcanon (met [[deuterocanonieke boeken]]) te gebruiken. Hij verzamelde ook op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken.


Leander van Eß vertaalde het Nieuwe Testament, met enige medewerking van zijn neef Karl van Eß, eveneens een voormalig benedictijn. Dit werd uitgegeven in 1807 in Braunschweig toen hij nog pastoor was. De tekstuele basis voor deze vertaling was de [[Vulgaat]]; een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. In 1827 werkte Leander van Eß aan een eigen Bijbeluitgave, een combinatie van de Complutenzische Polyglot en de Griekse tekst van [[Desiderius Erasmus|Erasmus]].
Leander van Eß vertaalde het Nieuwe Testament, met enige medewerking van zijn neef Karl van Eß, eveneens een voormalig benedictijn. Dit werd uitgegeven in 1807 in Braunschweig toen hij nog pastoor was. De tekstuele basis voor deze vertaling was de [[Vulgaat]]; een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. In 1827 werkte Leander van Eß aan een eigen Bijbeluitgave, een combinatie van de [[Complutenzer polyglot]] en de Griekse tekst van [[Desiderius Erasmus|Erasmus]].


Tussen 1807 en 1821 keurden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. Omdat Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de [[Index librorum prohibitorum]] geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. In 1826 werd dit ook bevestigd door de diocesane administratie<!--vicariaat-generaal--> te Bruchsal.
Tussen 1807 en 1821 beoordeelden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. Aangezien Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de [[Index librorum prohibitorum]] geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. De kerkelijke goedkeuring werd in 1826 bevestigd door de diocesane administratie (het ’vicariaat-generaal’) te Bruchsal.


Na 1816 was Karl van Eß niet meer betrokken bij het vertaalwerk. Leander van Eß werkte ook aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees, met de stille hulp van [[Heinrich Joseph Wetzer]], de latere theologieprofessor, die in zijn studententijd bij Van Eß inwoonde.
Na 1816 was Karl van Eß niet meer betrokken bij het vertaalwerk. Leander van Eß werkte ook aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees, met de stille hulp van [[Heinrich Joseph Wetzer]], de latere theologieprofessor, die in zijn studententijd bij Van Eß inwoonde.


Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836. In 1840 verscheen eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Omdat zij uit het Hebreeuws en Aramees vertaalden, volgt de nummering van de psalmen de indeling van [[Robert Estiennes]], en verschilt dus van die in de Vulgaat en andere vroege katholieke bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege uitgaven van de vertaling van Van Eß is het doorlopende [[tetragrammaton|tetragram]] in de vorm [[JHWH|Jehova]].
Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836. In 1840 verscheen eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Omdat zij uit het Hebreeuws en Aramees vertaalden, volgt de nummering van de psalmen de indeling van [[Robert Estiennes]], en verschilt die dus van die in de Vulgaat en andere vroege katholieke bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege uitgaven van de vertaling van Van Eß is het doorlopende gebruik van de naam [[JHWH|Jehova]] als weergave van het [[tetragrammaton|tetragram]].


Vanaf 1835 woonde hij in een boerderij in Alzey.
Vanaf 1835 woonde hij in een boerderij in Alzey.
Regel 24: Regel 24:
{{DEFAULTSORT:Ess, Leander van}}
{{DEFAULTSORT:Ess, Leander van}}
[[Categorie: Duits rooms-katholiek priester]]
[[Categorie: Duits rooms-katholiek priester]]
[[Categorie: rooms-katholiek theoloog]]
[[Categorie: benedictijn]]
[[Categorie: benedictijn]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Duits]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Duits]]

Versie van 12 sep 2020 11:29

Leander van Eß (burgerlijke naam Johann Heinrich van Eß; Warburg in het Prinsdom Paderborn, 15 februari 1772 – Affolterbach, Odenwald, 13 oktober 1847) was een katholiek theoloog en auteur van een vertaling van de Bijbel in het Duits.

Leven

Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg. In 1790 ging hij in het benedictijnenklooster in Marienmünster bij Paderborn, waar hij de kloosternaam Leander aannam. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg. Hij nam in 1822 ontslag uit al zijn ambten in Marburg en vestigde zich als privé-geleerde in Darmstadt, een overwegend protestantse stad, om zich vollediger te kunnen toeleggen op het verdedigen van zijn zienswijze over het lezen van de Bijbel door het volk en om de Bijbel in Duitse vertaling in omloop te brengen. Hij werkte vooral aan een Duitse bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, en was zo een voorloper van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw. Hij kreeg de steun van het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap voor zijn verspreiding van de Bijbel, maar later distantieerde hij zich van het Bijbelgenootschap omdat hij erop stond de katholieke Bijbelcanon (met deuterocanonieke boeken) te gebruiken. Hij verzamelde ook op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken.

Leander van Eß vertaalde het Nieuwe Testament, met enige medewerking van zijn neef Karl van Eß, eveneens een voormalig benedictijn. Dit werd uitgegeven in 1807 in Braunschweig toen hij nog pastoor was. De tekstuele basis voor deze vertaling was de Vulgaat; een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. In 1827 werkte Leander van Eß aan een eigen Bijbeluitgave, een combinatie van de Complutenzer polyglot en de Griekse tekst van Erasmus.

Tussen 1807 en 1821 beoordeelden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. Aangezien Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de Index librorum prohibitorum geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. De kerkelijke goedkeuring werd in 1826 bevestigd door de diocesane administratie (het ’vicariaat-generaal’) te Bruchsal.

Na 1816 was Karl van Eß niet meer betrokken bij het vertaalwerk. Leander van Eß werkte ook aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees, met de stille hulp van Heinrich Joseph Wetzer, de latere theologieprofessor, die in zijn studententijd bij Van Eß inwoonde.

Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836. In 1840 verscheen eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Omdat zij uit het Hebreeuws en Aramees vertaalden, volgt de nummering van de psalmen de indeling van Robert Estiennes, en verschilt die dus van die in de Vulgaat en andere vroege katholieke bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege uitgaven van de vertaling van Van Eß is het doorlopende gebruik van de naam Jehova als weergave van het tetragram.

Vanaf 1835 woonde hij in een boerderij in Alzey.

Erkenningen

  • 1818: eredoctoraat in de theologie, Universiteit van Freiburg im Breisgau.

Weblinks

rel=nofollow