Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Scheren en geschoren worden: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Renegade(Overleg | bijdragen) op 22 sep 2006 Renegade 22 sep 2006)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Scheren en geschoren worden''' en '''Haargroei en haarberoving'''. In zijn propagandistisch werk over [[Karel de Grote]] schrijft [[Einhard]] dat [[Childerik III]], de laatste [[Merovingers|Merovingische]] vorst, werd afgezet en in een klooster opgesloten en dit, aldus beweert Einhard verkeerdelijk, op last van paus [[Paus Stefanus II (III)|Stephanus II]]. Overigens, zo schrijft Einhard, was het Merovingisch geslacht reeds lang van zijn kracht beroofd. "Aan de Merovingische vorst bleef, afgezien van zijn titel, slechts de voldoening over op zijn troon te zetelen, met lang haar en volle baard, en de schijn te wekken dat hij regeerde."
'''Scheren en geschoren worden''' en '''Haargroei en haarberoving'''.


Aan deze woorden van Einhard hebben we misschien het verhaal van de "[[vadsige koning]]en" te danken. Over deze [[Kapsel (haardracht)|haartooi]], ogenschijnlijk slechts een onbeduidend detail, weten we dat de Frankisch-Merovingische vorsten zich van de overige [[Franken (volk)|Franken]] onderscheidden door hun lange haarlokken, die ze onbelemmerd op hun schouders lieten hangen. Zeer waarschijnlijk hadden zij, zoals de tijdgenoot-historicus [[Agathias Scholastikos]] schrijft, "een scheiding in het midden van hun hoofd, waar vanaf het haar over de schouders en de rug, niet samen- of opgebonden, maar loshangend." Dit lange haar was niet alleen een sociaal herkenningsteken van hun koninklijke macht, maar ook voorwaarde daartoe.
===Bij de Merovingische Franken===
Bij de Merovingers had de koning lang haar.<ref>Bémont, Charles, 1848-1939; Monod, Gabriel, 1844-1912; Sloan, Mary; Adams, George Burton, 1851-1925, [https://archive.org/details/medievaleuropef00adamgoog ''Medieval Europe from 395 to 1270''] , New Toekomst, Holt, 1902, p. 66.</ref>


Zonder de lange haardos was uitoefening van de koninklijke macht onmogelijk. De "gewone" Franken droegen een lange [[snor (haargroei)|snor]] en [[vlecht (haar)|gevlochten haarstrengen]] aan beide zijden van hun hoofd, of een [[paardenstaart (haardracht)|paardenstaart]]. De koning daarentegen mocht zijn haar los hangen en een [[baard (haargroei)|baard]] dragen. Daarom was het een grote [[vernedering]] en [[schande]] als de koning geschoren en onthaard werd. Daardoor verloor hij zijn [[sociale status|status]] en werd hij verbannen naar een [[klooster (gebouw)|klooster]] of zelfs vermoord.
In zijn propagandistisch werk over [[Karel de Grote]] schrijft [[Einhard]] dat [[Childerik III]], de laatste [[Merovingers|Merovingische]] vorst, werd afgezet en in een klooster opgesloten en dit, aldus beweert Einhard verkeerdelijk, op last van paus [[Stefanus II (III)|Stephanus II]]. Overigens, zo schrijft Einhard, was het Merovingisch geslacht reeds lang van zijn kracht beroofd. "Aan de Merovingische vorst bleef, afgezien van zijn titel, slechts de voldoening over op zijn troon te zetelen, met lang haar en volle baard, en de schijn te wekken dat hij regeerde."
 
Aan deze woorden van Einhard hebben we misschien het verhaal van de "[[vadsige koning]]en" te danken. Over deze [[Kapsel (haardracht)|haartooi]], ogenschijnlijk slechts een onbeduidend detail, weten we dat de Frankisch-Merovingische vorsten zich van de overige [[Franken (volk)|Franken]] onderscheidden door hun lange haarlokken, die ze onbelemmerd op hun schouders lieten hangen. Zeer waarschijnlijk hadden zij, zoals hun tijdgenoot, de Byzantijnse dichter en historicus [[Agathias Scholastikos]] schrijft, "een scheiding in het midden van hun hoofd, waar vanaf het haar over de schouders en de rug, niet samen- of opgebonden, maar loshangend." Dit lange haar was niet alleen een sociaal herkenningsteken van hun koninklijke macht, maar ook voorwaarde daartoe.
:''Het is de regel voor Frankische koningen om nooit geschoren te worden; hun haar wordt inderdaad nooit geknipt van kindsbeen af, en hangt in overvloed op hun schouders... Het haar van hun onderdanen wordt ringsom gesneden en het is hen niet toegelaten het verder te laten groeien.'' — Agathias<ref>geciteerd in {{aut|Simon Coates}}, ''Scissors or Sword? The Symbolism of a Medieval Haircut'', in: History Today Volume: 49 Issue: 5 1999, http://www.historytoday.com/simon-coates/scissors-or-sword-symbolism-medieval-haircut</ref>
 
Zonder de lange haardos was uitoefening van de koninklijke macht onmogelijk. De "gewone" Franken droegen een lange [[snor (haargroei)|snor]] en [[vlecht (haar)|gevlochten haarstrengen]] aan beide zijden van hun hoofd, of een [[paardenstaart (haardracht)|paardenstaart]]. De koning daarentegen mocht zijn haar los hangen en een [[baard (haargroei)|baard]] dragen. Daarom was het een grote [[vernedering]] en [[schande]] wanneer de baard en het hoofdhaar van de koning geschoren werd. Dit toonde dat hij zijn [[sociale status|status]] verloor en hij werd verbannen naar een [[klooster (gebouw)|klooster]] of zelfs vermoord.
 
==Literatuur==
* {{Aut|J. M. Wallace-Hadrill}}, ''The Long Haired Kings'', 49–70. Oxford, 1962.
* {{Aut|Cameron, Averil}}, ''How did the Merovingian kings wear their hair'', Revue Belge de philologie et d’histoire 43, 1965. P. 1203–16.
*{{Aut|Diesenberger, Maximilian}}, ''Hair, sacrality and symbolic capital in the Frankish kingdoms'', in: ''The Construction of Communities in the early Middle Ages. Texts, Resources and Artefacts'', ed. Richard Corradini, Maximilian Diesenberger und Helmut Reimitz (The Transformation of the Roman World 12), Leiden, New York, Köln (Keulen) 2003, p. 173–227.
==Bronverwijzingen==
*Eduardo Fabbro, University of Colombia, ''Conspiciously by their absence: long-haired kings, symbolic capital, sacred kingship,  and other contemporary myths'',  http://www.revistasignum.com/signum/index.php/revistasignumn11/article/view/71/69
{{reflist}}


[[Categorie:Frankische Rijk]]
[[Categorie:Frankische Rijk]]
[[Categorie:Haardracht]]
[[Categorie:Haardracht]]

Huidige versie van 6 apr 2014 om 18:57

Scheren en geschoren worden en Haargroei en haarberoving.

Bij de Merovingische Franken

Bij de Merovingers had de koning lang haar.[1]

In zijn propagandistisch werk over Karel de Grote schrijft Einhard dat Childerik III, de laatste Merovingische vorst, werd afgezet en in een klooster opgesloten en dit, aldus beweert Einhard verkeerdelijk, op last van paus Stephanus II. Overigens, zo schrijft Einhard, was het Merovingisch geslacht reeds lang van zijn kracht beroofd. "Aan de Merovingische vorst bleef, afgezien van zijn titel, slechts de voldoening over op zijn troon te zetelen, met lang haar en volle baard, en de schijn te wekken dat hij regeerde."

Aan deze woorden van Einhard hebben we misschien het verhaal van de "vadsige koningen" te danken. Over deze haartooi, ogenschijnlijk slechts een onbeduidend detail, weten we dat de Frankisch-Merovingische vorsten zich van de overige Franken onderscheidden door hun lange haarlokken, die ze onbelemmerd op hun schouders lieten hangen. Zeer waarschijnlijk hadden zij, zoals hun tijdgenoot, de Byzantijnse dichter en historicus Agathias Scholastikos schrijft, "een scheiding in het midden van hun hoofd, waar vanaf het haar over de schouders en de rug, niet samen- of opgebonden, maar loshangend." Dit lange haar was niet alleen een sociaal herkenningsteken van hun koninklijke macht, maar ook voorwaarde daartoe.

Het is de regel voor Frankische koningen om nooit geschoren te worden; hun haar wordt inderdaad nooit geknipt van kindsbeen af, en hangt in overvloed op hun schouders... Het haar van hun onderdanen wordt ringsom gesneden en het is hen niet toegelaten het verder te laten groeien. — Agathias[2]

Zonder de lange haardos was uitoefening van de koninklijke macht onmogelijk. De "gewone" Franken droegen een lange snor en gevlochten haarstrengen aan beide zijden van hun hoofd, of een paardenstaart. De koning daarentegen mocht zijn haar los hangen en een baard dragen. Daarom was het een grote vernedering en schande wanneer de baard en het hoofdhaar van de koning geschoren werd. Dit toonde dat hij zijn status verloor en hij werd verbannen naar een klooster of zelfs vermoord.

Literatuur

  • J. M. Wallace-Hadrill, The Long Haired Kings, 49–70. Oxford, 1962.
  • Cameron, Averil, How did the Merovingian kings wear their hair, Revue Belge de philologie et d’histoire 43, 1965. P. 1203–16.
  • Diesenberger, Maximilian, Hair, sacrality and symbolic capital in the Frankish kingdoms, in: The Construction of Communities in the early Middle Ages. Texts, Resources and Artefacts, ed. Richard Corradini, Maximilian Diesenberger und Helmut Reimitz (The Transformation of the Roman World 12), Leiden, New York, Köln (Keulen) 2003, p. 173–227.

Bronverwijzingen

rel=nofollow